Tamboerskorps
19 september 2017

Antwoorden op vragen over de onnodige regeldruk voor kleine evennementen en festivals


Antwoord van minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) (ontvangen 18 september 2017)

1
Heeft u kennisgenomen van het advies van Actal, waarin voorstellen worden gedaan voor het verminderen van regeldruk rondom festivals en evenementen? 1) 2)

Antwoord 1 . Ja.

 2
Herkent u zich in het beeld dat de overheid niet lijkt te beseffen dat veruit de meeste evenementen worden georganiseerd door lokale (organisaties van) vrijwilligers zoals oranje-, scouting-, carnavals-, sport- en andere verenigingen? Erkent u dat regelgeving hierdoor te veel is gefocust op grootschalige evenementen waardoor kleinschalige initiatieven verdrinken in onnodige procedures en vrijwilligers een kwart tot een derde van de tijd kwijt zijn aan vergunningen en het afstemmen met gemeenten, politie, brandweer en andere diensten? 3)

Antwoord 2

Ik herken mij niet in het geschetste beeld dat de overheid niet zou beseffen dat veruit de meeste evenementen worden georganiseerd door lokale vrijwilligers en derhalve evenmin in de suggestie dat de regelgeving om die reden teveel gefocust zou zijn op grootschalige evenementen.  

 3
Deelt u de conclusie van Actal dat voor bepaalde onderwerpen rondom de organisatie van evenementen en festivals, zoals eisen aan brandveiligheid, de technische eisen aan bouwwerken en constructies, de gehanteerde definities van grote en kleine evenementen en de eisen hoe het geluidsniveau te meten, geen objectieve rechtvaardiging aanwezig is voor lokale verschillen in regelgeving, normering en uitvoering? Zo nee, waarom niet?

4
Bent u bereid om samen met onder andere de VNG en Actal te inventariseren om welke regelgeving dit gaat en vervolgens te bevorderen dat hier landelijke, eenduidige regels voor komen? Zo nee, waarom niet? Zo ja, hoe gaat u dit doen? 

5
Wat is uw reactie op de suggestie van Actal dat voor onderwerpen waarvoor enige ruimte voor differentiatie op lokaal niveau gewenst is, handreikingen opgesteld zouden moeten worden waarbij bijvoorbeeld met bandbreedtes in de regelgeving gewerkt wordt?

6
Bent u bereid om samen met VNG, Actal en partijen uit de sector te inventariseren om welke regelgeving dit gaat en vervolgens landelijke richtlijnen op te stellen en deze in een pilot te testen of het verwachte effect op de regeldruk optreedt? Zo nee, waarom niet?


Antwoord 3 t/m 6

Voorop staat dat de beleidsvrijheid van gemeenten van groot belang is om daarmee recht te doen aan de plaatselijke omstandigheden en behoeften en om te voorzien in lokaal maatwerk. Uniformering door regelgeving of handreikingen ligt vanuit dat uitgangspunt niet voor de hand. Dat kan anders zijn als de betrokken overheden en andere organisaties van oordeel zijn dat recht moet worden gedaan aan bijzondere belangen. Zo is de afgelopen periode gebleken dat bij sommige onderwerpen bij de organisatie van evenementen en festivals lokale verschillen in regelgeving inhoudelijk minder goed verdedigbaar zijn. Mede tegen die achtergrond heeft mijn ambtgenoot van Veiligheid en Justitie de voorbereiding van het Besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen ter hand genomen. Dit besluit, waarover onder meer de VNG is geconsulteerd en dat veel lokaal verschillende regelgeving zal vervangen, treedt naar verwachting per 1 januari 2018 in werking.

Onderdelen van dit besluit zijn een vervanging van een vergunningplicht door een meldingsplicht en daarmee het vervallen van de leges, alsmede het aanzienlijk optrekken van de ondergrens voor het melden van een evenement in verband met het brandveilig gebruik. Naar aanleiding van het ontwerpbesluit heeft het bureau Panteia in opdracht van de minister van Veiligheid en Justitie onderzoek gedaan naar de regeldrukeffecten van dit besluit.[1] De onderzoekers schatten dat van de 80.000 evenementen jaarlijks tussen de 5.600 en 11.200 evenementen een meldingsplicht brandveilig gebruik hebben. Met andere woorden, voor 7 tot 14 procent geldt een meldingsplicht brandveilig gebruik en de overige evenementen zijn meldingsvrij.

