De anti-vaccinatie verhalen die de ronde doen zijn misleidend en niet gestoeld op feiten. Het CDA wil dat de staatssecretaris met behulp van moderne communicatiemiddelen zoals social media en internet ouders helpt om de belangrijkste feiten rond vaccinatie op een rijtje te zetten. CDA-woordvoerder Anne Kuik: “De anti-vaccinatiepropaganda draait op volle toeren, er is fake news te over. De twijfel van veel mensen is vaak niet gebaseerd op gegronde kennis, mensen gaan googelen en komen dan van alles tegen. De overheid moet duidelijk maken dat een prik niet leidt tot autisme, maar dat een kind wel degelijk even ziek kan worden. Maar maak vooral duidelijk hoe buitenproportioneel die anti-vaccinatie verhalen zijn."
Niet verplichten
Het CDA vindt het te ver gaan om ouders te verplichten hun kinderen in te enten. Kuik: “Ouders zijn eerstverantwoordelijk voor de gezondheid van hun kinderen. Grondrechten, zoals het recht op lichamelijke integriteit en de onaantastbaarheid van het lichaam, schuif je niet zomaar opzij. Daarnaast is het CDA onvoldoende overtuigd van de effectiviteit van een wettelijke verplichting. Ook het RIVM geeft aan dat controle en handhaving haast onmogelijk zijn en dat een verplichting contra-productief kan werken omdat het alleen maar meer weerstand op zou roepen.
Ervaringsdeskundigen
De regering heeft al een plan gelanceerd om de vaccinatiebereidheid te vergroten. In een motie samen met de SP riep Kuik de regering op om hierbij ervaringsdeskundigen een belangrijke rol te laten spelen. Zij kunnen namelijk een indringend beeld schetsen over de gevolgen van het niet vaccineren en daarmee het belang van vaccineren overtuigend aantonen.
Meningokokken B
Kuik wilde ook graag van staatssecretaris Blokhuis weten waarom Nederlandse kinderen voor het type Meningokokken B niet worden gevaccineerd terwijl dat bijvoorbeeld in Engeland wel al sinds 2015 gebeurt. De staatssecretaris gaf aan dat er een advies ligt van de Gezondheidsraad, waarin staat dat er een stabiel aantal gevallen is van meningokokken B. Er is geen sprake van een toename, zoals bij type W. En het gaat om een hele kleine groep. Belangrijk is verder dat er nog onvoldoende bekend is over de werkzaamheid van het vaccin. In een aantal gevallen kan het vooral bij jonge kinderen leiden tot hele hoge koorts, en aanleiding zijn tot ziekenhuisopname. En als laatste, dit weegt altijd mee bij vaccins, is de kosteneffectiviteit zeer ongunstig, aldus de Gezondheidsraad. Volgende maand zal Blokhuis een reactie op dit advies van de Gezondheidsraad naar de Kamer sturen.
Verkorten invoeringstraject
Voordat een vaccin kan worden ingezet moet het een lang traject doorlopen. Sommige vaccins komen hierdoor soms onnodig met jarenlange vertraging bij de burger terecht. Bij een uitbraak die tot een landelijke dreiging of crisis kan leiden blijkt het wel mogelijk om een versneld traject uit te voeren, waardoor een vaccin snel beschikbaar komt. Samen met D66 vroeg Kuik daarom via een tweede motie aan de regering om te onderzoeken of dit versnelde traject niet ook kan worden toegepast op het reguliere traject, zodat het invoeringstraject wordt verkort.
Apothekers betrekken
In haar derde motie, ook samen met D66, vroeg Kuik de regering om in kaart te brengen hoe apothekers meer betrokken kunnen worden in het vaccinatieproces, bijvoorbeeld door het geven van voorlichting of zelfs het toedienen van vaccinaties. Dat gebeurt al in meerdere Europese landen. Apothekers horen namelijk bij de groep van meest laagdrempelige zorgverleners en zouden die rol prima op zich kunnen nemen.