Vorige week vond er een Rondetafelgesprek plaats in de Tweede Kamer over het onderwerp CRISPR-Cas. Bekijk hier het Rondetafelgesprek terug[1]. Ik was een van de initaitefnemers van dit Rondetafelgesprek omdat ik het belangrijk vind dat we ons als Tweede Kamer goed laten informeren over dit complexe onderwerp. CRISPR-Cas is niet alleen een complex vraagstuk maar uit het Rondetafelgesprek bleek het toch ook een onderwerp te zijn waar heel verschillend over gedacht kan worden. Voorstanders zien CRISPR-Cas vooral als een veelbelovende techniek om op een snelle manier gewassen bijvoorbeeld resistenter te maken tegen ziektes of te zorgen dat ze bijvoorbeeld beter kunnen tegen de gevolgen van klimaatverandering. Tegenstanders wijzen vooral op de risico’s, de glijdende schaal en het gevaar dat wij de lange termijn effecten nog niet weten.
Tijdens het Rondetafelgesprek werd er door de voor- en tegenstanders verschillende vragen en dillema’s gedeeld en tijdens het gesprek was er ook een uitgebreide discussie bezig op Twitter. Omdat CRISPR-Cas een belangrijk onderwerp is leek het mij een goed idee om de vier meest gestelde vragen even kort te behandelen in deze longread zodat we de volgende keer nog een beter gesprek kunnen hebben over CRISPR-Cas.
1. Wat is CRISPR-Cas? Is het GMO? Wat is het verschil?
De klassieke Genetische Gemodificeerd Organisme (GMO), waar 30 jaar geleden de discussie op focuste, is een plant waar een eigenschap in geplaatst is die van buiten de soortsgrenzen kwam. Kortom: een plant met een eigenschap die niet via de natuur had kunnen ontstaan, een zogeheten transgene. CRISPR-Cas is in dat opzicht anders. Met CRISPR-Cas kun je simpelweg een knipje maken in het DNA en de cel het zelf laten repareren (zogeheten SDN1 toepassing). De cel zal hier fouten in maken, en zo ontstaat een mutatie in het DNA. Ook kan CRISPR-Cas gebruikt worden om het knipje te maken in het DNA en de cel te vertellen hoe het gerepareerd kan worden (zogeheten SDN2 toepassing). Daarvoor moet een apart stukje DNA meegestuurd worden de cel in.
Het is ook mogelijk om met CRISPR-Cas een volledig functioneel gen in te bouwen op een specifieke plek (zogeheten SDN3 toepassing). Dat gen kan van binnen de soortsgrens komen (zogeheten cisgenese) of van buiten de soortsgrens (transgenese). De Europese Commissie heeft gesteld dat enkel targeted mutagenesis (dus SDN1 en SDN2) en cisgenese onderdeel zijn van een nieuw wetsvoorstel. Transgenes, dus klassieke GMO, blijven GMO.[2]
2. Wat zijn voor- en nadelen?
Voordelen: versnelling van de veredeling. Dat lijkt een klein voordeel, maar de waarde daarvan moet niet onderschat worden. Veredeling is een zeer langzaam proces, het produceren van één nieuw ras kan variëren van enkele jaren tot enkele tientallen jaren. Een nieuw aardappelras kan zomaar 20 jaar duren(!). Dit komt door de grote variatie in genetica van planten. Het ene gewas heeft twee kopieën van elk chromosoom, net zoals in mensen. Andere planten kunnen wel vier, zes of soms wel 8 kopieën (zoals aardbei) hebben van elk chromosoom, zogeheten polyploïden. Om een eigenschap tot expressie te laten komen in de plant, is het vaak nodig om in alle kopieën van een chromosoom het gen aan te passen. Zeker in polyploïden[3] is dit een tijdrovend proces, vanwege de vele kruisingen die nodig zijn. Door het gebruik van CRISPR-Cas zijn veel minder kruisingen nodig, omdat je direct het gen in alle kopieën van chromosomen kan editen. Daar zit de tijdswinst door gebruik van CRISPR-Cas. Daarmee kan de ontwikkeling van een nieuw ras significant sneller, waardoor er sneller rassen op de markt kunnen komen die beter bestand zijn tegen het veranderende klimaat, die een verhoogde opbrengst hebben om de voedselveiligheid te garanderen, of die beter bestand zijn tegen allerlei ziekten en plagen die de land- en tuinb
Nadelen. Je moet erg veel kennis van plantengenoom hebben. CRISPR-Cas is een geweldige techniek om gericht genen te editen. Je moet daar echter wel precies voor weten welk gen je wil editen. Voor veel gewassen, met name de polyploïden en gewassen in de sierteelt, is nog maar weinig kennis over functies van genen aanwezig. Daarom is het voor veel gewassen nog niet zo eenvoudig om CRISPR-Cas te gebruiken: je moet immers precies je doel weten voor je gericht kan editen.
