Op donderdag 28 november hield CDA Tweede Kamerlid Derk Boswijk in het Groot Auditorium van het Academiegebouw van de Universiteit Leiden op uitnodiging van Leids Universiteitsfonds CASSA een lezing op de Avond van Cleveringa over het thema 'Vrijheid over Vuur - In hoeverre ben jij bereid om je waarden te verdedigen?' "Vrijheid is geen bezit—het is een opdracht. Het vraagt om moed. Om solidariteit. Niet alleen met de Oekraïners die vechten voor hun toekomst, maar met ieder mens die worstelt onder onderdrukking. Het vraagt van ons dat we verder kijken dan ons eigen belang, naar wat we als gemeenschap kunnen bereiken," betoogde Derk. Lees zijn hele lezing hieronder. 

 

Dames en heren,

Het is een eer om op deze avond van Cleveringa voor u te mogen staan. Hier, op deze plek, waar 84 jaar geleden Rudolph Cleveringa zijn moedige stem liet horen. In een tijd waarin velen verkozen te zwijgen, sprak hij zich uit met een moed die hem uitzonderlijk maakte. Hij verdedigde zijn Joodse collega’s en medeburgers tegen een bezetter die elke vorm van menselijkheid vertrapte. Zijn woorden, uitgesproken met gevaar voor eigen leven, weerklonken niet alleen in die zaal, maar door de geschiedenis tot op de dag van vandaag.

Maar, dames en heren, wat heeft herdenken voor waarde als het alleen een moment van terugkijken blijft? Als het een ritueel wordt zonder reflectie op wat deze daden ons vandaag leren? Vrijheid, waarvoor Cleveringa opstond, is geen vanzelfsprekendheid. Het is een kostbaar goed, een fundament dat alleen blijft bestaan als wij verantwoordelijkheid nemen—voor onszelf én voor elkaar. Cleveringa wist dit maar al te goed. Hij sprak niet omdat het makkelijk was, maar omdat het juist was. En hij wist welk gevaar hij liep. Zo schreef hij in de avond voor zijn rede het volgende in zijn dagboek:

….zat ik met Hiltje alleen in de huiskamer. Wij zaten elk aan een andere zijde van de grote tafel, tegenover elkaar; het theeblad stond naast haar. Het was een laatste avond van stil huiselijk geluk; maar er was een grote ernst in ons beiden. De zenuwachtige opwinding was uit mij; maar ernstige, welberaden zekerheid was er voor in de plaats gekomen. Ik wist wat mij te doen stond; maar ik wist ook dat ik gevaar ging lopen.

Herdenken, dames en heren, is geen passief moment van nostalgie. Het is een oproep, een aansporing om na te denken over onze eigen rol in het beschermen en bevorderen van vrijheid en rechtvaardigheid. Want ook vandaag staat vrijheid onder druk. Niet alleen elders in de wereld, maar ook hier, dichtbij huis.

Kijk om je heen. Naar het vergeten conflict in Soedan waardoor miljoenen kinderen opgroeien in honger en zonder toekomst. De uitzichtloze situatie waar de Gazanen momenteel in leven of Israëlische gijzelaars waarvan het lot onbekend is. In Afghanistan waar vrouwen letterlijk de mond is gesnoerd omdat de ‘intieme’ stem van de vrouw te aanstootgevend zijn. Maar ook in Europe, in Oekraïne, vecht een volk letterlijk voor zijn zelfbeschikking en vrijheid. Die strijd herinnert ons eraan dat vrijheid niet gegeven wordt; ze wordt bevochten, gekoesterd en verdedigd.

Maar de dreiging voor vrijheid zit niet alleen ver weg. Ze kruipt ook dichtbij, soms luidruchtig en heel zichtbaar. Zo steekt het antisemitisme steekt zijn lelijke kop opnieuw op. Joodse medeburgers voelen zich niet vrij om hun identiteit openlijk te tonen in onze straten. Joodse scholen worden al jarenlang zwaar beveiligd. Onacceptabel.

Maar soms is die dreiging van onze vrijheid ook subtiel en onopgemerkt. Misschien zelfs onbedoeld, laten we het hopen. Want zo stelde de partijleider van de VVD onlangs: “Religie hoort niet thuis in het openbare leven. Op het moment dat geloof een georganiseerd of politiek karakter krijgt, zoals het islamisme, dan wordt het echt heel gevaarlijk.”

