24 december 2021

Nieuwe Boezemplan AGV 2.0

In 2022 zal door het bestuur van waterschap Amstel, Gooi en Vecht een nieuw Boezemplan AGV 2.0 vastgesteld worden voor het toekomstbestendig maken van het boezemsysteem in het beheergebied van het waterschap. 

De polders, het boezemsysteem en het hoofdwatersysteem
Het boezemsysteem van waterschap AGV is een aan- en afvoersysteem van water, vanuit en naar de polders. Het boezemsysteem staat in open verbinding met het hoofdwatersysteem van het Amsterdam-Rijnkanaal (ARK), het IJ en het Amsterdam-Noordzeekanaal (ANZK). De boezemwateren zijn belangrijk voor de ecologie en biodiversiteit. Het gaat in het Boezemplan dus zowel om de kwantiteit als de kwaliteit van het boezemsysteem. Het gaat bij het AGV-boezemsysteem om verschillende boezems: de Amstellandboezem, de Stadsboezem Amsterdam, de Vecht en de ’s Gravelandsevaartboezem. Het hoofdwatersysteem voert het wateroverschot af via het ANZK naar de zee, via het sluizen- en gemalencomplex bij IJmuiden, waarbij het Markermeer via de bemaling door gemaal Zeeburg als reservecapaciteit geldt voor de waterafvoer als wateroverlast moet worden voorkomen.

Nieuw Boezemplan
Het goed functioneren van zowel het hoofdwatersysteem als het boezemsysteem van AGV is voor nu en de toekomst van cruciaal belang voor het waterbeheer van AGV en voor de hele regio. Ruimtelijke ontwikkelingen en klimaatverandering zetten de waterkwaliteit en water-aan- en –afvoer van de boezem onder druk. De afgelopen jaren heeft AGV al veel maatregelen genomen om het boezemsysteem te verbeteren. Na een Startnotitie uit 2016 was het Boezemplan 1.0 uit 2019 het eerste integrale plan over het boezemsysteem, waarin alles in samenhang werd gepresenteerd. Het doel van het Boezemplan is om het boezemsysteem robuust en toekomstbestendig te maken. Dit is noodzakelijk door de toenemende druk op het watersysteem vanuit de klimaatveranderingen, de druk op de ruimte (bijv. bouw van woningen, bedrijfsruimten, infrastructuur) en vanwege de verzilting. Uiteindelijk gaat het daarbij o.a. ook over het peilbeheer en om wateroverlast en watertekorten te voorkomen. 

Om een goed plan te maken, is veel informatie nodig. Informatie over het eigen AGV-beheergebied en informatie die een rol speelt in de samenwerking met de regio’s om het beheergebied van het waterschap heen.

Waterverdeling
Tijdens een beeldvormende, informatieve bijeenkomst op 29 september 2021 werd een eerste presentatie van het nieuwe Boezemplan AGV 2.0 gegeven aan bestuurs- en commissieleden van het waterschap, gevolgd door een eerste discussiebijeenkomst om door te praten over de ontwikkelingen van de eerstkomende 5 jaar. Op 16 december besloot het Algemeen Bestuur van waterschap AGV tot het ondertekenen van een Bestuursovereenkomst waterverdeling regio IJsselmeergebied. In het gebied van waterschap AGV zijn er (naast neerslag en kwel) twee belangrijke bronnen van zoet water: het Amsterdam-Rijnkanaal (ARK; dat water aanvoert uit de Lek) en het Markermeer (IJsselmeergebied). Voor beide aanvoerroutes, de Lek en het Markermeer, is de wateraanvoer in Nederland, via de Rijn, van groot belang.

Eind december 2021 kregen de bestuursleden en commissieleden nog twee documenten met feitelijke informatie die als basis dient voor het Boezemplan AGV 2.0 toegezonden: een achtergrondrapport en een bijlagenrapport. Het achtergrondrapport is nog een voorlopige (80%)-versie, waarvoor bestuurs- en commissieleden van AGV en anderen zijn uitgenodigd om mee te denken over de definitieve versie. Met die informatie zal in 2022 voor richtingen worden gekozen in het nieuwe Boezemplan AGV 2.0, die het algemeen bestuur wil meegeven aan de programma’s en plannen in het eigen beheergebied en aan de inbreng bij plannen en gesprekken die regio-overstijgend zijn, met de andere waterschappen en met Rijkswaterstaat.

