Schriftelijke vragen van de leden Inge van Dijk, Boswijk (beiden CDA) en Van der Plas (BBB) aan de minister van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit en de staatssecretaris Fiscaliteit en Belastingdienst over het bericht 'Ruim 200 boeren met bos krijgen onverwachts megaclaims van fiscus' (1).

Vraag 01:
Heeft u kennisgenomen van het artikel?

Vraag 02:
Klopt het dat het ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit (LNV) destijds een toezegging heeft gedaan aan boeren die meededen aan bosprojecten dat de percelen de bestemming landbouwgrond zouden houden en geen bosgrond zouden worden en dat de tijdelijke boomteelt werd gezien als vervangend akkerbouwgewas?

Vraag 03:
Zijn er afspraken tussen overheid en boeren op papier gezet, of is er regelgeving waaruit de afspraak blijkt?

Vraag 04:
Klopt het dat het nu zo is dat de Belastingdienst dit anders ziet en meent dat de bestemming van deze gronden jarenlang ‘bos’ is geweest en dat dus over die periode de landbouwvrijstelling niet opgaat?

Vraag 05:
Op grond waarvan vindt de Belastingdienst het gerechtvaardigd de grond nu met terugwerkende kracht als bosgrond te belasten en de landbouwvrijstelling niet toe te passen?

Vraag 06:
Hoe kan het zijn dat de Belastingdienst en het ministerie van LNV hierin niet dezelfde lijn hanteren?

Vraag 07:
Wanneer is het besluit binnen de Belastingdienst genomen de aanslagen inkomstenbelasting over deze grond op te leggen en over welke jaren?

Vraag 08:
Wat vindt u ervan dat gedupeerden, overheidsmedewerkers en adviseurs die destijds bij de bosprojecten betrokken waren zeggen dat dit niet de bedoeling van de regeling was? Heeft u deze betrokkenen gehoord?

Vraag 09:
Wat vindt u specifiek van de uitspraken van Jan Rietema en Rinck Zevenberg en zou u kunnen onderzoeken of zij inderdaad gelijk hebben?

Vraag 10:
Begrijpt u dat boeren uitgegaan zijn van de toezegging van het ministerie en de bedrijfsvoering mede daarop hebben gebaseerd?

Vraag 11:
Wat vindt u ervan dat deze boeren in goed vertrouwen hebben gehandeld en nu met een kostenpost van honderdduizenden euro’s geconfronteerd worden?

Vraag 12:
Wat is de waarde van een toezegging van het ene overheidsorgaan, als blijkt dat een ander overheidsorgaan een andere lijn kan hanteren?

Vraag 13:
Is er overleg tussen de ministeries van LNV en Financiën bij het opstellen van regelingen voor agrarische bedrijven?

Vraag 14:
Kijkt en adviseert het ministerie van Financiën nu ook mee bij voorgestelde belonings- en andere regelingen die boeren met het Landbouwakkoord moeten compenseren voor mogelijke aanpassing van hun bedrijfsvoering en/of beëindigingsregelingen?

Vraag 15:
Worden in het Landbouwakkoord ook afspraken gemaakt over de fiscale behandeling van alle voorgestelde maatregelen en compensaties?

Vraag 16:
Vindt u dat de overheid, juist nu de agrarische sector voor een enorme transitieopgave staat waardoor boeren hard geraakt worden, het zich kan permitteren als onbetrouwbare partner gezien te worden?

Vraag 17:
In hoeverre is de opgave van 19.000 hectare nieuw bos op landbouwgrond (in het kader van de Bossenstrategie) haalbaar wanneer boeren er niet op kunnen vertrouwen dat hun grond de status ‘landbouwgrond’ blijft behouden?

Vraag 18:
Op welke manier ziet u een oplossing voor zich?

(1) https://dvhn.nl/groningen/Boeren-met-bos-in-de-clinch-met-fiscus-over-hoge-aanslagen-28484852.html

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.