Wopke Hoekstra: Je moet meer doen dan de planten van de buurvrouw water geven
De onderstaande column van Wopke Hoekstra verscheen afgelopen weekend in het ND.
Column Nederlands Dagblad
In een bomvolle kerk in Bussum stond ik onlangs achter de kansel om de Koningspreek te geven. Een bijzondere ervaring en heel wat anders dan een debat met de Tweede Kamer, zoals deze week tijdens de Algemene Financiële Beschouwingen.
De voorbereiding op de preek was voor mij een moment van reflectie. Het dwingt je om in een druk leven een pas op de plaats te maken en jezelf een aantal vragen te stellen. Wat is belangrijk in het leven? Leef ik mijn leven op een zinvolle manier?
Voor mij is een leidraad in het leven die van de dubbele verantwoordelijkheid. De eerste vraag die we allemaal te beantwoorden hebben, is die van persoonlijke verantwoordelijkheid. In het leven komteerst de zorg voor jezelf, je familie en geliefden.
Maar als dat nou lukt, wat kun je dan nog meer? Hoe richt je je leven zo in dat je bijdraagt aan onze samenleving, op een manier die verder gaat dan de planten van de buurvrouw water geven? Ik vind dat we van elkaar mogen verlangen om meer te doen in de buurt, voor een goed doel of in de kerk.
En natuurlijk kun je het als bestuurder niet laten bij een oproep aan de samenleving. Dan volgt terecht de vraag: wat draagt de politiek bij aan het land van morgen? Wat mij betreft nemen politici hunverantwoordelijkheid door zich te richten op de lange termijn. Zodat de verworvenheden die wij vandaag zo gewoon vinden, ook binnen handbereik blijven voor volgende generaties.
Dat is niet altijd makkelijk. Politici hebben de neiging zich te richten op de korte termijn, en dat is ook begrijpelijk. Ik moet eerlijk bekennen dat ik mijzelf er ook schuldig aan maak. ‘Een week is een lange tijd in de politiek’, zei de in de vorige eeuw overleden Britse premier Harold Wilson eens. In zijn eigen land is die uitspraak momenteel meer waarheid dan ooit.
Natuurlijk zijn er belangrijke kwesties op de korte termijn die terecht onze aandacht opeisen. In de nieuwste plannen van het kabinet hebben we geprobeerd de korte én de lange termijn voor ogen te houden. We willen dat huishoudens beter merken dat het goed gaat met de economie,daarom verlagen we de lasten. Ook investeren we in de samenleving: in woningen, defensie en jeugdzorg. Belangrijke zaken voor het Nederland van vandaag.
Maar we hebben ook uitdrukkelijk gekeken naar de toekomst. Naar het Nederland dat relevant is voor de volgende generaties. Bijvoorbeeld met het Klimaatakkoord, dat hard nodig is om te zorgen dat we ook de komende decennia droge voeten houden. Of met het Pensioenakkoord, waarmee een goed pensioen niet alleen voor onszelf, maar ook voor de generaties na ons beschikbaar is.
De keuze voor de lange termijn, is ook de keuze voor een investeringsfonds. Niemand van ons weet hoe de wereld er morgen uitziet. Maar we weten wel dat de manier waarop we ons geld verdienen zal veranderen. Nu al krijgen we te maken met nieuwe technologieën als kunstmatige intelligentie, algoritmes en biotechnologie, die onze manier van werken en leven steeds ingrijpender bepalen. Tel daarbij op eenvergrijzende bevolking, hoge collectieve lasten en een relatief laag groeipercentage en je weet dat je een probleem hebt, als je alles bij het oude laat.
Om die dubbele verantwoordelijkheid de komende decennia het hoofd te kunnen bieden, denk ik dat investeringen in R&D, kennisontwikkeling en infrastructuur van groot belang zijn. De huidige lage rentestand biedt daar kansen voor. De komende periode gaan we onderzoeken hoe zo’n investeringsfonds eruit moet komen te zien. Daarbij is het belangrijk dat we zeker weten dat de investeringen ook daadwerkelijk bijdragen aan het
Nederland van morgen. Daar zullen we afspraken over maken. Zo bouwen we verder aan een mooi land, nu en in de toekomst. En dat doen we niet alleen in de politiek, maar ook in de sportkantine, op het schoolplein en in de kerkbanken.