18 oktober 2024

CDA wil weten waar landbouw de ruimte krijgt

In de commissievergadering van 16 oktober 2024 werd gesproken over een brief van GS waarin PS werd geïnformeerd over het vervolgproces DPLG.
Bij het aantreden van het nieuwe kabinet is er sprake van een nieuwe koers waarin de bakens verzet worden. NPLG wordt stopgezet. Het college van GS heeft aangegeven op hun beurt te stoppen met DPLG, maar wel verantwoordelijkheid te nemen voor het provinciale deel van de wettelijke opgaven. Statenlid Sonja Hilgenga reageerde namens het CDA op de drie punten die in de brief van het college behandeld zijn:

DPLG – blij met intensief betrekken landbouw
Voor wat betreft DPLG was mevrouw Hilgenga blij te horen dat de landbouw intensief wordt betrokken bij het realiseren van de opgaven die er landelijk zijn vastgelegd voor natuur, water en agrarisch natuurbeheer. Zij benadrukte dat het CDA veel waarde hecht aan participatie van direct betrokkenen bij gebiedsprocessen op dit vlak. Het CDA wil graag geïnformeerd worden over de uitwerking hiervan.

CDA wil weten waar landbouw de ruimte krijgt 
Het is goed dat de gedeputeerde aan de slag is gegaan met een no-regret kaart. Sonja Hilgenga is blij te vernemen dat op de opgaven kaart geen specifieke invulling is aangewezen maar benoemd dat er een x-aantal opgaven liggen in dit gebied. Voor het CDA is het vooral van belang om te weten waar de landbouw zeker de ruimte krijgt om daarmee ook bijvoorbeeld de PAS-melders landingsplaatsen aan te wijzen.

Zorgen over publiceren opgavenkaart
Sonja Hilgenga vroeg hoe de gedeputeerde kijkt naar de risico’s van een opgavenkaart? Het CDA heeft zorgen over de gevolgen van het publiceren van deze kaart: voor de waarde van grond en daarmee soms ook het onderpand van inwoners. Zij vroeg de gedeputeerde om verstrekking van een lijst van organisaties die input hebben gegeven voor de nieuwe landbouwkoersnota.

Het hele betoog van mevrouw Hilgenga lezen? Klik hier
 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.