De Kijkwijzer die gebruikt wordt bij films en televisieprogramma’s moet ook gaan gelden voor online platforms, zoals bij filmpjes op YouTube. Op die manier worden kinderen beter beschermd tegen beelden met geweld, seks of grove taal. Dat bepleitte CDA-Kamerlid Harry van der Molen maandag 3 december tijdens een debat over de mediabegroting. De eerste verantwoordelijkheid ligt natuurlijk bij de ouders of opvoeders zelf, maar zij kunnen daar wel beter bij worden geholpen. Ook de manier waarop bedrijven zoals YouTube hiermee omgaan, speelt namelijk een belangrijke rol. Daarom spreekt Harry van der Molen hen aan op hun verantwoordelijkheid voor de beelden die op YouTube worden geplaatst. Kinderen komen namelijk steeds vaker in aanraking met schadelijke content, omdat zij vaker via de tablet naar online filmpjes kijken dan naar tv.
Van der Molen: “Mijn zoon van 7 kijkt regelmatig via YouTube naar filmpjes. Ik kan als ouder moeilijk bepalen of die wel geschikt zijn. De Kijkwijzer is een prima hulpmiddel. Dan kan je even snel over zijn schouder meekijken waar je kind naar kijkt als er geschreeuw uit zijn telefoon of iPad klinkt.”
Daarnaast vindt Harry van der Molen dat de leeftijdskwalificatie die Kijkwijzer gebruikt, continu in beeld moet worden gebracht. Zowel op tv als online. Er is al een Europese richtlijn die bepaalt dat de lidstaten van de Europese Unie toe moeten zien dat minderjarigen worden beschermd tegen schadelijke filmpjes. Verder besloot de Tweede Kamer al in 2015 dat de regels voor televisieprogramma’s ook moeten gelden voor videodiensten. In de praktijk gebeurt er echter weinig. Daarom wil Van der Molen minister Slob aansporen hier vaart mee te maken. Ook ChristenUnie schaarde zich achter deze oproep.
Op de vraag of het plan uitvoerbaar is, reageerde Van der Molen: “Facebook heeft 30.000 mensen in dienst om filmpjes te beoordelen. Als zij dat kunnen, kan YouTube het ook. Ook zij moeten zich aan de regels houden.”
Minister Slob gaf tijdens het debat gehoor aan de oproep van het CDA, door aan te geven op korte termijn in gesprek te gaan met het Ierse YouTube. Hij liet weten het bedrijf niet te kunnen dwingen, maar dat er wel meer afspraken gemaakt kunnen worden.