De uniformering is mede op aandringen van de evenementenbranche ingevoerd, omdat betrokkenen een grote lastendruk ervoeren door de verschillende eisen die gemeenten stelden in hun brandbeveiligingsverordening. In het licht van dit initiatief, en andere wijzigingen in deze periode die gericht zijn op vermindering van de lastendruk bij evenementen, acht ik het raadzaam eerst de effecten hiervan te beoordelen alvorens een vervolgoverleg met VNG of andere organisaties te starten. Overigens is ook in 2011 de Handreiking Evenementenveiligheid opgesteld. Een dergelijke handreiking geldt als richtinggevend advies. Gemeentebesturen kunnen zelf bepalen of en zo ja hoe de handreiking wordt toegepast binnen de eigen context.

7
Bent u bereid om samen met de VNG afspraken te maken om regelgeving primair te richten op de ongeveer 86.000 kleine, lokale evenementen en festivals en niet op de ongeveer 4.000 grote evenementen, zoals nu het geval is? Wilt u daarbij kijken welke eventuele bijzonderheden toegepast zouden moeten worden om de regelgeving ook passend te maken voor grote festivals en evenementen? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 7

De vraagstelling suggereert dat kleine evenementen verhoudingsgewijs een onevenredige regeldruk ervaren. De praktijk is echter dat naarmate een evenement groter is (qua oppervlakte, publiek, tijdsduur etc.) meer regelgeving van toepassing is. Het ontwerp-besluit brandveilig gebruik en basishulpverlening overige plaatsen is een goed voorbeeld van een besluit dat rekening zal houden met de omvang van lokale evenementen en voor kleinere evenementen een aanmerkelijke lastenreductie tot gevolg zal hebben.

 8
Bent u bereid om met de VNG afspraken te maken over het verbeteren van de dienstverlening aan verenigingen en vrijwilligers die festivals en evenementen willen organiseren? Wilt u daarbij de suggestie van Actal meenemen om met vaste contactpersonen, accountmanagers en (bij grotere gemeenten) evenementenbureaus te werken, zodat de nu nog zeer tijdrovende afstemming met de vele afdelingen en diensten van lokale overheden, de hulpdiensten en de veiligheidsregio’s wordt verbeterd?

Antwoord 8

Vanzelfsprekend is het aan de afzonderlijke gemeenten om hierover te beslissen, maar het is een feit dat bepaalde gemeenten goede ervaringen hebben met een dergelijk coördinatiepunt of een vaste coördinator voor evenementen. Dergelijke werkwijzen zijn zeker interessant voor andere gemeenten. Gemeenten zijn zelf goed in staat om te beslissen of een dergelijke ‘best practice’ wordt overgenomen en zo ja, in welke vorm.

9
Deelt u de conclusie van Actal dat in de algemene regels rond de onbelaste vrijwilligersvergoeding (maximum van 150 euro per maand en 1.500 euro per jaar) wordt uitgegaan van een reguliere spreiding van de inzet over het jaar, terwijl juist bij festivals en (sport)evenementen vaak in een zeer kort tijdsbestek vele uren worden gemaakt en dat hierdoor de vrijwilligersregeling niet goed toepasbaar is voor deze sector? Bent u bereid om hier meer flexibiliteit in te brengen, bijvoorbeeld door het instellen van een kwartaalmaximum? Zo nee, waarom niet? 4) 5)

