Huurcontracten: vast of tijdelijk?
In de Tweede Kamer vindt een debat plaats over een verbod op tijdelijke huurcontracten voor een woning. Het CDA is voorstander van vaste huurcontracten, maar wil twee uitzonderingen in de wet opnemen.
Waarom zijn vaste huurcontracten beter dan tijdelijke?
Een vast huurcontract geeft meer zekerheid voor de huurder. Je weet waar je aan toe bent en het voorkomt dat je te maken krijgt met een onverwachte huurverhoging als je het huurcontract verlengd moet worden. Bovendien heb je met een vast huurcontract recht op huurbescherming. Als CDA vinden wij het ook belangrijk dat vaste huurcontracten bijdragen aan de samenhang en de leefbaarheid in de wijk. Huurders met een tijdelijk huurcontract hebben minder reden om te investeren in sociale contacten in de wijk. Ze weten namelijk nooit zeker of ze er kunnen blijven wonen.
Waarom is de mogelijkheid van een tijdelijk huurcontract ooit in de wet opgenomen?
VVD-minister Stef Blok heeft in 2016 het tijdelijk huurcontract wettelijk mogelijk gemaakt. Het idee was toen dat huiseigenaren eerder een woning zouden verhuren, als zij wisten dat ze niet voor altijd aan een huurcontract vast zaten. Uit een evaluatie van deze wet blijkt het aanbod aan huurwoningen nauwelijks toegenomen. Wel zijn vooral particuliere huiseigenaren veel meer gebruik gaan maken van het tijdelijke huurcontract, waardoor de onzekerheid voor huurders is vergroot.
Waarom is het CDA dan niet voor een algeheel verbod op tijdelijke huurcontracten?
Het is altijd belangrijk om bij een wet goed te kijken welke mensen benadeeld kunnen worden door een nieuwe maatregel. Daar kun je in een wet rekening mee houden door deze groepen uit te zonderen van een nieuwe regel.
Welke twee uitzonderingen stelt het CDA voor?
Wij willen zorgen dat er voldoende woonruimte beschikbaar blijft voor mensen die tijdelijk ergens anders moeten wonen. Dat kan gaan om mensen die uit de maatschappelijke opvang komen of voor mensen die in het kader van begeleid wonen moeten worden gehuisvest. Maar het kan ook gaan om mensen die vanwege de renovatie van hun eigen huis of flat tijdelijk moeten verhuizen. Deze groepen zijn voor verhuurders minder interessant met als risico dat ze helemaal geen woning meer kunnen vinden.
De tweede uitzondering geldt voor huiseigenaren die niet meer dan één woning verhuren. Voor deze groep moet het mogelijk zijn om een huurcontract te ontbinden als zij de woning zelf nodig hebben of willen gebruiken voor hun eigen kinderen of (schoon)ouders. Als voorwaarde geldt wel dat deze mogelijkheid ook in het vaste contract is opgenomen. Bij misbruik van deze bepaling kan de verhuurder een boete krijgen.
De VVD wil een dergelijke uitzondering ook maken voor mensen met een tweede woning, die nog niet weten wat ze met het huis willen doen. Denk bijvoorbeeld aan mensen die gaan samenwonen, tijdelijk in het buitenland werken of die een huis uit een erfenis hebben gekregen. Voor deze mensen is een vast contract geen optie, waardoor de woning leeg blijft staan.
Gaat het CDA voor het wetsvoorstel voor een verbod op tijdelijk huur stemmen?
Het CDA is voorstander van het vast huurcontract. In het belang van de huurders. Na het meireces praat de Tweede Kamer verder over dit verbod op tijdelijke huur. In de tussentijd zullen wij met de indieners van het wetsvoorstel overleggen over onze voorstellen. Wij vinden de uitzonderingen redelijk én belangrijk. Maar we zijn wel bereid om onze voorstellen aan te passen om misbruik van de uitzonderingen tegen te gaan. Wij willen alleen niet dat eerdergenoemde groepen de dupe worden van het tijdelijk huurverbod.