25 oktober 2018

Antwoorden op vragen over de vrijwilligers-en Bestuurdersproblematiek binnen de breedtesport

Vraag 1. 

Heeft u kennisgenomen van het artikel «Alarmfase rood voor sportclubs»1 en het artikel «Veteraan houdt club overeind»?2

 Antwoord 1. Ja

 Vraag 2. Deelt u de zorgen die geuit worden in de artikelen over de sterk dalende ledenaantallen en vrijwilligers, incomplete besturen en de daarbij horende daling van de traditionele sportverenigingen in Nederland? Wat is uw analyse rondom deze zorgwekkende situatie binnen de breedtesport?

 Antwoord 2. Er bestaan terecht enige zorgen, maar een nuancering van de geschetste situatie is wel op zijn plaats. Uit onderzoek van sportkoepel NOC*NSF (Bron: Lidmaatschappen en sportdeelname 2017) blijkt dat de afgelopen jaren het aantal sporters dat via een sportclub, welke aangesloten is bij een bij NOC*NSF aangesloten sportbond, een zeer licht dalende trend heeft en eigenlijk nagenoeg gelijk blijft. Van «sterk dalende ledenaantallen» is dus geen sprake. Als specifiek gekeken wordt naar verschillende sporten en sportbonden dan zijn er sportbonden die structureel groeien en sportbonden die structureel kleiner worden. Tegelijkertijd neemt de wekelijkse sportdeel-name in Nederland significant toe. Er is eerder sprake van een verschuiving; het marktaandeel van sporters dat via sportbonden sporten neemt af. De Sportaanbiedersmonitor van NOC*NSF 2016 laat duidelijk een tweedeling zien bij sportclubs en sportverenigingen. De helft van het aantal clubs in Nederland krimpt en de andere helft groeit juist. Ook de vaak genoemde problemen lijnen hiermee uit. Of clubs hebben te kampen met een opeenstapeling van problemen (ledendaling, vrijwilligerstekort, weglopende sponsoren en tekort aan bestuurders) of clubs doen het juist goed (toename van leden, voldoende vrijwilligers, groeiende sponsor portefeuille en voldoende bestuurders). Deze laatste categorie is ook significanter meer «open en vitaal» dan de eerste categorie. Het is van belang te leren van de reden waarom de ene helft van de sportclubs het relatief goed doet en de andere helft niet. De sleutel blijkt te liggen in een capabel en divers bestuur. Bij clubs waar bestuurders gezamen-lijk een duidelijke visie hebben, waar ze vrijwillig kader begeleiden en waarderen, openstaan voor de behoefte van de gehele achterban (inclusief de silent majority) en willen verbinden aan de buurt, bij die clubs is de lokale sportsituatie eerder florerend dan zorgwekkend.

Vraag 3 en 4

Op welke manier wordt de begrote negen miljoen euro voor vitale sportaan-bieders verdeeld? Welk deel hiervan is begroot voor de stimulering van vrijwilligerswerk binnen de sport en ligt er een plan van aanpak klaar voor het vrijwilligersvraagstuk? Ziet u een belangrijke rol voor uzelf weggelegd om de problematiek rondom de dalende leden- en vrijwilligersaantallen, incomplete besturen en het daaropvolgend verdwijnen van traditionele sportverenigingen in Nederland tegen te gaan? Zo ja, kunt u aangeven op welke wijze dit mogelijk is? Zo nee, waarom niet?

Antwoord 3 en 4

De € 10 miljoen uit het regeerakkoord voor het versterken van bonden & verenigingen landt volledig in deelakkoord «Vitale aanbieders». Een deel hiervan zal worden benut voor het programma «impuls versterken sportbon-den» waarvoor NOC*NSF een subsidieaanvraag heeft ingediend die bij VWS in behandeling is. Daarnaast wordt een deel van het budget besteed aan de uitbreiding van de buurtsportcoachregeling teneinde meer buurtsportcoaches in te kunnen zetten voor de ondersteuning van sportaanbieders. Het restant zal ingezet worden voor maatregelen om het (vrijwillig) kader (trainers, coaches, bestuurders) in de sport te versterken, de verenigingsondersteuning te professionaliseren en voor impulsen om sportaanbieders te helpen zich te ontwikkelen richting vitale/open aanbieders. NB. Vitale/open sportaanbieders zijn aanbieders, die hun organisatorische- en financiële basis op orde hebben en daarnaast de ambitie en mogelijkheden hebben om hun maatschappelijke rol te verbreden met meer sport- en beweegactiviteiten. De samenwerkende partners van het sportakkoord werken op dit moment een gezamenlijk plan uit om de exacte maatregelen te definiëren. Hoe het budget exact verdeeld wordt over deze maatregelen en via welke partijen dit gaat lopen, is momenteel onderwerp van gesprek tussen de partners van het sportakkoord. Ik zal de Kamer voor het kerstreces hierover informeren.

 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.