Antwoord 9

Voor de beantwoording van deze vraag heb ik overleg gevoerd met de staatssecretaris van Financiën als verantwoordelijk bewindspersoon voor de vrijwilligersregeling. Actal stelt dat de vrijwilligersregeling niet goed toepasbaar is voor festivals en (sport- en andere) evenementen omdat in die situaties vaak in zeer korte tijd vele uren moeten worden gemaakt. Waarschijnlijk is hier sprake van een misverstand. De door vrijwilligers gemaakte onkosten in het kader van hun vrijwilligerswerk kunnen te allen tijde belastingvrij worden vergoed. Voorwaarde is dat deze onkosten aantoonbaar zijn. Daar is geen maximum aan verbonden en het is niet van belang of de onkosten verspreid over het jaar of in een korte tijd worden gemaakt. Om de administratieve lasten voor de vrijwilliger en de organisatie die de onkosten vergoedt te beperken, is een forfaitair bedrag vastgesteld waaronder het aantonen van de kosten achterwege kan blijven. Voor zover het forfait als niet-toereikend wordt ervaren, hetgeen wellicht ook bij ander vrijwilligerswerk dan festivals het geval kan zijn, merk ik op dat het mogelijk blijft om de onkosten onbelast te vergoeden, mits deze kunnen worden aangetoond. De conclusie van Actal dat de vrijwilligersregeling niet goed toepasbaar zou zijn, wordt dan ook niet gedeeld. Daarnaast is vervanging van het maandbedrag voor een maximum per kwartaal om de hiervoor beschreven redenen niet nodig om de door vrijwilligers gemaakte kosten adequaat te kunnen vergoeden.

 10
Bent u bereid om met de VNG te overleggen hoe bevorderd kan worden dat gemeenten het landelijk register van evenementverkeersregelaars beter benutten door de mogelijke controle van deze verkeersregelaars ter plaatse uit te voeren in plaats van vooraf via de evenementenvergunning?

Antwoord 10

Voor de beantwoording van deze vraag, alsmede vraag 12, heb ik overleg gevoerd met de minister van Infrastructuur en Milieu als verantwoordelijk bewindspersoon terzake. Op 1 oktober 2017 treedt, na intensief overleg met onder andere de VNG, de wijziging van de Regeling verkeersregelaars 2009 in werking, die de administratieve lasten rondom de instructie en aanstelling terugbrengt. De controle voorafgaand aan het evenement gebeurt digitaal door de gemeenten bij de aanstelling. Controle ter plaatse is een zaak van de politie, die direct toeziet op de taakuitvoering. Ook de politie heeft toegang tot het digitale register. De mogelijkheden voor aanstelling van verkeersregelaars zijn verruimd zodat gemeenten maatwerk kunnen leveren. Immers, een evenementenvergunning is niet altijd noodzakelijk voor een evenement waarbij de inzet van verkeersregelaars door de gemeente noodzakelijk wordt geacht.

 11
Op welke wijze kan volgens u de evenementassistent helpen bij het verminderen van regeldruk rond festiviteiten en evenementen? Hoeveel gemeenten maken gebruik van dit middel? Ziet u mogelijkheden om dit middel breder in te zetten? 6)

 Antwoord 11

Voor de beantwoording van deze vraag, alsmede vraag 13, heb ik overleg gevoerd met de minister van Economische Zaken als verantwoordelijk bewindspersoon terzake. De Evenementassistent is één van de private instrumenten die worden aangeboden. Een beperkt aantal gemeenten maakt momenteel daarvan gebruik. Het is de verantwoordelijkheid van gemeenten te beslissen over het gebruik van dergelijke voorzieningen. Het Rijk kan, binnen de mogelijkheden die er zijn, het gebruik van de beschikbare publieke en private middelen ondersteunen via onder meer MijnOverheid voor Ondernemers.

12
Bent u bereid te inventariseren welke verbeteringen zouden kunnen worden aangebracht in het beleidsmatige proces bij de aanstelling van evenementenverkeersregelaars, bijvoorbeeld door meer uniformiteit en een zekere mate van automatisering via bijvoorbeeld het ondernemersplein? 

Antwoord 12

Zoals hiervoor is aangegeven, verandert de kaderstelling vanuit het Rijk per 1 oktober 2017. Het gemeentelijk aanstellingsbeleid wordt door de gemeenten bepaald. De wijziging van de landelijke regelgeving creëert meer mogelijkheden voor gemeenten om dat beleid praktisch in te vullen.

