CDA staat voor gedegen financieel beleid
In de commissievergadering van 26 juni en de Statenvergadering op 3 juli 2024 werd gesproken over het vaststellen jaarrekening 2023. Statenlid Gertjan Zuur maakte namens het CDA een compliment over de transparante weergave van de cijfers, die een goede vergelijking mogelijk maken.
Voorspellend vermogen en backtesting
In de commissievergadering stelde Gertjan Zuur vast dat het – overigens positieve - resultaat fors afwijkt van de begroting. Het CDA staat voor een gedegen financieel beleid en vraagt actie op het punt voorspellend vermogen. Ambities moeten financieel wel realistisch worden gemaakt. Gertjan Zuur riep op werk te maken van, in het verslag geïntroduceerde begrip “backtesting”: het evalueren van de processen en daaruit lering trekken voor de toekomst. Het college gaf voldoende antwoord op de gestelde vragen. De fractie zal de toezeggingen op deze punten nauwgezet volgen via Provinciale Staten en de betreffende commissies.
Motie CDA begrotingsonregelmatigheden aangenomen
In de vergadering van Provinciale Staten op 3 juli 2024 diende Statenlid Gertjan Zuur namens het CDA een motie in met betrekking tot de manier waarop wordt omgegaan met begrotingsonrechtmatigheden. De motie werd mede ingediend door Christen Unie, D66 en Groen Links. De motie werd met een ruime meerderheid aangenomen.
Dit is het betoog van Gertjan Zuur mbt de begrotingsonregelmatigheden:
Voor het eerst is door het college een rechtmatigheidsverantwoording afgelegd. Dit leidde er ook toe dat de accountant melding maakte van absoluut (dus alle verschillen opgeteld) 153,9 miljoen euro begrotingsonrechtmatigheden. Dat wil zeggen afwijkingen van de diverse begrotingen die niet eerder aan PS waren gemeld. Daar schrokken ook wij van, college. De accountant meldde er echter ook bij dat deze afwijkingen op basis van het door PS vastgestelde normenkader toegestaan waren. We constateren ook al enkele jaren dat er behoorlijke jaarrekeningresultaten worden gemeld, mede, en misschien wel vooral, vanwege begrotingsoverschotten. Het college heeft, voor zover deze beïnvloedbaar zijn, beterschap hierin beloofd. Maatregelen vanuit de Staten om hier grenzen aan te stellen, hebben nog niet plaatsgevonden.Onze fractie vraagt zich af of dit dan niet het moment is om nader onderzoek te laten doen door PS of ons normenkader nog wel past bij de rechtmatigheidsverantwoording, omdat het zo’n hoog bedrag aan absolute begrotingsverschillen goedkeurt. De conclusie kan daarvan zijn dat aanvullende afspraken wenselijk zijn, misschien in de nog te verschijnen begrotingsregels. Maar de uitkomst kan ook zijn dat het huidige normenkader passend is. Graag zou onze fractie dit vanuit haar kader stellende en controlerende rol dit willen laten onderzoeken. Daartoe dienen wij, gesteund door Christen Unie, D66 en Groen Links de volgende motie in:
Tekst van de motie:
Provinciale Staten van Drenthe, in vergadering bijeen op 3 juli 2024
kennis genomen hebbende van de jaarstukken, inclusief accountantsrapport 2023
constaterende dat
- het college in de rechtmatigheidsverantwoording over 2023 een totaal van € 153,9 miljoen aan begrotingsonrechtmatigheden heeft gerapporteerd;
- overschrijdingen van de lasten en overschrijdingen van investeringsbudgetten (kredieten) op basis van de provinciewet onrechtmatig zijn;
- met het totaal van deze onrechtmatigheden de verantwoordingsgrens is overschreden;
- deze begrotingsonrechtmatigheden op basis van de afspraken tussen college en Provinciale Staten in het normenkader wel acceptabel zijn;
van mening zijnde dat
- het wenselijk is Provinciale Staten meer grip te laten krijgen op deze begrotingsonrechtmatigheden;
- het in dit kader wenselijk is om de afspraken die hierover zijn gemaakt in het normkader te heroverwegen;
- inzake een mogelijke aanpassing eerst nader onderzoek nodig is;
verzoeken
- de Werkgroep P&C cyclus, waar nodg ondersteund door de externe accountant, en in afstemming met het college te laten onderzoeken en met een voorstel aan Provinciale Staten te laten komen, of en in hoeverre het mogelijk is de financiële verordening (art. 5 en 6) en/of de begrotingsregels (waarvan wij aannemen dat die nog moeten worden opgesteld en in november aan PS ter goedkeuring worden aangeboden) zodanig aan te passen dat Provinciale Staten meer grip krijgt op deze begrotingsonrechtmatigheden, bijv. door het verplicht stellen dat GS bij het overschrijden van vastgestelde grenzen (absoluut en/of realtief) melding van moet maken aan PS bij een afwijking of overschrijding. Dit om te bevorderen dat GS scherper begroot en PS voldoende grip op de financiën houdt.