Vandaag heeft het kabinet de structurele aanpak stikstof naar de Tweede Kamer gestuurd. In het volle besef dat we middenin de coronacrisis zitten, waardoor velen in onze maatschappij hard worden geraakt, heeft het kabinet volgens het CDA de taak om te zorgen dat stikstof in de toekomst geen drempel vormt voor economische ontwikkeling. 

CDA-Kamerlid Jaco Geurts: “Het CDA vindt dat deze aanpak perspectief biedt aan zowel natuurbeheer als de economie. Met forse investeringen in innovatie, ruimte voor eigen ondernemerschap en maatwerk. Alleen op die manier kunnen we met elkaar het stikstofprobleem oplossen.”Op basis van deze aanpak zal het kabinet toewerken naar de streefdoelen voor natuurbehoud en -herstel die voor 2030 zijn gesteld. Bovendien is het goed dat hiermee wordt voldaan aan de uitspraak van Raad van State, die vorig jaar aangaf dat de Programmatische Aanpak Stikstof (PAS) niet meer mocht worden gebruikt om vergunningen te verlenen voor economische activiteiten.

Iedere sector moet steentje bijdragen
We leven in een dichtbevolkt landje met een sterke verstedelijking en grote druk op de ruimte. Iedereen wil ook in de toekomst kunnen wonen, werken en genieten van de natuur en onze groene weilanden. Voor het CDA blijft voorop staan dat iedere sector z’n steentje bijdraagt aan het oplossen van de stikstofproblematiek, en het kabinet nadrukkelijk oog heeft voor de sectoren die direct werden geconfronteerd met de uitspraak van de rechter. Jaco Geurts: “Niet alleen voor onze boeren en boerinnen, die werken in een sector die van groot belang is voor een vitaal platteland en gezond voedsel van eigen bodem, maar ook voor onze families en vrienden die werkzaam zijn in de bouw of op zoek zijn naar een betaalbare woning. Het is voor het CDA dan ook belangrijk dat het kabinet aangeeft alle relevante sectoren nauw te betrekken bij de verdere uitwerking van de maatregelen. Daarnaast kan het beleid tussentijds worden bijgestuurd als dat nodig is.”

Perspectief voor boerenbedrijven: inzetten op een eerlijk verdienmodel
Het CDA staat voor onze agrarische familie- en gezinsbedrijven. Zij zijn het die alle Nederlanders iedere dag weer van gezond, duurzaam en veilig voedsel voorzien. Zij zijn bovendien de beheerders van ons landschap. Het is dan ook meer dan terecht dat het kabinet inziet dat de stikstofaanpak alleen kan werken als boeren investeringen kunnen terugverdienen. Maar ook eigen keuzes kunnen maken die passend zijn bij hun bedrijf en situatie, met voldoende ontwikkelingsruimte. Daar wordt bijvoorbeeld invulling aan gegeven door beschikbaarheid van landbouwgrond in de melkveehouderij te bevorderen en het mee-investeren in stallen. Als het gaat om veevoer is het goed dat er 73 miljoen euro beschikbaar komt, werkbare afspraken worden gemaakt en dat de aanpassing geen gevolgen mag hebben voor diergezondheid, dierenwelzijn, volksgezondheid en afzetbelangen.

Jaco Geurts: “Als er een sector is die al tientallen jaren hard werkt aan stikstofreductie, is het wel de landbouw. Sinds 1990 is de uitstoot reeds met 64% afgenomen. Ik ben het met de minister eens dat we onze boeren harder nodig hebben dan ooit om te helpen met de stikstofoplossing. Maar dan moeten zij wel een eerlijke boterham kunnen verdienen. Het staat of valt met een eerlijk verdienmodel. Goed dat het kabinet bereid is om fors mee te financieren.”Voor innovatie en eerste investeringen in nieuwe staltechnieken komt 452 miljoen euro voor de veehouderij beschikbaar. Voor het stimuleren van mestverwerking naar hoogwaardige kunstmestvervangers komt 48 miljoen euro beschikbaar. Wil een boer kiezen voor een andere bedrijfsvoering die bijdraagt aan stikstofreductie, dan is daarvoor een omschakelfonds beschikbaar (175 miljoen euro) die ingezet kan worden om een tijdelijke bijdrage aan de kasstroom te leveren of bij investeringen. Als boeren op vrijwillige basis willen stoppen, bijvoorbeeld omdat zij geen bedrijfsopvolging hebben, gaat de overheid een bijdrage van een miljard euro leveren aan een sociaal vangnet door middel van een landelijke beëindigingsregeling. Er komt geen gedwongen krimp.