 13
Kunt u aangeven wat de stand van zaken is rond de ontwikkeling van MijnOverheid voor Ondernemers? Ziet u mogelijkheden om ook (organisaties van) vrijwilligers via deze digitale omgeving de mogelijkheid te bieden om aanvragen te doen voor vergunningen en subsidies, alsmede meldingen en andere contacten met (verschillende) overheden via de berichtenbox mogelijk te maken? 7) 

Antwoord 13

Het beleidsconcept van MijnOverheid voor Ondernemers is ontwikkeld met ondernemers en uitvoeringsorganisaties. MijnOverheid voor Ondernemers geeft op termijn de ondernemer inzicht in zijn gegevens, de mogelijkheid om digitale post te ontvangen en transacties te doen bij overheden, liefst met hergebruik van gegevens. Dit heeft de Kamer van Koophandel samen met uitvoeringsorganisaties geconcretiseerd. MijnOverheid voor Ondernemers zal stapsgewijs ontwikkeld worden. Binnenkort start de realisatie van MijnOverheid voor Ondernemers, met een drietal modules, waaronder het starten van een onderneming. MijnOverheid voor Ondernemers is er voor alle organisaties die ingeschreven zijn bij de Kamer van Koophandel, dat zijn ook stichtingen en verenigingen, organisaties die veelal met vrijwilligers werken. Zij kunnen gebruik maken van de functionaliteiten in MijnOverheid voor Ondernemers, zoals de berichtenbox.

 14
Bent u bereid om met VNG te overleggen hoe de aanbevelingen van Actal met betrekking tot lokale regelgeving door lokale overheden overgenomen kunnen worden en hier afspraken over te maken? Zou u hierbij in ieder geval de volgende aanbevelingen mee willen nemen:

- meldingen en aanvraag van vergunningen voor festivals en evenementen via één vooringevuld formulier mogelijk maken;

- informatie bij organisatoren pas uitvragen als die informatie voorhanden kan zijn;

- bij aanmelding uitsluitend informatie vragen die voor een plaatsing op de evenementenkalender relevant is;

- mogelijk maken van hergebruik van informatie uit eerdere aanvragen en met doorlopende vergunningen en basisvergunningen werken;

- ontwikkelen van een modelvergunning voor evenementen;

- harmoniseren van de procedures voor aanmelding en aanvraag van evenementen;

- introduceren van een digitaal volgsysteem voor meldingen en aanvragen, waarbij aanvragers ook actief geïnformeerd worden over wijzigingen in procedures?

Antwoord 14

Het rapport van Actal bevat waardevolle aanbevelingen die ik zeker onder de aandacht zal brengen van de VNG. Voor zover de aanbevelingen van Actal betrekking hebben op lokale regelgeving en organisatorische processen en werkwijzen van gemeenten is het aan de afzonderlijke gemeentebesturen om de aanbevelingen over te nemen. De VNG kan, waar de gemeenten dit opportuun achten, een faciliterende en ondersteunende rol vervullen.

 1) Actal, “Hoe de regeldruk rondom festivals en evenementen te verminderen?”, te vinden via http://www.actal.nl/evenementen-en-festivals-ervaren-te-veel-regeldruk/

2) KPMG, “Sectorscan evenementen en festivals”, 11 april 2017

3) AD, “Zelfs lampionnenoptocht bedreigd door regelzucht”, 27 april 2017

4) Zie ook aanbeveling 9 in de initiatiefnota van het lid Bruins Slot “Vrijwilligers zijn kampioenen” (Kamerstuk 34 369, nr.2)

5) Zie ook Nederlandse Sportraad, “Nederland op de kaart, analyse van 25 grote sportevenementen in Nederland” (mei 2017), p.53

6) Nederlandse Sportraad, “Nederland op de kaart, analyse van 25 grote sportevenementen in Nederland” (mei 2017), p.54

7) www.mijnoverheidvoorondernemers.nl/

 

[1] “Besluit brandveilig gebruik overige plaatsen. Regeldrukeffecten bedrijven”, Panteia, 9 januari 2017.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.