30 juni 2023

Dorenda Gerts: ‘Mannen, draag ook deel van emancipatieopgave’

‘Vrouwen dragen de opgave van emancipatie.’ Dat kan anders en moet beter. Mannen mogen wat dat betreft best een tandje bijzetten. Dat vindt Dorenda Gerts, voorzitter van CDAV. Zij wijst op de positieve kant van vrouwenemancipatie: ‘Van meer vrouwelijk leiderschap knapt de wereld op. Het is precies wat we nu nodig hebben: op verbinding gerichte waarden.’ Ook het CDA zelf zou ervan opknappen als het minder op zichzelf en zijn profilering gericht is, en meer vanuit de samenleving denkt.

Hoe kijkt u naar de huidige emancipatiestrijd?

‘Ik merk dat dit onderwerp gepolariseerd is. Dat is vooral zichtbaar in de discussie over het slavernijverleden: groepen die tegenover elkaar komen te staan en zich niet gehoord en volledig gezien voelen. Dat is jammer en zou niet nodig moeten zijn. Het is minder zichtbaar rond het thema vrouwenemancipatie, maar ook hier is sprake van polarisatie. Dat uit zich in het feit dat het bepaald nog niet vanzelfsprekend is dat vrouwen zich manifesteren, bijvoorbeeld in het bedrijfsleven of in de politiek. Meer dan mannen hebben vrouwen met seksisme of tegenstand te maken.’

Gerts, die sinds november 2022 voorzitter is van CDA Vrouwen, met ongeveer 2400 leden, zegt het voorzichtig: ‘Vrouwen moeten hun best doen om hun plek te veroveren; ze
hebben veel weerstand te overwinnen. Hun plek is allesbehalve vanzelfsprekend, en zou dat wel moeten zijn.’

Waar begint voor u emancipatie?

‘Met artikel 1 van de Grondwet. Alle mensen zijn gelijk voor de wet. Er zijn verschillende groepen in een achterstandspositie die onvoldoende kans krijgen om hun talenten maximaal te ontplooien. Ik wil daarbij focussen op de positie van vrouwen zonder ondertussen de andere groepen te vergeten. Aan emancipatie zit een praktische én een filosofische kant.

Filosofisch gezien moet je waarlijk vrij kunnen kiezen waarvoor je je wilt inzetten. Dat schept ook verplichtingen voor de maatschappij. Iedereen moet in staat worden gesteld zijn bijdrage aan de samenleving te leveren. De praktische kant is dat ik de participatie van vrouwen wil bevorderen via netwerkactiviteiten en onderlinge ontmoeting. De verdeling van zorg en arbeid en de deelname van vrouwen aan de politiek zijn daarbij nog steeds belangrijke thema’s.’

Wordt er te veel vanuit rolpatronen gedacht?
‘Zeker, en dat is ook voor een deel cultureel bepaald, zolang die rollen maar niet dwingend zijn en op voorhand vastliggen. Daarom is onderwijs dat niet rolbevestigend is en niet in stereotypen denkt belangrijk. Je moet heel goed kijken wat echt bij jonge mensen past. Ik moet denken aan de indrukwekkende roman Wat stilte wil van Arthur Japin. Die gaat over een vrouw uit de zeer gegoede burgerij die wil gaan zingen, maar van haar vader niet naar het conservatorium mag, ingegeven door haar zus. Mensen worden gevormd binnen relationele verbanden, maar uiteindelijk moet je toch zelf in staat worden gesteld je eigen levensweg te kiezen. Er komt altijd een moment van “Hiersta ik. Ik kan niet anders” dat je niet kunt veronachtzamen zonder een persoon geweld aan te doen.’

Wat zijn de belemmeringen voor de emancipatie van vrouwen?

‘Ik zou zeggen: vrouwen lopen voorop in opvoeding en in allerlei vormen van participatie en onbetaald werk. Dat heeft positieve kanten, maar ook negatieve, vanwege de onevenredige belasting van vrouwen op dat vlak. Zij hebben ook een goede intuïtie voor wat er nu politiek gezien nodig is. De belemmeringen zitten meer aan de kant van mannen.’

Waarom zitten die belemmeringen bij mannen?

