Raymond Knops over zijn ministerschap en over de crisis: “We kunnen hiervan leren.”
Tot deze week vervulde Raymond Knops eigenlijk een dubbelfunctie. Als staatssecretaris van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties nam hij begin november 2019 het ministerschap over van Kajsa Ollongren, die vanwege ziekte rust moest nemen. De Limburgse oud-militair kijkt er positief op terug.
Alle hens aan dek
Officieel werd hij op 1 november benoemd, maar eigenlijk moest hij direct na Prinsjesdag al aan de bak om de begroting voor Binnenlandse Zaken 2020 te verdedigen. Die loodste hij uiteindelijk soepel door de Kamer. Knops: ‘Dan is het gewoon alle hens aan dek. Je gooit je agenda helemaal om. Er waren weken bij dat ik de helft van de tijd in de Kamer zat. De Caribische eilanden vragen ook aandacht, dus het was echt in de hoogste versnelling omschakelen. De bekende ‘loodgieterstas’ met dossiers wordt opeens twee keer zo zwaar. Dan is het alle ballen tegelijk in de lucht houden, maar ik houd daar wel van.’
‘Het grappige is, dat merk ik nu, dat wanneer je eenmaal in dat ritme zit, je gewoon echt weer even moet afkicken. Het mooie aan het ministerschap was dat je echt de lijnen kunt uitzetten en nog meer de verbindingen kunt leggen tussen dossiers. Ik werd ook direct geconfronteerd met twee crises, stikstof en corona, die zorgen voor een compleet andere manier van denken. Dan maak je hele lange dagen en spreek je met talloze organisaties en instanties. Maar als je fysiek fit bent, dan kun je heel veel aan.’
Dan is het alle ballen tegelijk in de lucht houden, maar ik houd daar wel van.
Spoedwetten
Knops hield zich de afgelopen jaren onder meer bezig met de informatiesamenleving (ICT). Toen de coronacrisis uitbrak kwam het kabinet heel snel met een spoedwet die het mogelijk maakt dat gemeenteraden en provinciale besturen digitaal mogen vergaderen en stemmen en niet meer verplicht zijn om fysiek bijeen te komen. Knops: ‘We hebben direct tegen elkaar gezegd: we gaan van deze dreiging een kans maken. Het laatste wat je wilt in een tijd van crisis, is dat de overheid stil komt te liggen. Ik vond het de afgelopen weken ontzettend gaaf om te zien hoe er méteen werd samengewerkt. Tussen gemeenten, provincies, de vereniging van griffiers, de Vereniging van Nederlandse Gemeenten en ambtenaren… Binnen de kortste keren lagen er al wetteksten en verzoeken om ze met spoed te behandelen. Normaal trek je daar minimaal een half jaar voor uit. Nu lukte het binnen twee weken. Ik vind het zo mooi dat mensen juist in deze tijd over hun schaduw heen kunnen stappen en zeggen ‘dit moet’. Als je dan ziet dat iedereen, op zijn niveau, de goede dingen doet… Ja, daar krijg ik energie van.’
Een nieuw soort solidariteit
Aan de ene kant is er de dreiging van de coronacrisis, aan de andere kant ontstaan er ook ontzettend veel mooie maatschappelijke initiatieven, merkt hij. ‘Bij mij in het dorp is nu een initiatief ontstaan waarbij de schooljeugd wordt gevraagd tekeningen te maken die worden uitgedeeld. Er wordt een hulpdienst voor ouderen opgezet die zelf geen boodschappen kunnen doen. Er ontstaat een nieuw soort solidariteit. Dat sluit natuurlijk perfect aan op het CDA-gedachtegoed. Waar we kunnen moeten we dat als overheden stimuleren, maar vooral faciliteren. Laat dingen gebeuren, want mensen kunnen het vaak veel beter zelf.’ Enthousiast: ‘Dat vind ik mooi: dat je in een totaal omdenken zit, maar wel passend bij ons gedachtegoed. Bijna een soort sociaal reveille.’
Het laatste wat je wilt in een tijd van crisis, is dat de overheid stil komt te liggen.
'Ik heb ook echt grote bewondering voor al die zorghulpverleners die onder moeilijke omstandigheden hun werk moeten doen, maar bijvoorbeeld ook voor de bestuurders in de veiligheidsregio’s, die adequaat reageren en maatregelen nemen. Ik spreek vanuit mijn functie veel met burgemeesters en die vertellen dat de criminaliteitscijfers nog nooit zo laag geweest zijn. Los van die paar jongeren die het verstieren houden heel veel mensen zich aan de richtlijnen. Dat vind ik eigenlijk wel heel bijzonder. Wie had dat een paar jaar geleden kunnen bedenken?'
De Caribische eilanden
Als staatssecretaris en tot voor kort minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties komt hij vaak op de Caribische eilanden. Hoe staat het er daar voor met de crisis? ‘Ik ben een Limburger, dus ik weet: hoe zuidelijker je komt, ook in Europa, hoe fysieker de mensen zijn. Dat heb je op de Caribische eilanden ook. Zij zijn echt van het knuffelen en dat staat natuurlijk op gespannen voet met social distancing. In combinatie met het klimaat waarin mensen veel buiten en samen leven is dat extra ingewikkeld. De gezondheidssystemen zijn door de beperkte schaalgrootte kwetsbaar als er een uitbraak komt. Dat is totaal anders geregeld dan bijvoorbeeld in Nederland. Mocht dat gebeuren dan zijn we voorbereid.’
Knops eindigt graag op een positieve noot: ‘We worden nu gedwongen om op een andere manier te gaan denken over wat je wél kunt doen. En er is heel veel te doen. Deze tijd leent zich uitstekend voor snel schakelen en dingen doen die je anders niet voor mogelijk had gehouden. Dat is een voordeel. En als het echt goed is kun je dat blijven doen. We kunnen hiervan leren.’