Een enkele maatregel is niet genoeg om de problemen op de woningmarkt aan te pakken. Daarvoor zijn de problemen te groot. Om het echt goed aan te pakken is een heel pakket aan maatregelen nodig. Het CDA heeft op een rijtje gezet wat er in elk geval moet gebeuren. Die voorstellen heeft woordvoerder Wonen Erik Ronnes ingebracht bij een algemeen overleg in de Tweede Kamer over de bouwopgave voor de komende jaren.

Het CDA vindt dat de problemen op de woningmarkt dringend moeten worden aangepakt. De frustratie bij woningzoekers is groot. Ronnes: “Maar het is een illusie om te denken dat de bouwproductie omhooggaat, als wij in Den Haag op een knop drukken. De Tweede Kamer moet al het nodige doen om de bouw op gang te krijgen, maar de gemeenten zijn de eerstverantwoordelijken. Zij moeten met projectontwikkelaars en corporaties om de tafel om het beste voor een specifieke gemeente eruit te halen.”

Voorstellen van het CDA

Plan meer dan nodig is
Het CDA stelt voor om in de afspraken met provincies en gemeenten meer huizen te plannen dan er nodig zijn (130%). In de praktijk blijken veel plannen op papier namelijk vaak niet gehaald te worden, door allerlei procedures, planuitval, vertragingen en gedoe. Gemeenten en regio’s die aantoonbaar achter blijven bij de noodzakelijke bouw van woningen, moeten stevig aan de slag. Met name Noord-Holland, Utrecht en Noord-Brabant moeten tempo gaan maken.

Binnen- en buiten-stedelijk bouwen
Bij buiten-stedelijke projecten moet worden gekeken of een deel van de winsten kan worden ingezet om binnenstedelijke projecten vlot te trekken. Binnen de steden is de grond namelijk schaars. Met de verkoop van grond rondom de steden kan veel geld worden verdiend, als die grond voor bebouwing wordt aangewezen. Met de regels in de Ladder voor duurzame verstedelijking is terecht een rem op ongebreidelde bouw in het weiland gezet Projectontwikkelaars willen heel graag het weiland in, dat levert snel veel geld op. Het CDA denkt dat met het afromen van deze winsten die perverse prikkel eruit gehaald kan worden. Dat geld kan dan weer worden ingezet binnen de steden.

Rijksvastgoedbedrijf
Ook moet gekeken worden hoe het Rijksvastgoedbedrijf kan bijdragen om “grote klappers” te maken in bouwproductie – bijvoorbeeld op voormalig vliegveld Valkenburg. De gemeente wil daar van het oude vliegveld een kwalitatief hoogwaardige wijk maken met veel groen, speelruimte en water. Het RVB doet echter moeilijk omdat dit niet altijd het meeste opbrengt.

Vergroot productiecapaciteit

Bouwbedrijven hebben de productiecapaciteit in de crisis flink laten inkrimpen, wat nu leidt tot personeelstekorten. De levertijden en kosten van bouwmaterialen lopen op doordat toeleveranciers niet snel genoeg hun productiecapaciteit kunnen opvoeren. Ministeries moeten daarom met de bouwsector en technische opleidingen een aanvalsplan uit gaan werken, zodat er voldoende personeel en bouwmaterialen beschikbaar zijn.

Bouwen in de dorpen
Het is belangrijk dat gestelde bouwdoelen gehaald worden, en daarbij mogen de kwaliteit en leefbaarheid van kleine dorpen niet uit het oog verloren worden. Zet dorpen niet op slot door geen bouwmogelijkheden toe te staan! Provincies moeten maatwerk toestaan.

Aanpassen wet- en regelgeving
Tot slot moet de bestaande wet- en regelgeving indien nodig aangepast kunnen worden. Als het wachten op de Omgevingswet bijvoorbeeld te lang duurt, moet dit via een crisis- en herstelwet of spoedwet geregeld kunnen worden.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.