‘Misschien is de verdeling van zorg en arbeid het beste voorbeeld. Vrouwen passen zich eerder aan dan mannen. Zij dragen de opgave van emancipatie, en dat zou ook weleens omgekeerd kunnen worden. Ik roep mannen wat dat betreft op om een been bij te trekken. In plaats daarvan zie ik een tendens, met name bij jongeren, om een conservatieve afslag te nemen. Natuurlijk moeten zij ook eigen keuzes kunnen maken, maar ik zou niet graag terug willen naar een samenleving waar het vanzelfsprekend is dat vrouwen die opgave van de emancipatie dragen.
Tegen vrouwen zeg ik: toon wat meer lef en laat vaker politiek van je horen. Naar mijn indruk hebben vrouwen ideeën die voor de toekomst meer dan ooit relevant zijn.’

Welke ideeën?
‘Wat deze tijd nodig heeft is verbindend leiderschap, een vorm van leiderschap die gericht is op meer “vrouwelijke” waarden. We hebben met het oog op de toekomst zeker geen macholeiders nodig die vooral elkaar bestrijden, of uit zijn op behoud van wat is. We zijn ook niet primair gebaat met allerlei specialisten die ter zake heel kundig zijn, maar geen oog hebben voor het geheel. Ik zie dat zelf ook bij de waterschappen, waar ik werk als heemraad, dus als lid van het dagelijks bestuur.’

‘Waterbeheer is allang geen louter technische aangelegenheid meer; daar komen verschillende maatschappelijke belangen bij kijken. In dat veld is het vooral belangrijk dat je communicatief vaardig bent, dat je kunt luisteren en in staat bent om alle belangen op een goede manier met elkaar te verbinden en aan tafel te krijgen, om zo tot een oplossing te komen die maatschappelijk acceptabel is. Vrouwen zijn hier over het algemeen goed in – wat natuurlijk allerminst wil zeggen dat álle vrouwen dit kunnen, of dat alléén vrouwen dit kunnen.’

Waar komt uw betrokkenheid bij de christendemocratie vandaan?

‘Ik voel mij zeer aangesproken door de maatschappijvisie zoals die is neergezet in de vier uitgangspunten, en daar wil ik mij van harte voor inzetten. Daarnaast heb ik lesgegeven in het voortgezet onderwijs en ben ik op verschillende terreinen maatschappelijk actief. Namens het CDA ben ik raadslid en wethouder in Waddinxveen geweest. Momenteel ben ik heemraad van buiten voor waterschap Hollandse Delta.’

Kunt u iets zeggen over de rol van CDAV?

‘Wij brengen zaken in die we belangrijk vinden. Veel van wat wij belangrijk vinden is opgenomen in het CDA-verkiezingsprogramma, zoals het belang van diversiteit, verdeling van zorg en arbeid, economische zelfstandigheid, veiligheid op de werkvloer, gelijk loon voor hetzelfde werk, en meer vrouwen in leidende functies. Het CDA heeft, mede op basis van de inbreng van CDAV, samen met D66 een belangrijke rol gespeeld in de acceptatie van de quotaregeling voor vrouwen in topfuncties van bedrijven. En als het aan de top beter is, sijpelt dat door naar de rest van de organisatie.’

Strijdt zo’n quotaregeling niet met het christendemocratische principe dat dit niet vanuit de overheid moet worden opgelegd maar uit de samenleving of het bedrijfsleven zelf moet komen?

‘Zo’n quotum is inderdaad geen elegante maatregel, maar het is in dit geval wel een nuttig zetje in de goede richting. De maatschappelijke partners zelf konden blijkbaar een dergelijke stap niet zetten. Zij hebben zelf om zo’n stok achter de deur gevraagd, en dus is het toch vanuit de samenleving gekomen.’

Wordt er partijbreed voldoende over deze thema’s gesproken binnen het CDA?

‘Dat kan wel wat beter inderdaad. Het gaat er niet alleen om zaken bestuurlijk of politiek af te tikken. De volgende stap, of eigenlijk de eerste stap, is natuurlijk om de discussie aan te gaan over de belangrijke thema’s, zoals verdeling van zorg en arbeid, politieke participatie, gelijke betaling. Juist als CDAV missen we op dit punt wel wat elan. Sterker nog: ik mis de echte discussie. Het CDA-partijcongres is te veel een applausmachine geworden. Dat komt de betrokkenheid niet ten goede. Als ik echt niets anders heb dan kom ik, maar anders niet.’

