Antwoorden op aanvullende vragen over het uitbreiden van de pilot voor zzp'rs in de zorg
Vragen van de leden Bruins Slot en Omtzigt (beiden CDA) aan de staatssecretarissen van Financiën en van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over het uitbreiden van de pilot voor zzp’ers in de zorg (ingezonden 14 juli 2014)
1. Naar hoeveel zelfstandigen zonder personeel (zzp’ers) die werkzaam zijn in de thuiszorg zijn op en omstreeks 21 mei 2014 brieven verzonden met daarin informatie over de deelname aan de pilot?
Antwoord 1. Op 21 mei 2014 zijn door de Belastingdienst 1.008 brieven verzonden over deelname aan de pilot.
2. Zijn de brieven alleen verzonden aan zzp’ers waarvan de VAR-wuo is herzien of aan alle zzp’ers die werkzaam zijn in de thuiszorg?
Antwoord 2. De brieven zijn verzonden aan de zorgverleners van wie in de periode oktober 2013 tot en met februari 2014 de VAR-wuo is herzien in een VAR-loon en aan de zorgverleners die een VAR-loon hebben gekregen in plaats van de gewenste VAR-wuo.
3. Staat deelname aan de pilot ook open voor zzp’ers waar nog niet gehandhaafd is door de Belastingdienst, maar die wel werkzaam zijn in de (thuis)zorg al dan niet via bemiddeling?
Antwoord 3. Ja.
4. Hoeveel zzp’ers hebben zich, tot het verstrijken van de inschrijftermijn voor de pilot van 1 juli 2014, aangemeld voor de pilot?
Antwoord 4. Van de geraamde 1.200 hebben ongeveer 800 zzp’ers zich aangemeld voor deelname aan de pilot.
5. Hoeveel van de zzp’ers die zich hebben aangemeld voor de pilot, hebben tijdig een VAR-wuo ontvangen?
Antwoord 5. De ervaringen met de Belastingdienst zijn positief. De zzp’ers die zich hebben aangemeld voor de pilot, hebben tijdig van de Belastingdienst een VAR-wuo ontvangen.
6. Hoeveel zzp’ers die zich hebben aangemeld voor de pilot is deelname aan de pilot geweigerd en wat was hier de reden van?
Antwoord 6. Uit de landelijke registratie blijkt dat ongeveer 800 zzp’ers zich hebben aangemeld voor de pilot. Hiervan hebben ongeveer 150 zzp’ers, om uiteenlopende redenen, afgezien van deelname aan de pilot. Gebleken is dat een deel van de zzp’ers niet voldoet aan de criteria die zorgkantoren hanteren om toegelaten te worden tot de pilot (kwalificatieniveau, ondernemerschap, zelf cliënten werven). In sommige gevallen hebben zzp’ers uit eigen beweging afgezien van deelname aan de pilot. Er wordt echter geen registratie bijgehouden van de motieven waarom zzp’ers afzien van deelname aan de pilot. Per saldo hebben de zorgkantoren met ongeveer 650 zzp’ers contracten afgesloten voor de pilot.
7. Klopt het dat de Belastingdienst de brief over het verbreden van de pilot naar alle zzp’ers in de zorg gestuurd heeft ongeacht hun niveau, maar dat de zorgkantoren alleen zorgverleners van niveau 3 of hoger accepteren? Zo ja, acht u het wenselijk dat zorgverleners met niveau 1 of 2 niet als zelfstandige kunnen werken?
Antwoord 7. De Belastingdienst heeft ongeacht het niveau mensen aangeschreven. Het niveau van de zorgverlener is geen criterium voor het al dan niet kunnen zijn van zelfstandig ondernemer.
8. Doen alle zorgkantoren mee met de pilot en blijven ze dat doen? Klopt het dat er meerdere zorgkantoren niet meer willen meewerken aan de pilot?
Antwoord 8. De looptijd van de pilot voor de zzp’ers heeft betrekking op 2013 en 2014. Dat is ook in het AO VAR van 23 april, aangegeven. Alle zorgkantoren hebben hun medewerking verleend aan de pilot. De duur van de pilot is beperkt en het vervolg dient te worden bezien in het licht van de hervorming van de langdurige zorg. Dit perspectief is ook beschreven in de brief van 7 april jl. De nadruk in de pilot ligt op extramurale verzorging en verpleging. Met ingang van 2015 komt de zorg die aan het leeuwendeel van de cliënten wordt geleverd, onder de Zorgverzekeringswet te vallen. Een relatief bescheiden aantal cliënten heeft een verblijfsindicatie en zij komen te vallen onder het overgangsrecht van de Wlz. Het is om die reden dat Zorgverzekeraars Nederland onlangs te kennen heeft gegeven de pilot te beeëindigen.
Zorgverzekeraars Nederland staat open voor de mogelijkheid om met ingang van 2015 zzp’ers onder de Zorgverzekeringswet te contracteren, zij het dat de zzp’ers aan dezelfde criteria moeten voldoen als nieuwe toetreders. Ook stellen de verzekeraars eisen aan het kwalificatieniveau van de zzp’ers. VWS en ZN zijn in overleg op welke wijze dit zorgvuldig tot stand wordt gebracht rekening houdend met de huidige diensten en zzpérs.
Dit staat overigens los van de fiscale eisen voor ondernemerschap. Handelt men conform deze vereisten, dan kan men dus ook zonder de pilot voldoen aan de fiscale vereisten voor ondernemerschap.
Momenteel wordt een korte termijn onderzoek uitgevoerd naar de alternatieve bedrijfsmodellen voor zzp’ers, waarbij sprake is van zelfstandigheid in plaats van werkgeverschap. Voor de langere termijn wordt meer fundamenteel gekeken naar dit onderwerp. Dat vindt plaats in het kader van een IBO-onderzoek.
9. Heeft het arrest van 13 juni 2014 1), waarin de Hoge Raad besliste dat als een anesthesiemedewerker gehouden is de instructies van ziekenhuizen of anesthesiologen op te volgen en dat hij behoudens eigen opzet of bewuste roekeloosheid niet aansprakelijk is voor schade die voortvloeit uit het verrichten van zijn werkzaamheden, dit er niet aan in de weg staat dat de anesthesiemedewerker deze werkzaamheden als ondernemer voor de btw verricht, volgens u ook gevolgen voor de inkomstenbelasting en de VAR-verstrekking?
Antwoord 9. Het moeten opvolgen van instructies kan er toe leiden dat er een dienstbetrekking bestaat. Hetzelfde geldt voor de aansprakelijkheid voor schade die voortvloeit uit het door de opdrachtnemer verrichten van werkzaamheden. Bij het oordeel over afgifte van een VAR zijn dit elementen die worden meegewogen naast de overige omstandigheden van het geval. Deze afweging kan overigens voor de BTW anders uitpakken dan voor de inkomstenbelasting en de afgifte van de VAR. Het oordeel van de Hoge Raad ten aanzien van het ondernemerschap voor de BTW heeft dan ook geen (directe) gevolgen voor de inkomstenbelasting en de VAR-verstrekking.
1) HR 13 juni 2014, nr. 13/05580, V-N 2014/30.14