Klimaatverandering en Slim Watermanagement
Het klimaat verandert. Landelijke en wereldwijde studies (waaronder van het KNMI en het Intergovernmental Panel on Climate Change) laten zien dat het tempo van klimaatverandering komende decennia mogelijk hoger ligt dan waar we tot nu toe rekening mee hielden. Dit heeft grote gevolgen voor het watersysteem en waterbeheer. Langdurig droge perioden komen vaker voor en neerslag wordt heviger. Daarnaast stijgt de zeespiegel en daalt de bodem. Als gevolg hiervan dringt meer zout water vanaf zee en via kwel het land binnen, waardoor de waterkwaliteit verslechtert. De afvoer van de rivieren verandert ook, met in de winter meer en in de zomer minder afvoer. De beschikbaarheid van zoet water in de zomer neemt daarmee verder af. Met een hogere zeespiegel is afvoer van water onder vrij verval in de toekomst steeds minder mogelijk. Hierdoor zijn we in toenemende mate afhankelijk van gemalen om water af te kunnen voeren. Ook neemt het gebruik van zowel de boezem als het land eromheen toe. Dit zet het boezemsysteem van AGV en het hoofdwatersysteem verder onder druk. Met zogeheten Slim Watermanagement wordt gewerkt aan verbeteringen in de informatievoorziening over de doorstroming in de boezem en het peilbeheer, in samenwerking met andere waterschappen en Rijkswaterstaat en worden er handelingsopties ontwikkeld voor de besluitvorming bij calamiteiten, bij wateroverlast en bij droogte. 

Klimaatverandering en scenarioanalyses
Vanwege de klimaatverandering moet met verschillende scenario’s van zeespiegelstijging rekening gehouden worden. Uit onderzoek in het kader van Toekomstbestendig Watersysteem ARK-NZK-gebied gebleken dat een zeespiegelstijging van slechts 40 cm leidt tot de noodzaak om het hoofdwatersysteem ARK-NZK volledig te bemalen. Met een stijging van 40 cm vervalt de mogelijkheid om bij IJmuiden water onder vrij verval naar de Noordzee te spuien. Waar spuien niet langer mogelijk is, moeten gemalen worden ingezet en moet de maalcapaciteit voldoende zijn. Wat doen we als een of meerdere pompen van de gemalen bij IJmuiden uitvallen?

Faalkansenanalyse en stoppen met de inzet van gemalen als voorbeeld.
In het kader van Slim Watermanagement is voor de regio ARK-NZK een faalkansanalyse hoog water uitgevoerd. Hieruit blijkt dat de frequentie van het bereiken van het maatgevend boezempeil (0,00 m NAP) voor het huidig klimaat ongeveer eens per 100 jaar bedraagt met inzet van Slim Watermanagement (dit zou eens per 72 jaar zijn als er geen Slim Watermanagement zou worden ingezet). Bij het bereiken van het maatgevend boezempeil, moet alles in het werk gesteld worden om het peil niet nog verder te laten stijgen. Dat betekent dat er een maalstop komt en alle gemalen die afwateren naar dit systeem uit moeten. Hierdoor zal de wateroverlast in polders toenemen, zij kunnen hun water immers niet meer kwijt. De Amstellandboezem kan worden afgesloten en apart bemalen worden met gemaal Zeeburg, waardoor een maalstop mogelijk langer kan worden uitgesteld.

Ruimtelijke ontwikkelingen, ruimte voor water en de vraag naar zoet water
Ruimtelijke ontwikkelingen zijn in het beheergebied van AGV een belangrijke factor om rekening mee te houden. Komende jaren moeten er veel nieuwe woningen worden bijgebouwd (240.000 woningen in de Metropool Amsterdam-regio, MRA) en ook de energietransitie legt beslag op beschikbare (openbare) ruimte. Daarnaast vragen diverse functies in de toekomst meer zoet water. Het tegengaan van bodemdaling leidt naar verwachting tot een grotere watervraag. Maar bijvoorbeeld ook de bouw van datacentra. Wateropgaven moeten (mede) sturend zijn bij beslissingen over het ruimtegebruik en ruimtelijke inrichting. Keuzes in relatie tot bijvoorbeeld ruimtelijke inrichting (o.a. woningbouwlocaties), landbouwtransitie, energietransitie en scheepvaart moeten het watersysteem en het gebied juist gaan versterken. En gevolgbeperkingen van mogelijke wateroverlast, overstromingen, droogte en hitte zoveel mogelijk te beperken en integraal mee te nemen. Hierbij moeten vitale en kwetsbare functies en infrastructuur ook integraal worden meegenomen. Daarom is het belangrijk om vroegtijdig aan tafel te zitten, samen te ontwerpen en nu al ruimtereserveringen aan te geven voor maatregelen die nodig zijn voor het goed laten functioneren van het watersysteem.

Zie ook een artikel over het verslag van een werkbezoek van AGV-bestuurs- en commissieleden aan het sluizen- en gemalencomplex bij IJmuiden.
 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.