Waarborgen aan extern salderen
Het CDA heeft regelmatig aangeven te willen voorkomen dat de stikstofruimte op het platteland door industriële bedrijven wordt leeg gekocht of dat er mee gespeculeerd gaat worden. Jaco Geurts: “Daarom heeft het CDA voorgesteld met een driepartijen-overeenkomst te gaan werken, om zodoende ‘cowboygedrag’ te voorkomen. Wij zijn verheugd dat de minister met de provincies het extern salderen in die richting gaat ontwikkelen met een fors aantal waarborgen. Wij steunen de minister volledig bij haar inzet om meldingen legaal te houden en dat er geen vergunningen aangevraagd hoeven te worden voor bemesten en beweiden.  Mocht blijken dat er ongewenste effecten optreden, dan zal direct ingegrepen worden. Daarnaast wordt extern salderen maar voor één jaar opengesteld, waarna een grondige evaluatie plaatsvindt.”

Bouwprojecten op gang helpen
Vanwege de coronacrisis is er sprake van een tijdelijke vermindering van de stikstofdepositie. Het CDA vindt het dan ook zeer verstandig dat de minister deze vrijgekomen ruimte inzet voor noodzakelijke ontwikkelingen zoals de woningbouw. Er is in dit land sprake van een fors woningtekort, waardoor veel mensen geen betaalbaar dak boven het hoofd kunnen vinden. Er moet alles op alles gezet worden om de bouw van nieuwe woningen door te laten gaan. Verder zijn er voor zeven infrastructurele projecten en ontwikkelingen van nationaal belang ontwikkelingsreserves geregeld. Er komt een regionale drempelwaarde en een regeling voor projecten met een tijdelijk kleine stikstofdepositie, die vrijgesteld kunnen worden van een vergunningsplicht. Ook de mogelijkheid van het ‘leasen’ van stikstofruimte kan een oplossing bieden voor de bouw van kleinschalige woonwijken of bedrijventerreinen die alleen bij de aanleg stikstof uitstoten. Verder zal de minister pilots ondersteunen (25 miljoen euro) voor zero-emissie mobiele werktuigen die bij onder andere woningbouw ingezet kunnen worden.Er zal ook actief met de bouwsector worden opgetrokken om nog eventuele knelpunten weg te nemen.

Naar haalbaar en beter natuurbeheer
Het CDA is een groot pleitbezorger voor het versterken van de natuur en het bevorderen van de biodiversiteit. Niet alleen op het platteland, maar zeker ook in de stad. Niet voor niets heeft het CDA eerder gepleit voor een landelijk actieplan voor meer groen in de stad, waar steeds meer natuur verdwijnt. Juist in de agrarische sector wordt per definitie al gewerkt met de natuur.CDA-Kamerlid Maurits von Martels: “Het is daarom een goede zaak dat samen met boeren wordt ingezet op meer agrarisch natuurbeheer, waarbij deze grond niet wordt aangewezen als Natura-2000 gebied of leidt tot uitbreiding van bestaande Natura-2000 gebieden.”Tegelijkertijd is het CDA kritisch op het ‘keurmerk’ Natura-2000. We moeten onszelf eerlijk afvragen: zijn de doelen die we in het verleden hebben gesteld voor deze gebieden wel realistisch? Herindeling van deze gebieden en het tegengaan van versnippering zou de natuur in ons land juist kunnen versterken. Dat zou ook voor wonen en werken veelal een oplossing kunnen bieden. Daar valt nog een wereld te winnen

.Maurits von Martels: “Het was voor ons een belangrijke voorwaarde dat het kabinet de doorlichting van de Natura-2000 gebieden in gang zou gaan zetten. We zien de uitkomsten hiervan graag spoedig tegemoet en zien volop mogelijkheden om tot een realistisch natuurbeleid te komen. Kortom, de stikstofreductie leidt niet tot uitbreiding van Natura-2000 gebieden. Deze gebieden moeten op zo’n manier worden ingericht, dat je weet dat de doelen haalbaar zijn onder Nederlandse omstandigheden.”In Natura-2000 gebieden is veel bos gekapt dat we nodig hebben om de klimaatverandering te lijf te gaan. Wat het CDA betreft moet dit anders en beter, en zet de minister terecht in op de aanplant van nieuw bos. Tot slot is het belangrijk dat een streefwaarde voor een lagere stikstofneerslag in natuurgebieden niet leidt tot juridische kwetsbaarheid.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.