Zojuist gaf minister van Defensie Ank Bijleveld de jaarlijkse Hannie van Leeuwenlezing van het CDJA. Lees te tekst van haar toespraak hier terug.

Beste CDJA-ers. Dank jullie wel voor de uitnodiging om hier vandaag de Hannie van Leeuwen-lezing te houden. Ik vind het een eer om in haar nagedachtenis vandaag met jullie te spreken. 

Hannie stond ook wel bekend als “straaljager” Hannie. In een artikel van het AD stond hierover het volgende: “ In de jaren zeventig profileerde ze zich als defensiespecialiste, waarbij ze zich een groot voorstander toonde van de F16 als opvolger van de Starfighter. Het was in die tijd dat CPN-leider Marcus Bakker haar spottend ‘Straaljager-Hannie’ noemde, vooral ook vanwege haar doortastende tred.” 

Ik zie deze benaming als geuzennaam. Hannie kende ik als CDA-er pur sang, met het hart op de juiste plaats en een onverschrokkenheid die menig hedendaags politicus zou sieren. In de oorlog was ze koerierster voor Albrecht Hollands Glorie, een militaire spionagegroep. Zij was niet bang om haar mening te geven, waarbij ze er altijd in slaagde haar tegenstander respectvol te blijven behandelen. Voor mij gold en geldt zij als een inspiratiebron als politicus, minister en als dienaar van de publieke zaak. Een citaat: “Je bent op deze wereld om voor anderen wat te betekenen.”

De reden waarom ik haar Geuzennaam heb aangehaald is natuurlijk de reden waarom ik hier vandaag ben. Zij had een hart voor Defensie, zoals ik ook. En hier vandaag te spreken op deze bijzondere dag, 11 september. Een datum die nooit zal worden vergeten. Een datum waarvan de meeste mensen nog weten wat ze aan het doen waren toen het nieuws bekend werd. De dag in 2001 dat het instorten van de Twin Towers een trilling door de hele wereld voortbracht die nog steeds voortduurt. 

Een trilling die laat zien dat vrijheid nooit vanzelfsprekend is en dat je altijd voorbereid moet zijn om je waarden te verdedigen. Een notie die juist dit jaar extra onder de aandacht moet worden gebracht, het jaar waarin we vieren dat we 75 jaar geleden bevrijd zijn.  We zijn anderhalve week begonnen met de herdenking van de Slag om de Schelde, waarbij de opmars is gemaakt voor de verdere bevrijding van Nederland. Een hele generatie heeft het geluk gehad om zonder oorlog op te groeien. Dat is aan de ene kant natuurlijk fantastisch, maar aan de andere kant heeft het ons wel gemakzuchtig gemaakt in de afgelopen tijden. Door opvolgende kabinetten in de afgelopen decennia is bezuinigd op Defensie en hebben we geleefd op vredesdividend. We konden schuilen achter de militaire macht van de Verenigde Staten en och, het zou zo’n vaart niet lopen. 

Maar de vraag waarmee ik geconfronteerd werd toen ik aantrad is of die houding houdbaar is. Ik denk van niet.

We zien allemaal dat de verhoudingen in de wereld aan het veranderen zijn. In de afgelopen jaren heeft Rusland zich de Krim toegeëigend, waren er schermutselingen in Oekraïne, met voor Nederland het neerhalen van de MH17 als absoluut dieptepunt. Zijn spionnen betrapt die de OPCW wilden hacken en heeft Rusland het INF-verdrag opgeblazen. Het risico op een nieuwe wapenwedloop is hierdoor exponentieel vergroot. 

Maar ik spreek helaas niet alleen over Rusland. Omstreeks diezelfde periode werd in Irak en Syrië het Kalifaat uitgeroepen en werden de waardigheid en menselijkheid van hen die in de ogen van IS ongelovigen waren met voeten getreden. Even daarvoor dreigde Mali in handen te vallen van Islamisten. 

Europa kreeg te maken met de grootste migratiestroom in de recente geschiedenis. Ondertussen groeit de macht van China. Ondertussen maken de Caribische delen van het Koninkrijk zich grote zorgen over de situatie in Venezuela. En zeker niet het onbelangrijkste: ondertussen is er in de Verenigde Staten een president die een andere toon aanslaat richting de wereld dan zijn voorgangers deden. 