Deze woorden snijden diep en verdienen reflectie. Natuurlijk is extremisme in welke vorm dan ook—religieus, ideologisch of politiek—gevaarlijk en moet het worden bestreden. Maar de nuance ontbreekt, en dat maakt deze woorden problematisch. Door te stellen dat religie in brede zin geen plek heeft in het openbare leven, raken we aan de kern van fundamentele vrijheden. Drie grondrechten worden hiermee voor de bus gegooid, de vrijheid van godsdienst, de vrijheid van onderwijs en de vrijheid van vereniging. Deze vrijheden zijn geen luxe, geen privilege; ze vormen de pijlers van onze democratische rechtsstaat. Zwaarbevochten vrijheden worden met een simpele uitspraak te niet gedaan.

En wat betekent het eigenlijk om religie uit het openbare leven te bannen? Voor velen is geloof geen privézaak die achter gesloten deuren blijft. Het is een bron van inspiratie voor betrokkenheid, voor zorg voor de ander, voor ethisch handelen. Denk aan de vele scholen, zorginstellingen en maatschappelijke initiatieven, zoals het Leger des Heils, die vanuit religieuze inspiratie hun deuren openen—voor iedereen, ongeacht achtergrond. Zouden we dat echt naar de marges willen duwen?

En wat betekent het als we een specifieke religie, zoals de islam, koppelen aan gevaar? Natuurlijk moeten we waakzaam zijn voor radicalisering en extremisme keihard aanpakken. Natuurlijk zie ik ook de gevaren van de radicale Islam. Maar het is een dunne lijn tussen het bestrijden van extremisme en het wantrouwen van een hele geloofsgemeenschapen. Dit voedt juist polarisatie, wantrouwen en uitsluiting—de dingen die we, zoals ik eerder noemde, juist zouden moeten bestrijden.

Deze opmerking is verre van liberaal en duidelijk uitvloeisel van de groeiende individualisering, misschien wel de grootste bedreiging omdat het subtiel is maar ook omdat het ons helaas zelf ook raakt. Namelijk het idee dat vrijheid alleen gaat om jezelf, om jouw rechten en jouw keuzes, zonder verantwoordelijkheid voor de ander. Dit idee ondermijnt de solidariteit die een vrije samenleving nodig heeft. Vrijheid floreert niet in isolatie; ze gedijt in gemeenschap. Maar door polarisatie en onverschilligheid verandert de ander steeds vaker in een tegenstander. Gesprekken worden preken, en luisteren lijkt een verloren kunst.

Vrijheid is dus niet alleen wat ons wordt onthouden door externe krachten, door Rusland, China of Iran. Maar soms wordt het ook bedreigt van binnenuit.

Cleveringa’s daden zijn een spiegel voor ons. Hij sprak zich uit tegen de uitsluiting van een specifieke groep. Hij herinnerde ons eraan dat vrijheid niet alleen om rechten gaat, maar ook om plichten. En de vraag die wij onszelf moeten stellen is: hebben wij vandaag de moed om diezelfde verantwoordelijkheid te dragen? Zijn wij bereid op te komen voor de vrijheden van een ander, zelfs als dat betekent dat we ons eigen comfort moeten inleveren?

Onze wereldorde verandert. Geopolitieke spanningen escaleren. De dreiging voor democratie en vrijheid groeit. Wat kunnen wij doen in een tijd van onzekerheid? Net zoals Cleveringa pleitte voor de rechtsstaat, moeten wij deze niet alleen beschermen, maar versterken. Door verantwoordelijkheid te nemen, ook als dat moeilijk is. Door niet te zwijgen, maar te spreken wanneer onrecht de kop opsteekt.

Dames en heren, laten we de lessen van Cleveringa in ere houden. Vrijheid is geen bezit—het is een opdracht. Het vraagt om moed. Om solidariteit. Niet alleen met de Oekraïners die vechten voor hun toekomst, maar met ieder mens die worstelt onder onderdrukking. Het vraagt van ons dat we verder kijken dan ons eigen belang, naar wat we als gemeenschap kunnen bereiken.

Laten we samen optrekken. Tegen verdeeldheid. Voor rechtvaardigheid. In de geest van Cleveringa: vastberaden, moedig en solidair. Want alleen samen kunnen we de vrijheid bewaren die ons zo dierbaar is.

Dank u wel.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.