19 juni 2018

Minister De Jonge: zelfstandig oud worden in een vertrouwde omgeving

Ouderen willen het liefst in hun eigen vertrouwde omgeving zelfstandig oud worden en een fijn en zinvol leven leiden. Om dat beter mogelijk te maken presenteert minister De Jonge (CDA) het programma Langer Thuis. Het Kabinet investeert daar de komende jaren ruim 340 miljoen euro in.

De Jonge: ‘In het programma Langer Thuis zet ik in op het verbeteren van drie belangrijke randvoorwaarden voor een goede kwaliteit van leven voor de groeiende groep thuiswonende ouderen. Het programma volgt drie actielijnen waarbij telkens een integrale, persoonsgerichte aanpak centraal staat.’

Goede ondersteuning en zorg thuis

Om ouderen te helpen langer zelfstandig thuis te wonen is het belangrijk om hun zelfredzaamheid te versterken. Daarom komt er een landelijk netwerk ‘Vitaler ouder worden’ en worden er afspraken gemaakt met zorgverzekeraars en gemeenten over lokale en regionale samenwerking zodat professionals in de wijk als een team samen kunnen werken rond kwetsbare ouderen, op basis van een persoonlijk ondersteunings- en zorgplan.

Mantelzorgers en vrijwilligers

Mantelzorgers en vrijwilligers zijn onmisbaar om ouderen in de eigen omgeving te kunnen laten blijven wonen. Maar de zorg vraagt doorgaans veel van hen, en een groot deel van hen ervaart overbelasting. 
De Jonge: ‘ juist ook mantelzorgers en vrijwilligers moeten weten dat ze er niet alleen voor staan en dat er ook voor hen ondersteuning is. Daarom komen er verschillende bewustwordingscampagnes om hen bewust te maken van ondersteuningsmogelijkheden zoals respijtzorg. Om het aanbod van ondersteuning en respijtzorg te verbeteren komt er een landelijke adviseur respijtzorg, en wordt het aanvragen van ondersteuning voor mantelzorgers eenvoudiger.’ 

Wonen 

Ouderen die zorg of ondersteuning nodig hebben, kunnen in veel gevallen prima zelfstandig blijven wonen. Maar dan moet de woonruimte en omgeving dit wel toelaten. Aanpassingen of verhuizing zijn soms noodzakelijk, bijvoorbeeld omdat er te weinig winkels in de buurt zijn, of omdat de woning simpelweg niet goed begaanbaar is voor een rollator. Dat vraagt om voldoende aanbod van geschikte woningen, aanpasbaarheid en of nieuwe woonvormen. Gemeenten gaan in kaart brengen hoe vraag en aanbod lokaal op elkaar aansluiten en wat de lokale woonopgave is, een ondersteuningsteam helpt hen daarbij. Er komt een ‘community of practice’ en een kennisprogramma om de totstandkoming van meer nieuwe (geclusterde) woonzorgvormen te stimuleren, en er komt een innovatieregeling gericht op nieuwe woonzorgvormen.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.