Waar komt dat gebrek aan elan vandaan?

‘We zijn te veel met onszelf bezig. Op het moment dat je met de mensen om wie het uiteindelijk allemaal gaat, inhoudelijk bezig bent, ontwikkel je vanzelf weer enthousiasme. Ik merk die zelfgerichtheid soms ook lokaal en bij de leden. Doe eens iets bij een voetbalclub of buurthuis. Vraag wat de mensen daar nodig hebben en waar zij tegenaan lopen. Dat werkt verbindend en roept enthousiasme op. Dan kan er echt weer iets nieuws ontstaan.
We moeten als partij niet bezig zijn met de vraag hoe we zelf kunnen overleven, maar de vraag stellen hoe we dienstbaar kunnen zijn aan wat mensen nodig hebben. Dat is namelijk precies de bestaansreden van het CDA. Nu is het op dat terrein al met al een beetje armoedig – wat niet wil zeggen dat er niet ook veel goede dingen gebeuren. Kijk naar de nieuwe Kamerleden Henri Bontenbal en Derk Boswijk, die met hun visie op het terrein van duurzaamheid en landbouw de
boer opgingen. Dat werkt wel.’

Wat verlangt u van en hoopt u voor het CDA?

‘In algemene zin zou ik zeggen: wees niet te veel met jezelf bezig en schuw het debat niet. Start bij wat mensen nodig hebben en kruip minder in de eigen schulp. Toegespitst op het emancipatiethema nodig ik mannen uit om een tandje bij te zetten en ook een deel van de emancipatieopgave te dragen. Ik hoor wat mij betreft te vaak van vrouwen: “De hele sociale agenda van het gezin regel ik.” Het regelen van afspraken gebeurt in vrijwel alle gevallen door een vrouw.’

Maar is dit dan geen kwestie van natuurlijke aanleg of talent, zoals bij dat ‘dienend leiderschap’, waaruit dan min of meer logisch deze arbeidsverdeling voortvloeit?

‘Mij komt het eerder voor als een vorm van gemakzucht: alsof mannen een deel van de afwas niet willen doen. Waar het mij om gaat is dat er zowel binnen organisaties als binnen personen een zeker evenwicht tussen “mannelijke” en “vrouwelijke” waarden nodig is.’

Wat vindt u inspirerende voorbeelden tegen die loop der dingen in?

‘Ik weet niet of u dat zo moet opschrijven, maar ik moet allereerst aan mijn moeder denken. Zij is 92 en zegt altijd: “Dat bepaal ik zelf wel.” Dat vind ik als levenshouding heel sterk. In essentie is het heel simpel: andere mensen moeten niet over jouw eigen levensinvulling beslissen. Michelle Obama komt ook bij mij boven. Maar dat is misschien een obligaat voorbeeld. Ik vind haar vooral sterk vanwege haar krachtige keuze om Obama te blijven steunen terwijl ze ook topadvocaat is.’

Dat vindt u dus geen zwaktebod?

‘Nee, integendeel. Als het iemand gegeven is de functie van president uit te oefenen, dan moet je hem daarin steunen.Persoonlijke keuzes hoeven helemaal niet egocentrisch te zijn. Andersom verwacht ik die steun van mannen voor vrouwen in topfuncties ook, en dat zie ik helaas te weinig.’
‘Ursula von der Leyen vind ik ook een inspirerende vrouw. Ik bewonder haar standvastigheid en de wijze waarop zij in Europa de boel bij elkaar houdt. Of neem de oud-premier van Nieuw-Zeeland, Jacinda Ardern, die het lef heeft om na een regeerperiode te zeggen: ik stop. Zeer krachtig dat ze zo haar eigen grenzen trekt.
Wij hebben meer van dat vrouwelijke leiderschap nodig in de politiek; daar zou de wereld van opknappen. Mijn indruk is echter dat mannelijke, wat meer conservatieve waarden op dit moment helaas de overhand hebben. Dat levert een ander soort leiderschap op dan deze tijd nodig heeft.’

 

Dit interview is gepubliveerd in CDA Verkenningen, editie "Emancipatiestrijd", Lente 2023

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.