11 september 2021

Wopke Hoekstra: ‘Onze partij is uniek en wat mij betreft onmisbaar’

Partijleider Wopke Hoekstra sloot vandaag het partijcongres in Den Bosch af met een inspirerende speech. “Ik sta hier om verantwoordelijkheid te nemen op één van de moeilijkste momenten in de geschiedenis van onze partij. En ik neem die verantwoordelijkheid omdat ik ten diepste overtuigd ben van de waarde van ons verhaal voor de samenleving. Het bindt ons. Het bindt mij. Het maakt onze partij uniek. En wat mij betreft: Onmisbaar.”

Lees hier zijn speech. 

Beste partijvrienden,

Wat goed dat we hier vandaag met zovelen kunnen zijn. Fysiek én digitaal. Wat hebben we dit allemaal gemist!

Vandaag is het 11 september 2021. Precies twintig jaar na nine-eleven. Een dag om stil te staan bij de slachtoffers, hun nabestaanden, en ook bij onze eigen veteranen. Een gebeurtenis waar we de laatste dagen nog de trieste gevolgen van zagen, met die afgrijselijke taferelen op het vliegveld van Kaboel. Het zijn de mensen die nog steeds in nood zijn, waar onze gedachten juist op deze dag naar uitgaan. 

Beste CDA’ers,

Laten we er niet omheen draaien. Onze partij heeft een hele lastige periode achter de rug. Waarin veel dingen anders zijn gelopen dan we allemaal graag hadden gewild. De eenheid in onze partij is, eigenlijk al sinds juni vorig jaar, ver te zoeken. De uitslag van de verkiezingen in maart viel ons allemaal enorm tegen. En recent heeft Pieter Omtzigt zijn lidmaatschap opgezegd. Er zijn velen, ook ik, die zijn vertrek als zeer teleurstellend ervaren. Al stond én staat de deur voor hem altijd open.

De kern is voor mij die ene zin uit het rapport van de commissie-Spies: ‘Het CDA heeft de verkiezingen in maart van zichzelf verloren.’ Dat is een onverbloemde, trefzekere waarheid. Een bittere waarheid die we ons allemaal moeten aantrekken. En ik kijk hier dus ook kritisch naar mezelf. Was ik voldoende voorbereid? Oogde het niet te zakelijk? Is het mij wel gelukt om onze diep doorleefde wortels,onze eigenheid, voldoende over het voetlicht te brengen?

Nog los van uitglijders zoals het schaatsen en de WW. En tegelijkertijd sta ik hier. Ik sta hier om verantwoordelijkheid te nemen op één van de moeilijkste momenten in de geschiedenis van onze partij. En ik neem die verantwoordelijkheid omdat ik ten diepste overtuigd ben van de waarde van ons verhaal voor de samenleving. Het bindt ons. Het bindt mij. Het maakt onze partij uniek. En wat mij betreft: Onmisbaar. Wij zijn de partij van waarden en normen. Onze samenleving is op een hyper geïndividualiseerd punt in de geschiedenis beland. Een samenleving met heel veel “ik”, en van wel erg weinig “wij”. Onze gedeelde waarden en normen, zijn een antwoord op de “alles-moet-maar-kunnen’’- mentaliteit van vandaag. Juist omdat wij ervan overtuigd zijn dat een mens pas tot zijn recht komt, in relatie tot een ander.

Wij zijn de partij zijn van de gemeenschapszin. Van midden in die samenleving staan. Midden op dat spreekwoordelijke marktplein. Dat komt direct voort uit onze christelijke wortels. Want in de kerk kwamen mensen van allerlei pluimage bij elkaar. Dat maakt dat wij van nature de tegenpool zijn van de polarisatie. Van alle scherpslijperij. Van elkaar verketteren. Waar alleen het eigen gelijk telt. Zo’n samenleving is een tikkende tijdbom voor onze democratie. 

