03 mei 2016

Vragen over de uitgaven wijkverpleging 2015 en de inkoop wijkverpleging 2016

Vragen van de leden Bruins Slot en Keijzer (beiden CDA) aan de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport over de uitgaven wijkverpleging 2015  en de inkoop wijkverpleging 2016. (ingezonden 29 april 2016)

1   Kent u de Rapportage ActiZ onderzoek Zorgcontractering Wijkverpleging 2016, maart 2016? Zo ja,  wat vindt u daarvan?
 
2  Kunt u een verklaring geven voor de overschrijding van de te verwachten schadelast ten opzichte van  het actuele beschikbare kader 2015 voor wijkverpleging (Kamerstuk 34 300 XVI, nr. 157, Tabel 1)?
 
3 Bent u ervan op de hoogte dat zorgorganisaties in 2016 geconfronteerd worden met een forse volumekorting, die gemiddeld 12,3% bedraagt, en ruim 80% van de instellingen geconfronteerd wordt met een tariefkorting van 6,2% voor verpleging en 8,5% voor persoonlijke verzorging?
 
4 Deelt u de mening dat  de volume- en tariefkortingen teveel druk op de budgetten veroorzaken? Zo nee, waarom niet?
 
5 Welke maatregelen neemt u om het tekort aan wijkverpleegkundigen in 2016 op te lossen?
 
6   Hoe denkt u met de nieuwe prestatie “Beloning op maat” de beoogde innovatie en vernieuwing te stimuleren, terwijl het nog niet duidelijk is hoe hierover afspraken gemaakt kunnen worden met de zorgverzekeraars?
 
7  Deelt u de mening dat  de gewijzigde contractering (bijvoorbeeld experiment bekostiging verpleging en verzorging) leidt  tot een toename van de administratieve lasten voor de zorgaanbieders? Zo nee, waarom niet?
 
8  Welke maatregelen neemt u, zodat het tarief van de beschikbaarheidsvoorzieningen (ongeplande zorg en nachtzorg) kostendekkend blijft?
 
9   Kunt u aangeven hoeveel zorg van het totale volume is ingekocht voor specifieke doelgroepen en/of specifieke zorgvormen (o.a. Intensieve Kindzorg, Ketenzorg Dementie, palliatieve zorg)? Hoeveel procent is dit ten opzichte van het totale volume van de wijkverpleging?
 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.