Los van de geopolitieke ontwikkelingen verandert de aard van de dreiging. Oorlogen worden niet meer gevoerd met massale veldslagen maar krijgen een veel meer hybride karakter. Denk aan aanvallen op vitale infrastructuur, het dreigen met stopzetten van gasleveranties en cyberaanvallen op overheidsinstellingen. En de technologische ontwikkelingen gaan razendsnel. Nu al gebruiken we onbemande vliegtuigen voor verkenningsmissies. In de nabije toekomst zal het ook gaan over artificial intelligence en de vraag waar de betrokkenheid van de militair bij acties ophoudt en het wapen het overneemt. Ook zal het in de nabije toekomst gaan over de militarisering van de ruimte en de Noordpool.

Ik vond toen ik aantrad dat Defensie zijn zelfbewustzijn moest terugvinden. Om die reden ben ik teruggegaan naar het antwoord op de vraag waarvoor Defensie op aard is. In de Staatsregeling voor het Bataafsche Volk uit 1798 staat het als volgt verwoord : “Het oogmerk der maatschappelijke vereeniging is beveiliging van persoon, leven, eer en goederen, en beschaaving van verstand en zeden.” Met andere woorden: Het is de taak van de overheid om het volk beschermen. In de huidige Grondwet is dit uitgangspunt nog steeds actueel. In artikel 97, eerste lid, is hierover het volgende opgenomen: “Ten behoeve van de verdediging en ter bescherming van de belangen van het Koninkrijk, alsmede ten behoeve van de handhaving en de bevordering van de internationale rechtsorde, is er een krijgsmacht.”

De kernvraag die ik mij de afgelopen periode heb gesteld is: kunnen we deze taken nu adequaat en zonder voorbehoud uitvoeren? 

Het antwoord is niet eenduidig: 

-      Ja, er staan duizenden militairen paraat om bijstand te verlenen in Nederland, de explosievenopruimingsdienst rukt per week tientallen keren uit om potentieel gevaarlijke situaties te verhelpen. Er staan continue F-16’s paraat om ons luchtruim te verdedigen. We helpen bij de strijd tegen ondermijning, helpen bij het bestrijden van natuurbranden en verlenen hulp bij dreigende watersnood en orkanen. 

-      Ja, we doen mee aan missies, zoals nu in Afghanistan, Irak en Syrië en we leveren kleine bijdragen aan andere missies. Maar: we kunnen deze missies maar voor een beperkte tijd volhouden en kunnen dit alleen samen met andere landen. Ik heb de missie in Mali om die reden moeten stoppen. 

-      Maar de hamvraag: Is Nederland op dit moment in staat om zichzelf te verdedigen als het er op aan komt: nee.  

Nieuw materieel en voorraden stromen in dankzij de investeringen van dit kabinet. Militairen hebben kortgezegd kogels om mee te schieten, krijgen een nieuwe uitrusting, helikopters worden gemoderniseerd. Fregatten en mijnenjagers worden vervangen. De eerste F-35-vliegtuigen komen dit jaar aan in Nederland. Er zijn besluiten in voorbereiding over vervanging van de onderzeeboten en andere belangrijke wapensystemen. We investeren daarnaast in het personeel. We hebben een nieuwe cao en gaan een moderner personeelsbeleid voeren.  We gaan zo snel als we kunnen, maar het voelt alsof we niet snel genoeg gaan. Het zal even duren voor Defensie is hersteld van de afgelopen periode. 

Natuurlijk staan we niet alleen. Nederland werkt samen met vele landen en in vele verbanden. Iedereen kent natuurlijk de NAVO. Dit jaar vierden we onze 70everjaardag. Daarnaast is ook de EU zich bewust van de veranderde veiligheidssituatie en is de Europese defensiesamenwerking in een hogere versnelling gekomen. Samenwerking in de Europese Unie wordt nu de norm en niet langer de uitzondering. De lidstaten van de Europese Unie geven daar vanaf begin 2018 concrete invulling aan met de eerste 17 projecten. Vanuit het Europees Defensiefonds komt in 2020 13 miljard beschikbaar voor de ontwikkeling van nieuwe technologieën. 