Wij zijn de partij voor de volgende generatie. Natuurlijk erven we dit land van onze voorouders, maar bovenal lenen we het van onze kinderen. En als christendemocraten zit dat besef in onze genen. Wij kijken verder dan de waan van de dag, zonder de noden van nu uit het oog te verliezen. Maar laten we onszelf niks wijsmaken. Wij mogen dat hier zo vinden, de kiezer heeft dat op 17 maart niet in ons herkend. We zullen het zelf weer moeten verdienen. Elke dag opnieuw. Straat voor straat, huis voor huis. En wat mij betreft beginnen we daar vandaag mee. Want het land en de kiezer wachten niet tot wij zover zijn. Wat staat ons te doen, beste partijvrienden? U, mij, ons allemaal? 

Ten eerste is het onze opdracht om ervoor te zorgen dat álle Nederlanders zich weer bij ons thuis kunnen voelen. Om “eigentijds te verbinden’’ Kijken we naar de laatste verkiezingen, dan constateer ik dat jongeren ons te vaak de rug toekeren. Ze willen ons nog wel overwegen als tweede keus, maar niet als eerste. Laten we ervoor kiezen om hun hoop en hun verwachtingen beter te belichamen. Hun levensgevoel raken. Hun thema’s benoemen.

En waar de C een belemmering vormt, moeten we helder zijn. Het gaat ons om het verbinden van mensen in de samenleving. Ongeacht hun geloofsovertuiging. En als ik het hier over “eigentijds verbinden’’  heb, dan is er nog iets: Bijna een kwart van alle Nederlanders heeft een migratieachtergrond. En wat ben ik trots op Kavish Partiman, fractievoorzitter in Den Haag, en op raadsleden als Devie Badloe en Nahid alad bushtaa. En natuurlijk nog op heel veel anderen. Maar ik vind het te weinig. Als ik aan de toekomst van onze partij denk, dan wil ik inzetten op meer diversiteit. Het is bovendien essentieel dat wij er zijn voor alle Nederlanders.  In dorpen én steden. Van de boeren in Brabant die snakken naar perspectief, tot de studenten in Amsterdam zonder woning.

Ten tweede vind ik het onze taak om onze waarden te vertalen naar de grote vragen van deze tijd. Dat doen we nu nog te weinig. En in alle eerlijkheid: Vaak uit angst voor gedonder in eigen kring.  Mijn streven is om ons eigen verhaal te vertellen, en de risico’s te nemen die daarbij horen. Dat vraagt om durf en om moed. Maar een duidelijk verhaal is onmisbaar, om een antwoord te kunnen geven op de grote thema’s van deze tijd. Dan denk ik aan veiligheid, aan het klimaat, aan volkshuisvesting, aan de vraagstukken in Europa. Deze thema’s vragen om een toekomstgericht perspectief. En zo hebben wij dat als partij altijd gedaan, wanneer we op ons best waren. Dan bleven we dicht bij onze wortels, en pakten we tegelijkertijd de grote vraagstukken van Nederland aan. Ook als het moeilijk was. Denk aan hoe dat ging onder Ruud Lubbers. Denk aan hoe dat ging onder Jan Peter Balkenende. Het is nu aan ons om opnieuw die sprong naar voren te wagen.

Ten derde, en ten slotte, noem ik een sfeer van mildheid en onderling respect. En als ik mildheid zeg, dan hoort daar ook eerlijkheid en transparantie bij. Maar dat kan alleen wanneer we in staat zijn, elkaar de ruimte te gunnen. En daar schort het, als ik eerlijk ben, bij ons intern al jaren aan. Soms denk ik weleens dat dit al een decennium geleden is begonnen. In die verbitterde strijd over de gedoogconstructie met de PVV. Dat we toen een open discussie voerden, en van mening konden verschillen, leek aanvankelijk juist heel waardevol. Alleen gebeurde er tegelijkertijd iets anders. Iets heel ernstigs. Men ging de integriteit van elkaars overwegingen in twijfel trekken. Elkaar moreel de maat nemen. Praten over elkaar, in plaats van met elkaar. Vaak ook via de media. Eigenlijk tot op de dag van vandaag.

