Kwijtschelding waterschap belastingen verruimd naar ZZP-ers en kleine ondernemers
Ook kosten kinderopvang meegenomen, minima ontzien.
Het kwijtscheldingsbeleid voor de waterschap belastingen (watersysteemheffing en de zuiveringsheffing) wordt bepaald door het Algemeen Bestuur van het waterschap. Kwijtschelding is een belangrijk onderwerp in het Bestuursakkoord, het akkoord van de coalitie, het dagelijks bestuur van het waterschap waaraan ook het CDA deelneemt. In het Bestuursakkoord is afgesproken dat er een nader onderzoek zou komen naar kwijtschelding en naar het maken van een efficiëntieslag in kwijtschelding in samenwerking met gemeenten en dat de minima daarbij worden ontzien.
Het Dagelijks Bestuur stelde nu voor om het bestaande kwijtscheldingsbeleid aan te passen door ook kwijtschelding voor kleine ondernemers (inclusief de ZZP-ers) mogelijk te maken voor privé-schulden (dus niet zakelijk). Het Algemeen Bestuur stemde in met de voorgestelde uitbreiding van het kwijtscheldingsbeleid voor kleine ondernemers.
Het besluit om wel of niet kwijtschelding te verlenen wordt gebaseerd op de betalingscapaciteit. Het AB heeft nu bepaald, o.b.v. een amendement van de PvdA-fractie dat daarbij rekening moet worden gehouden met de netto kosten van kinderopvang, dus na aftrek van de kinderopvangtoeslag en eventueel ontvangen tegemoetkomingen in de kinderopvang.
Dit besluit treedt in werking per 1 januari 2019.
Wim Zwanenburg: “De CDA-fractie heeft ingestemd met deze verruiming van het kwijtscheldingsbeleid. We beseffen wel dat het kwijt te schelden bedrag moet worden opgebracht door alle andere betalers van de waterschap belastingen in ons waterschap; die krijgen daarmee een hoger tarief. In ons waterschap gaat het om aanzienlijke bedragen. De door de belastingopbrengsten te dekken kosten (inclusief kwijtschelding en oninbaar) bedragen bij waterschap AGV in 2018 ruim € 196 miljoen. Volgens de Begroting van AGV gaat het in 2018 om € 14,2 miljoen aan kwijt te schelden belastingen. Daar komt dan ook nog € 1,9 miljoen oninbaar bij.
Wij vinden niet dat het waterschap aan inkomenspolitiek moet doen, maar wij vinden wel dat de minima moeten worden ontzien, dat is een kwestie van solidariteit, en helaas zijn er veel ondernemers en ZZP-ers die ook nog maar weinig inkomsten hebben. Wat het complex maakt is het vaststellen van het inkomen en het vermogen van ondernemers. Soms kunnen het inkomen en het vermogen van een ondernemer pas na enkele jaren worden vastgesteld. Dit gebeurt door de Belastingdienst. Er zijn verschillende methodes om hiermee om te gaan. Het geven van uitstel van betaling totdat het inkomen is vastgesteld is daar één van.
Het komt er daarom op neer dat de expertise die nodig is om de kwijtscheldingsverzoeken van kleine ondernemers te beoordelen zal moeten worden ingehuurd, behalve bij de gemeenten waarmee op het gebied van kwijtschelding wordt samengewerkt én die deze vorm van kwijtschelding ook kennen. Echter: bij deze gemeenten zal het bedrag dat voor het behandelen van een kwijtscheldingsverzoek moet worden betaald voor een ondernemer fors hoger liggen dan dat voor een “gewoon” verzoek. De complexiteit leidt dus tot hogere perceptiekosten (de kosten van inning van belastingen). Wij hebben als CDA-fractie geworsteld met deze kostenfactor en de complexe uitvoering, maar uiteindelijk hebben bij toch besloten in te stemmen met het voorstel voor kwijtschelding voor kleine ondernemers. Wij besloten het aspect van de solidariteit met de minima het zwaarste te laten wegen”.
Zie hier de Notitie vaststelling kwijtscheldingsbeleid en de aanvullende informatie n.a.v. vragen in de Commissievergadering van waterschap AGV