04 maart 2022

Geld en mensen nodig voor oplossing stikstofproblematiek

De provincies hebben op dit moment en in de toekomst verschillende beleidsvormende en regisserende taken op het terrein van natuur, landbouw en stikstof en het Rijk heeft hiervoor nog slechts beperkt geld aan de provincies beschikbaar gesteld voor verschillende programma’s. Nu komen de stikstofopgave vanuit het Programma Stikstofreductie en Natuurverbetering en de transitieopgave landelijk gebied (op basis van het Nationaal Programma Landelijk Gebied) erbij. De komende jaren is een stevige inzet nodig op stikstofreductie, natuurherstel en ontwikkelruimte in het kader van de gebiedsgerichte aanpak stikstof. Om de gebiedsgerichte aanpak op te starten en uit te voeren zijn capaciteit en middelen nodig. Dit leidt tot extra personeelsinzet en uitvoeringskosten voor de provincies, evenals overigens voor gemeenten en waterschappen. Voor de komende drie jaar is een inschatting gemaakt van de benodigde capaciteit en middelen en daarom vraagt het College van Gedeputeerde Staten om een bedrag van € 3.631.250, -- voor 2022 beschikbaar te stellen.

Gebiedsgerichte aanpak Haarlemmerolie
Gertjan Zuur is onder meer woordvoerder financiën van de CDA-Statenfractie en hij pleitte voor een integrale aanpak van maatschappelijke opgaven zoals klimaatverandering en de gevolgen daarvan, de overgang naar duurzame energie, de ruimtelijke opgaven zoals de bouw van een miljoen nieuwe woningen, het versterken van de natuur en biodiversiteit, het behoud van het landschap en de vitaliteit van onze landbouw. ”Een regionale gebiedsgerichte aanpak heeft de voorkeur. Het lijkt daarmee hét wondermiddel, oftewel Haarlemmerolie, voor het in beeld brengen van de opgaven op gebiedsniveau en om te kijken ‘waar het schittert en waar het schuurt’. Dat is ook de beoogde aanpak voor het vorig jaar op 21 april vastgestelde Koersdocument Drentse aanpak Stikstof. De CDA-fractie heeft ook de overtuiging dat alleen op die manier een toekomstbestendige oplossing gevonden kan worden, met en vanuit samenwerking en gericht op draagvlak en dat mag wat kosten. Maar het voorkomt, tot op heden, ook grote geschillen en rechtszaken in onze provincie. Want de kosten van díe schade zijn vele malen groter, zo is onze overtuiging. En het is goed dat de provincie niet wacht met het investeren in capaciteit totdat het Rijk met geld over de brug komt, wat overigens niet kan uitblijven, daar vertrouwt onze fractie op. De arbeidsmarkt is krap op dit terrein, zie ook de economische barometer Noord-Nederland.”

Compensatie van het Rijk
Om een goede afweging te kunnen maken had de CDA-fractie volgens Gertjan Zuur nog wel enkele vragen voor de verantwoordelijke gedeputeerde Henk Jumelet. Zo wilde hij weten wat de extra aan te stellen medewerkers nu precies gaan doen, welke verplichtingen de provincie nu al is aangegaan en hoe groot de compensatie van het Rijk is. Gedeputeerde Henk Jumelet gaf aan dat door krapte op de arbeidsmarkt en de te verwachten grote aantallen specialistische medewerkers, die andere provincies, gemeenten en Waterschappen gaan werven, al is voorgesorteerd. Er komen in Drenthe twaalf gebiedsprocessen met twaalf zogenaamde stikstoftafels die allemaal ondersteuning van ambtenaren nodig hebben. Er zal onderzoek nodig zijn waarvoor mensen met bepaalde specialismen nodig zijn. En ook het traject voor de vergunningenafgifte vereist meer capaciteit, ook kwalitatief. Het Interprovinciaal Overleg (IPO) overlegt volgens Henk Jumelet met het kabinet over de vergoedingen die alle provincies nodig hebben bij het oplossen van de stikstofproblematiek. Daarnaast beoordeelt de Raad voor Openbaar Bestuur de gevolgen van deze nieuwe werkzaamheden voor de bijdrage die de provincies jaarlijks ontvangen. Daarmee wordt verwacht dat de bijdrage vanuit het Rijk voor de hiervoor te maken kosten door de provincie ook structureel zal worden gedekt. Zowel het IPO als ook de provincie zullen dit nauwgezet volgen.  
 

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.