Beste partijvrienden, als we daar nou eens mee ophouden? Als we daarmee stoppen? Als we elkaar gewoon bellen, of bij elkaar op de koffie gaan. Het er met elkaar over hebben. Want dat mogen we van elkaar verwachten: gewoon met elkaar de dialoog aangaan. En ons uiteindelijk verenigen achter één vaandel. 

Beste CDA’ers,

En toch. Toch ben ik de laatste weken optimistischer geworden. Optimistischer over onze partij. Optimistischer over onze toekomst. En ik kan ook precies zeggen hoe dat komt. Dat komt door jullie. Ik zie de enorme energie en betrokkenheid, in al die online sessies die we met elkaar gehad hebben. Ik zie een partijlid, woonachtig op Sint-Eustatius. die van de ene op de andere dag de deur daar achter zich dichttrok. Om vervolgens onvermoeibaar, dag in, dag uit, avond aan avond, te luisteren naar onze leden, overal in het land. Marnix, je bent een ware redder in nood.

Ik zie Ank Bijleveld, als belangeloos en onvermoeibaar adviseur van het bestuur. Ik zie Liesbeth Spies, Yvonne van Rooy, Hanke Bruins Slot, Richard van Zwol. Zij steken allemaal de handen uit de mouwen voor onze club. Net als al die partijgenoten die we op het podium zagen. En ik zie Vivianne Heijnen, Stijn Steenbakkers, Hilbert Bredemeijer, Friso Douwstra, Eveline Tijmstra, en al die andere lokale en provinciale bestuurders, die zich elke dag opnieuw inzetten voor het CDA.

En nog belangrijker: zich inzetten voor onze samenleving. Ik dank jullie allemaal niet alleen voor zoveel inspanningen. Maar ook voor de enorme saamhorigheid die daaruit spreekt. Dat inspireert enorm. Bovenal wil ik hier stilstaan bij de meest onvermoeibare doorzetter die bestuurlijk Den Haag rijk is: Hugo de Jonge. Hugo, na het lastige besluit dat jij december vorig jaar nam ben jij direct, volle bak, weer aan het werk gegaan. Zonder je ook maar één moment te beklagen. Ik heb daar groot respect voor. 

Beste CDA’ers,

We hebben fantastische uitgangspunten. Het is precies zoals Richard van Zwol en Pieter Jan Dijkman schrijven: Die beginselen moeten we vullen met het leven van vandaag. Met durf, met geloof in de toekomst, Met de taal en beelden van deze tijd. Wij zijn de partij van rentmeesterschap.  Een klassiek begrip, maar actueler dan ooit. En hoewel we dan vaak denken aan de schatkist, gaat rentmeesterschap over veel meer dan dat. Het gaat juist ook over onze waarden.Onze rechtsstaat. En de taal, de cultuur en de manier van leven die we met elkaar delen. Filosoof Roman Kriznarik citeert de beroemde polio-onderzoeker Jonas Salk als hij stelt: “Uiteindelijk gaat het over de vraag of we goede voorouders zijn.’’

En juist daarom kwam Henri Bontenbal deze week met ons perspectief voor klimaatbeleid. Dat enorme probleem, voor deze en de volgende generatie, pakken we aan. Dat doen wij op een manier die bij ons past. Op de toekomst gericht, vanuit onze wortels gedacht. In dialoog met elkaar, juist als de boodschap niet makkelijk is. Een verhaal voor de volgende generatie. 