Nederland trekt bijvoorbeeld de kar op het gebied van militaire mobiliteit. Hoe krijg je Amerikaanse tanks en troepen van de haven van Rotterdam het snelst naar Litouwen? Tegen welke hindernissen loop je op? Kunnen spoorbruggen wel een trein met jeeps dragen?  De huidige veiligheidssituatie vereist dat militair materieel en personeel snel door de EU verplaatst moet kunnen worden, bijvoorbeeld als er een dreiging is in de Baltische Staten. Er zijn nu nog te veel obstakels: van de bureaucratische rompslomp tot infrastructuur die niet bestand is tegen zware transporten. Het duurt nu bij sommige grenzen dagen voordat de benodigde vergunningen rond zijn en militaire voertuigen staan letterlijk stil aan de grens. Daar moet dus verandering in komen en dat zijn we nu in kaart aan het brengen. 

Al deze Europese ontwikkelingen staan wat mij betreft in het teken van en ten dienste van de NAVO. De Europese Unie moet geen vervanging voor de NAVO worden. En laat ik duidelijk zijn: Er moet zeker niet gestreefd worden naar een Europese krijgsmacht. Het kabinet en de Kamer zijn en blijven ten alle tijden en  bij uitsluiting bevoegd om Nederlandse mannen en vrouwen uit te zenden. 

Gelet op de veranderde veiligheidssituatie hebben de regeringsleiders en staatshoofden in 2014 in Wales met elkaar vastgesteld dat we meer mensen en middelen nodig hebben voor onze collectieve veiligheid. Hierbij is afgesproken om onze defensie-uitgaven in tien jaar tijd (2014 – 2024) te bewegen naar de NAVO-norm van 2% van ons bruto binnenlands product (bbp). 

Feit is dat we extra investeren in Defensie, maar het zal geen geheim zijn dat Nederland nog bij lange na niet voldoet aan deze 2%. President Trump en zijn ambassadeur in Nederland laten ook geen gelegenheid onbenut om Nederland aan te sporen om het been bij te trekken. En ik begrijp die aansporing. Betrouwbaarheid richting onze bondgenoten is een groot goed, maar dat is voor mij niet het belangrijkste. Voor mij staat voorop dat onze krijgsmacht moet kunnen voldoen aan de grondwettelijke taak die aan de krijgsmacht is gesteld. En dat doen we nu stap voor stap.

Ik spreek hier nadrukkelijk over herstel van de bestaande krijgsmacht. We moeten ons ook op de toekomst van overmorgen voorbereiden en de nieuwe dreigingen die dit met zich mee brengt. Deze toekomst ligt binnen de NAVO. Niet alleen omdat we het niet alleen kunnen maar ook omdat we dezelfde waarden delen. Dit geldt ook zo voor de Europese Unie. Dat houdt in dat wij moeten blijven werken aan de verhoudingen binnen de NAVO en dat wij onze afspraken moeten nakomen. Ook moeten wij ons blijven inzetten om brandhaarden in de wereld te stoppen. Nederland is te klein om zich achter de dijken terug te trekken en te hopen dat de storm zal overwaaien. We kunnen ons land alleen verdedigen als we dat collectief doen, met onze NAVO- en EU-partners. Daarbij zal het nodige gevraagd worden van Nederland, als het gaat om investeringen, maar ook om handjes. We moeten daar onze ogen niet voor sluiten en ons steentje bijdragen. Vrijheid is vanzelfsprekend noch vrijblijvend. Ik ben blij dat ook jullie, politici van de toekomst, dit onderkennen. Ik was ook blij dat ik onlangs dit manifest van de jongerenorganisaties van het CDA, SGP, CU en VVD in ontvangst mocht nemen, waarin expliciet wordt opgeroepen om als Nederland binnen afzienbare tijd de belofte na te komen om 2 procent van het BBP te investeren. Ik nodig het CDJA en de andere organisaties graag uit om dit ook onder de aandacht van de moederpartijen te brengen in aanloop naar de volgende verkiezingen. 

Ik vertel jullie het eerlijke verhaal, maar wel een eerlijk verhaal met toekomstperspectief.  Het is werk in uitvoering. En laat ik dit zeggen. Ik ben enorm trots op de medewerkers van Defensie. Zij verdienen het dat Defensie van de samenleving de erkenning en waardering krijgt die zij verdient. Zoals eerder gezegd: Militairen staan rond de klok paraat voor de veiligheid van ons land. Zij beschermen ons luchtruim, onze grenzen, onze belangrijke gebouwen. Zij beschermen onze vrijheid en helpen mensen over de hele wereld vrijheid te krijgen en te behouden. Zodat we in ook in 2044 100 jaar bevrijding kunnen vieren. In ieder geval jullie, en naar ik hoop ik zelf ook J

Ik dank jullie voor jullie aandacht. 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.