Mutatie via CRISPR-Cas gebeurt in een enkele cel, niet in een gehele plant. Vanuit die cel, met de succesvolle mutatie, moet weer een plant terug gegroeid worden. Dit kan via een techniek die weefselkweek heet: vanuit weefsel weer een gehele plant kweken. Weefselkweek is een vak apart. Ook daar is erg veel kennis voor nodig, omdat blijkt dat een weefselkweek-protocol zeer gewasspecifiek is. Je kan dus niet voor elk gewas, of zelfs elk ras, hetzelfde protocol gebruiken. Voor elk nieuw ras moet dus een nieuw protocol ontwikkeld worden en ook dat kost veel tijd en investering. Zonder een goed weefselkweek-protocol, heeft het gebruik van CRISPR-Cas geen zin.
3. Wat is beter, CRISPR-Cas of biologisch/natuurinclusief?
Tijdens het Rondetafelgesprek werd door tegenstanders vaak CRISPR-Cas tegenover ‘natuur inclusief’ of ‘biologisch’ gezet. Dat is naar mijn mening een valse tegenstelling. De land- en tuinbouw staan voor grote uitdagingen, gezien de klimaatverandering, groeiende wereldbevolking en de noodzaak tot het gebruik van minder gewasbeschermingsmiddelen. Daarvoor heeft de sector alle tools nodig. Het is dan ook geen kwestie van of-of. Alle uitvindingen/oplossingen/slimme manieren om te helpen deze uitdagingen het hoofd te bieden zijn nodig en moeten de ruimte krijgen en houden. Het gebruik van CRISPR-Cas en aanverwante technieken kunnen een bijdrage leveren, net zoals biologische en natuur-inclusieve landbouw. Geen enkele van deze toepassingen alléén gaat dé oplossing geven voor de problemen die er zijn.
Vaak zien we dat natuurinclusief tegenover innovaties worden gezet, een leesstip is het boek ‘The Wizard and the Prophet’ van Charles Mann. Hij laat zien dat bij veel vraagstukken (landbouw- en energievraagstukken) er twee groepen zijn, de tovenaars die zweren bij innovatie en de profeten die zweren bij natuurinclusief. Maar hij laat heel goed zien dat dit een valse tegenstelling is en dat we de uitdagingen effectiever aanpakken als we samenwerken. Zo is dat naar mijn mening ook bij CRISPR-Cas.
4. Zorgt dit ervoor dat grotere bedrijven meer macht krijgen? Zo ja, kunnen we dit voorkomen?
In zekere zin zien we op het gebied van voedsel al een aantal grote bedrijven veel macht hebben, slechts vier grote investeerders hebben 70% van de wereldhandel in landbouwgrondstoffen in handen. Eerder schreef ik hierover al een opinie[4]. Dus die zorgen begrijp ik als geen ander.
Echter als we de wetgeving níet veranderen zorgt het er juist voor dat grotere bedrijven nog meer macht krijgen. Een aanvraag van een GMO kost erg veel tijd en geld. De kosten voor alleen al een aanvraag voor import van een enkel GMO-product loopt snel in de miljoenen, en de aanvraag voor een GMO vergunning loopt al snel in de (tientallen) jaren. Een bedrijf moet dus beschikken over grote juridische en financiële capaciteit om dit proces te doorlopen. Daarom zijn klassieke GMO op dit moment voorbehouden aan enkel de zeer grote bedrijven. Als de wetgeving niet verandert, dan zal deze situatie ook niet veranderen. Zoals Rijk Zwaan aangaf in hun position paper van het Rondetafelgesprek: “Het zal juist consolidatie van de sector in de hand werken en zal leiden tot afname in het aantal en de variatie van rassen waar boeren en tuinders uit kunnen kiezen.”
Juist verandering van de wetgeving, om deze juridische en financiële drempels weg te nemen, zorgt ervoor dat de technologie door meer bedrijven gebruikt kan worden. Voor het name het mkb zijn de kosten en procedures op dit moment te hoog, en zullen zij hier niet in investeren.
Tegelijkertijd zijn er zorgen over de octrooieerbaarheid van de technologie zelf en de eigenschappen die met de technologie gemaakt worden. Die zorgen zijn niet voor uniek CRISPR-Cas, maar horen bij een langer-lopende discussie over octrooien op natuurlijke eigenschappen. Deze discussie moet zeker gevoerd worden, maar betreft de Europese wetgeving over Intellectueel Eigendom, niet de wetgeving over GMO. Dit is nog wel een onderwerp waar wij als CDA scherp op zullen zijn.
Conclusie
Het is goed dat we over CRISPR-Cas een fundamentele discussie voeren en dat we altijd kritisch de ontwikkelingen blijven volgen. Gezien de uitdagingen waarmee wij als wereld worden geconfronteerd moet ik echter zeggen dat ik vooral het nut- en de noodzaak zie van het aanpassen van de Europese wetgeving als het gaat over CRISPR-Cas.
Wordt vervolgd!
[1] debatgemist.tweedekamer.nl/debatten/crispr-cas
[2] Ter info: National Geographic heeft een artikel geschreven over GMO, wel gefocust op de VS: education.nationalgeographic.org/resource/genetically-modified-organisms. Deze is laagdrempelig en informatief.
Ter info: dit YouTube filmpje geeft op simpele wijze uitleg hoe CRISPR-Cas werkt. Het is opgesteld met de focus op humane toepassingen, maar het werkt hetzelfde in plant: www.youtube.com/watch
[3] blog.biosearchtech.com/tackling-breeding-challenges-for-polyploid-crops
[4] 'Voedselproductie te belangrijk om alleen aan markt over te laten' - Boerderij