31 maart 2016

Omgevingswet: megawet in wording

Op 15 maart 2016 werd de Omgevingswet behandeld in de Eerste Kamer. Hieronder vindt u een samenvatting van de inbreng van het CDA, uitgesproken door Anne Flierman. De volledige inbreng kunt u hier downloaden.

Samenvatting inbreng CDA Eerste Kamerfractie

De rol van de overheid op het gebied van de fysieke omgeving is eeuwenoud. Het proces van vormgeving en regulering van deze fysieke omgeving is sinds de 19e eeuw aanzienlijk gecompliceerder geworden; het is uitgegroeid tot een niet meer te ontwarren kluwen van belangen, procedures en regels. De voorliggende Omgevingswet is de vertaling van de gerechtvaardigde ambitie van de regering om orde in die chaos te scheppen en zaken transparanter te maken. 'Eenvoudig en beter' is niet voor niets de werktitel van het invoeringstraject.

Globalisering, duurzaamheidsopgaven en krimp dwingen ons om ontwikkelingen op een verantwoorde, duurzame, maar ook slagvaardige manier in de al gevulde fysieke ruimte een plek te geven. Het land mag dan wel 'af' zijn, dat betekent niet dat je achterover kunt leunen. We moeten dit land ook voor onze kinderen en kleinkinderen leefbaar houden.

Omgevingswet
De Omgevingswet kent twee hoofddoelstellingen:

Een veilige, gezonde, fysieke leefomgeving en een goede omgevingskwaliteit;Het doelmatig beheren, gebruiken en ontwikkelen van de fysieke ruimte

Omdat de huidige wetgeving niet meer voldoet, formuleert de regering ook vier verbeterdoelen:

Meer inzichtelijkheid, voorspelbaarheid en gebruiksgemak van het omgevingsrecht;Een samenhangende benadering in beleid, besluitvorming en regelgeving;Meer bestuurlijke afwegingsruimte;Het versnellen en verbeteren van de besluitvorming over projecten

De CDA fractie onderschrijft de doelen die met deze wet worden beoogd; doelen, die aansluiten bij voor ons belangrijke begrippen als rentmeesterschap en gespreide verantwoordelijkheid. De vraag is of die doelen met deze wet gerealiseerd kunnen worden.

Eén allesomvattend omgevingsplan
Voor elke gemeente komt er één allesomvattend omgevingsplan. Dat moet voor de gebruikers en ook de overheid zelf meer duidelijkheid en transparantie opleveren dan de huidige veelheid aan regels en plannen. In een gemeente van enige omvang zal het omgevingsplan voortdurend aan herziening onderhevig zijn, met wijzigingsvoorstellen in alle denkbare stadia, die steeds delen van de gemeente of facetten omvatten. We moeten maar afwachten hoe transparant dat is.

Veel gemeenten kennen een grote diversiteit in hun fysieke structuur: ze hebben één of meer woongebieden, natuurgebieden, buitengebied en industriegebied. Is het dan niet beter om per gemeente met een beperkt aantal plannen voor grotere, min of meer gelijksoortige gebieden te werken? Het omgevingsplan is toch bij uitstek gebiedsgericht, en dat betekent volgens de CDA-fractie dat we niet tot elke prijs aan één plan per gemeente moeten vast houden, maar ruimte moeten bieden om grote specifieke delen van een gemeente, zoals een haven- of industriegebied, met een afzonderlijk omgevingsplan te bedienen.

En nog een stap verder, het kan ook interessant zijn om voor een samenhangend gebied, dat in meerdere gemeenten ligt, bij voorbeeld de Sallandse Heuvelrug, een gezamenlijk omgevingsplan te maken. Dat is voor alle gebruikers van het gebied wel zo duidelijk, maar je moet dat plan wel los maken van de omgevingsplannen voor de rest van de betrokken gemeenten.

