Woensdag 5 december voerde CDA-Kamerlid Harry van der Molen in de Tweede Kamer een debat over een maatregel uit het Regeerakkoord, om de rente op studieleningen te baseren op de 10-jaarsrente in plaats van de 5-jaarsrente. De CDA-fractie vindt het een verdedigbare maatregel voor toekomstige studenten. De oproep van het partijcongres om van de maatregel af te zien laat zien dat het CDA nog altijd grote moeite heeft met het leenstelsel. Het instemmen met de renteverhoging is daarmee geen makkelijke keuze. Maar de coalitieafspraak is wel een verstandige voor de lange termijn.
In 2015 ruilde een meerderheid van de Tweede Kamer de basisbeurs in voor het leenstelsel. Het CDA stemde destijds tégen het leenstelsel, en is nog altijd tegenstander van een stelsel waar studenten met onverantwoord hoge schulden worden opgezadeld. Niettemin blijven voorstanders steevast spreken van een ‘sociaal stelsel’ en een ‘studievoorschot’. Terwijl schulden een grote impact hebben op jongeren.
Weeffouten leenstelsel
Harry van der Molen: “Vanaf dag één zitten er weeffouten in het leenstelsel, waar het CDA bij de invoering al voor waarschuwde. De beloofde voorinvesteringen in onderwijskwaliteit waar studenten van zouden profiteren, zijn door onderwijsinstellingen amper gedaan.”
Daarom heeft CDA-Kamerlid Harry van der Molen, met steun van de oppositie, de minister opgelegd deze voorinvesteringen alsnóg te doen. Zodat zij gaat uitzoeken op welke manier studenten die hiervan de dupe zijn geworden, kunnen worden gecompenseerd. VVD en D66 stemden hier tegen.
Bovendien zou een studieschuld niet meetellen bij het aanvragen van een hypotheek. Dat blijkt nog altijd wel zo te zijn. Daarom stelde Van der Molen samen met Erik Ronnes Kamervragen over de invloed van de studieschuld op het verkrijgen van een hypotheek. DUO, de organisatie die studieleningen verstrekt, moet studenten hier volgens het CDA betere voorlichting over geven. Ook zouden banken niet moeten rekenen met het totale schuldbedrag, maar de actuele studieschuld. Deze inzet is conform de aangenomen resolutie van het CDJA tijdens het partijcongres in Groningen op 3 november 2018.
Maatregel 10-jaarsrente noodzakelijk
Het CDA blijft zich inzetten om studenten te behoeden voor een hoge studieschuld en de toegankelijkheid van het onderwijs te garanderen. Nu al zien we dat met name jongeren uit gezinnen met lagere inkomens minder studeren. Daar zijn maatregelen voor nodig. Zoals de halvering van het collegegeld met ongeveer 1.000 euro in het eerste jaar (en in de PABO de eerste twee jaar), waar het CDA zich tijdens de formatieonderhandelingen hard voor heeft gemaakt. Maar ook het baseren van de studielening op de 10-jaarsrente is verdedigbaar, zoals afgesproken in het Regeerakkoord.
Harry van der Molen: “Er waren in 2015 van onze kant nog een aantal punten van kritiek op het leenstelsel: het was ondeugdelijk gefinancierd en maximaal lenen werd zeer aantrekkelijk gemaakt. Beide ontwikkelingen zien we in de praktijk gebeuren. Het totaalbedrag van uitstaande leningen staat nu al op 21 miljard euro. Dat bedrag zal de komende jaren in rap tempo toenemen. Alle niet-inbare studieschulden zullen moeten worden afgeboekt en dat zal ook het onderwijs gaan raken. Dit probleem wordt, ook maatschappelijk, verder vergroot door maximaal lenen. Steeds meer jongeren denken dat maximaal lenen bijna gratis is. Dat is het ook, vanwege de huidige 5-jaarsrente. ‘De staat als pinautomaat’, noemde mijn collega Michel Rog dat in 2015. Over een aantal jaren staan we dan voor lastige keuzes zoals bezuinigen op onderwijs of een hoger collegegeld. Het CDA is niet bereid de student van de toekomst daarmee op te zadelen.”
De toepassing van de 10-jaarsrente op studieleningen is op korte termijn een maatregel die discussie oproept. Tegelijkertijd moet ook duidelijk zijn dat geen enkele student die nu studeert hierdoor een euro meer gaat betalen. De zorgen die het CDJA heeft over de toegankelijkheid van het onderwijs en de toenemende studieschulden zijn terecht en deelt de CDA-fractie.
Harry van der Molen: “Met de maatregel neemt de financierbaarheid van studieleningen neemt toe, terwijl het Rijk op de leningen een zeer lage rente blijft garanderen. En lenen krijgt een meer reële prijs, wat maximaal lenen kan ontmoedigen. Het is om die reden dat de CDA-fractie deze afspraak uit het Regeerakkoord kan steunen.”