Andere systematiek Watersysteemheffing voor landbouwgrond bepleit
Op de ledenvergadering van het CDA Noord-Holland hebben de fracties van de Noord-Hollandse waterschappen, tezamen met de gemeentelijke afdeling Alkmaar, een amendement ingediend, een aanvulling op het concept-CDA-verkiezingsprogramma. De tekst van dit amendement luidt:
“Steeds meer agrarische percelen worden gekwalificeerd als ‘natuurterrein’ in de zin van de Waterschapswet. Omdat de watersysteemheffing voor deze natuurterreinen aanzienlijk lager is dan die voor gewone landbouwgrond, terwijl de totale belastingopbrengst uit natuurterreinen en landbouwgronden gelijk moeten blijven, dreigt voor de landbouwgronden het tarief van de watersysteemheffing steeds verder toe te nemen. Het CDA pleit voor een nieuwe systematiek voor de watersysteemheffing om dit te voorkomen”.
In de toelichting stellen de waterschapsfracties dat de sector landbouw, in het waterschapsjargon de sector ‘Ongebouwd’, bij de huidige systematiek voor het vaststellen van de waterschapsbelastingen steeds meer in problemen komt. Sinds het arrest van de Hoge Raad van 7 november 2014 worden steeds meer agrarische percelen voor de watersysteemheffing van een waterschap gekwalificeerd als ‘natuurterrein’. De watersysteemheffing wordt verdeeld over diverse categorieën, binnen het zogenaamde gedeelte ‘ongebouwd’. De watersysteemheffing voor de categorie eigenaren van landbouwgrond (ongebouwd) ligt in de meeste waterschappen rond de 100 euro per hectare. De watersysteemheffing voor eigenaren van natuurterreinen (ongebouwd) bedraagt daarentegen in veel waterschappen minder dan 5 euro per hectare.
Bij een waterschap dient voor het gedeelte ‘ongebouwd’, de totale belastingopbrengst (relatief) gelijk te blijven. De waterschappen worden in hun autonomie, de mogelijkheden om de kaders voor de heffing van de waterschapsbelastingen vast te stellen, beperkt door de landelijke wetgeving. Door afname van het areaal landbouwgrond, door het omzetten naar ‘natuur’, de bovengenoemde kwalificatie als natuurterrein vanwege het arrest, moet per ha landbouwgrond een steeds hoger bedrag door de resterende agrariërs (‘categorie Ongebouwd’ in het waterschapsjargon) betaald worden. Daar komt ook nog bij dat het areaal landbouwgrond verminderd door woningbouw, aanleg van bedrijfsterreinen en van infrastructuur. Dit leidt tot extra hoge heffing voor de categorie landbouwgrond, onafhankelijk van de eventuele reguliere belastingverhoging.
De CDA-fracties in de waterschappen Hollands Noorderkwartier, Rijnland en Amstel, Gooi en Vecht hebben, daarbij ondersteund door de gemeentelijke afdeling Alkmaar, een amendement ingediend op het conceptverkiezingsprogramma van het CDA: “Wij zijn van mening dat dit een ongewenst effect is van de methode van belastingheffing bij de waterschappen. Er moet daarom een nieuwe systematiek voor de waterschapheffing ‘watersysteemheffing’ worden ontwikkeld om deze op een andere wijze te kunnen toedelen, zodat de categorie landbouwgrond niet bovenmatig wordt belast”.
De ledenvergadering van het CDA Noord-Holland besloot op zaterdag 24 november 2016 om dit amendement voor te leggen aan het CDA Partijcongres van 14 januari 2017, waarin het verkiezingsprogramma van het CDA definitief wordt vastgesteld.
De watersysteemheffing is ook een onderwerp dat op de agenda staat bij de Commissie van Aanpassing Belastingstelsel van de Unie van Waterschappen. Bij de algemene beschouwingen in het waterschap Amstel, Gooi en Vecht n.a.v. de Begroting 2017 pleitte fractievoorzitter Wim Zwanenburg (nogmaals) voor een afzonderlijke ‘Veiligheidsheffing’, naast de Watersysteemheffing: “Niet zo zeer om het waterbewustzijn van onze burgers te verhogen, als wel om te werken aan versterking van het draagvlak en te werken aan ontlasting van de agrarische doelgroep. In het rapport van de CAB van de Unie lezen we dat de waterschappen zouden opzien tegen nieuwe administratieve lasten van een afzonderlijke heffing, maar dat vinden wij in een tijd van IT-systemen en -oplossingen geen sterk argument”.