Het zal voor alle gemeenten, en zeker de kleinere, een enorme klus worden om alle veranderingen, het oude en nieuwe stelsel bij te houden, te begrijpen en te overzien. Is daar überhaupt ambtelijke capaciteit, kwantitatief en kwalitatief, voor?

Neemt de afwegingsruimte toe?
Hoeveel afwegingsruimte blijft er op lokaal niveau over? We hebben te maken met de doorwerking van Rijks- en provinciale omgevingsvisies, van hoger hand vastgestelde omgevingswaarden, programma's om die waarden te bereiken, projectbesluiten, instructieregels, enzovoorts. Als Rijk en provincies zich daarbij niet terughoudend opstellen, kan dat tot een forse inperking leiden. De vraag is of Den Haag echt bereid is de beoogde ruimte aan provincies en gemeenten te schenken. Daarom staat of valt de cultuurverandering die wordt beoogd met deze wet bij het voorbeeldgedrag van 'Den Haag'.

ICT
Duidelijk is dat een goed functionerende ICT infrastructuur 'onder' deze wet en het stelsel van besturing van onze fysieke leefomgeving essentieel is. Bij de bespreking van het omgevingsplan kwam dat al naar voren. Zijn we als overheid in staat zo'n project zelf te runnen? In hoeverre wordt ook voor langere tijd hoogwaardige externe capaciteit ingeschakeld? Lukt dat met de regels voor inhuur van derden? Is er een onafhankelijke voortgangsrapportage voorzien, en zo ja, wie heeft daar inzage in?

Het CDA wil op voorhand zeggen dat een goed lopend ICT project inclusief financiering, een succesvolle implementatie, waarbij in de praktijk is aangetoond dat ten minste het huidig niveau van dienstverlening wordt gehandhaafd, wat de CDA-fractie betreft een harde voorwaarde voor steun aan de Invoeringswet is. Zou de invoering van de Omgevingswet kunnen worden uitgesteld als het er naar uitziet dat de ICT infrastructuur nog niet adequaat werkt?

Tot slot
De CDA-fractie ondersteunt de ambities van de regering met dit wetgevingsproces. Die ambities sluiten aan op CDA gedachtegoed. De wet en het daarmee verbonden proces is wat ons betreft het antwoord op de behoefte aan een nieuw instrumentarium voor de vormgeving en het beheer fysieke leefomgeving, in een tijdperk transitie en transformatie belangrijker zijn dan groei en uitbreiding.

De vraag is of deze wet het mogelijk maakt om de ambities te realiseren. Daarover kan het CDA nog geen definitieve conclusies trekken. Er wordt gevraagd in te stemmen met een raamwet, waarna nog heel veel op het vlak van concretisering, implementatie en uitvoering onzeker is of moet worden uitgewerkt: de vier grote AMvB's, schaderegelingen, grondbeleid, inpassing van andere wetten, en last but not least de ICT.

Veel is nog onzeker of onduidelijk. Normaal gesproken zou je denken dat het dus onverantwoord is om nu 'ja' te zeggen, en in het verleden heeft de CDA-fractie om deze reden ook wel tegen wetsvoorstellen gestemd. Het CDA ziet ook wel dat je dit complex proces qua besluitvorming moeilijk anders kunt inrichten: de minister wil terecht steun voor de hoofdlijn, voor ze verder gaat met uitwerking. Het geruststellende van dit wetgevingsproces is dat we in de toekomst nog het nodige te bespreken krijgen: de AMvB's, inpassingsvoorstellen en natuurlijk de Invoeringswet. Die laatste wet zal het CDA te zijner tijd dan ook extra kritisch bezien, omdat het CDA er zeker van willen zijn dat onder andere de decentrale overheden er klaar voor zijn, de cultuurverandering op gang komt en in de praktijk is aangetoond dat de ICT gewoon werkt.

Als te zijner tijd op al die vragen een positief antwoord gegeven kan worden, kan het CDA voor de invoeringswet stemmen en kan de Omgevingswet worden ingevoerd. Dan bestaat er een goede kans dat de genoemde ambities worden gerealiseerd.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.