Wij zijn de partij van de publieke gerechtigheid. De partij van recht doen. Moderne gerechtigheid is veel meer dan vroeger: pal staan voor de rechtsstaat en voor de democratie. Want die zijn niet vanzelfsprekend. Ondermijning is overal zichtbaar. Het dringt vanuit de onderwereld de bovenwereld binnen. Een lijntje coke is sneller besteld dan een pizza. Het is gedrag dat onze samenleving ontwricht, en een spoor van ellende achterlaat. Als het gaat over drugs of onze rechtsstaat, zijn we altijd blijven hangen in ideologische tegenstellingen. In politieke schijngevechten. Maar dit is een levensgroot probleem. Vrijheid-blijheid is na alles wat er is gebeurd, geen optie meer. Wie coke gebruikt is strafbaar, zeker, maar realiseert die gebruiker zich ook welke schade er wordt aangericht in de samenleving? We hebben daarom een Deltaplan nodig tegen de cocaïnemaffia. Met strenger straffen. Meer opsporingsbevoegdheden. Meer politie. En forse investeringen in preventie en scholing. Zodat kwetsbare jongeren niet belanden in bijbaantjes als drugskoerier. 

Maar er is meer nodig: maatschappelijke verantwoordelijkheid kan je niet simpelweg uitbesteden aan politie en justitie. Want daar gaat het om - dat we dit, met elkaar, aanpakken. In essentie is juist ook dit een kwestie van normen en waarden. Met de betrokkenheid van iedereen. Van de makelaar die een verdacht pand ziet, tot de notaris die een transactie niet vertrouwt. Dat vraagt ook om een nieuwe relatie tussen burger en overheid. Waarin vanuit vertrouwen wordt samengewerkt. Want alleen dan kunnen we daadwerkelijk recht doen. Wij zijn de partij van solidariteit. Maar wat betekent dat vandaag de dag? Vroeger was dat vooral een sociaal-economisch vraagstuk. In de coronacrisis hebben we ruimhartig de schatkist aangesproken. Daarmee hebben we een sociaal-economische ramp voorkomen. En ook dat is ook solidariteit.

Maar moderne solidariteit betekent wat mij betreft meer dan dat. Het betekent ook dat we scherp oog houden voor de risico’s van een tweedeling in de samenleving. Mensen met een normaal inkomen, komen niet meer vanzelfsprekend aan een huis. Uiteenlopende opleidingsniveaus leiden tot blijvende verschillen. Er dreigen mensen weg te vallen in kwetsbare banen zonder zekerheid. Wij houden oog voor de mensen die het somber inzien voor hun kinderen. Voor de mensen die het vertrouwen dreigen te verliezen. Wij zullen die gevoelens niet uitvergroten, - dat doen de populisten al meer dan genoeg. Maar we willen wel perspectief bieden. Met scholing, met bijscholing, met herscholing.  Met meer vaste banen. Met betere kansen. Door laaggeletterdheid aan te pakken, zodat iedereen kan meedoen. Door alles op alles te zetten om het aantal kinderen dat in armoede opgroeit, in de komende jaren te halveren.

En, zo zeg ik er maar meteen bij: dan zullen de meest bevoorrechten in ons land, ook een extra steentje moeten bijdragen. Want wij zijn er niet voor een deel van de samenleving, wij zijn er voor de hele samenleving. En kiezen vanuit overtuiging voor het algemeen belang. Wij zijn de partij van gespreide verantwoordelijkheid“Samen verantwoordelijk zijn voor Nederland” noemt ons WI dat. En wat ben ik het daarmee eens. Bij gespreide verantwoordelijkheid denken we snel aan het organiseren van taken op het niveau waar dat het meest passend is. En daar ben ik natuurlijk enorm voor. Maar ik zou de nadruk willen leggen op het woord verantwoordelijkheid.

In de eerste plaats vragen wij aan mensen om verantwoordelijkheid te nemen voor hun eigen leven. Maar daar houdt het voor ons als CDA’ers niet mee op. Wij doen daarnaast op iedereen die dat kan - en dat zijn er in Nederland gelukkig velen - een appèl om verantwoordelijkheid te nemen voor iets groters dan jezelf. Om verantwoordelijkheid te nemen voor de samenleving. Of dat nou is in de buurt, bij de voetbalclub of als vrijwilliger. En ten slotte zullen wij, als CDA, altijd verantwoordelijkheid blijven nemen voor de mensen die dat zelf niet kunnen. Om een schild te vormen voor de zwakkeren. En die verantwoordelijkheid dragen wij met elkaar.

Bij dat verbinden hoort nog iets: wie partij wil zijn van samenleving, zal in beginsel bereid moeten zijn om verantwoordelijkheid te dragen voor goed bestuur. Ook als het lastig wordt. Juist als het lastig wordt. Natuurlijk heb je als fractie, na verloren verkiezingen, de aanvechting om de oppositie in te gaan. Om te herbronnen. Ook ik. Maar het is in Den Haag al niet makkelijk. Door de versnippering en de verharding. En als wij als partij dan zeggen: wij doen per definitie niet mee. Dan maken we het daarmee nog moeilijker. Natuurlijk is na de afgelopen weken de verleiding groot om onze eisen nogmaals te markeren. Maar de formatie bevindt zich in zo’n ingewikkelde fase dat ik er beter aan doe u alleen te zeggen: Dat wij ons constructief zullen blijven opstellen.Vanuit de inhoud, en vanuit onze idealen. En bereid zijn om verantwoordelijkheid te nemen voor Nederland. 

Beste CDA’ers, 

Sinds december heb ik van veel mensen de vraag gehad: Waar begin je aan? Ik heb ‘ja’ gezegd tegen het bestuur, tegen de Verenigingsraad, toen zij eind vorig jaar een klemmend beroep op mij deden. En ik heb dat gedaan in de volle overtuiging dat het niet makkelijk zou worden. Dat de tijd kort zou zijn. Dat eenheid in onze partij, ook tijdens de campagne, zelfs tijdens de campagne, 
geen garantie zou zijn. Dat ik zelf fouten zou maken. Helaas is dat ook allemaal gebleken. En toch. Toch is er één ding waar ik geen moment spijt van heb gehad. Dat is dat ik die dag in december ‘ja’ heb gezegd tegen het partijleiderschap. En de reden daarvoor is heel simpel. Ik had het net met u over verantwoordelijkheid nemen. En dat geldt dus ook voor mijzelf. Ik neem die verantwoordelijkheid, omdat wij in een geweldig land leven. Een land dat mij meer gegeven heeft dan ik ooit kan teruggeven. Ik neem die verantwoordelijkheid, omdat ik veel aan onze partij te danken heb. Ik neem die verantwoordelijkheid, om met elkaar, dit land door te geven aan de volgende generatie.


Beste CDA’ers,

Ik ben ervan overtuigd, dat ons land schreeuwende behoefte heeft aan een partij van de samenleving. Aan een partij die staat voor individuele vrijheden, maar ook een appèl doet op gemeenschapszin. Een partij die de verschillen niet uitvergroot, maar de overeenkomsten zoekt. Een partij die niet kiest voor een deel van onze samenleving, maar opkomt voor alle Nederlanders.
Niet voor het individuele belang, maar voor het algemeen belang. Daar is één ding voor nodig: Dat wij, als partij, het samen gaan doen.Want het is niet alleen mijn partij. Of die van Mona, Marnix of Hugo. Het is ónze partij. Óns CDA. Dus laten we er met elkaar de schouders onder zetten. In het volle besef. In het volle besef dat we een lange weg te gaan hebben. Die vraagt om saamhorigheid en moed.  Om verbinden en vernieuwen. Om eenheid en inhoud. Maar als we daar in slagen, dan gaan wij met elkaar, een hele mooie toekomst tegemoet. 

Wopke Hoekstra
11 september 2021

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.