Informatie over economische activiteiten NOM moet beter
De Noordelijke Rekenkamer (NRK) doet onafhankelijk onderzoek naar de effectiviteit, doelmatigheid en doeltreffendheid van provinciaal beleid dat wordt gevoerd door de provincies Groningen, Fryslân en Drenthe. Onlangs heeft de NRK onderzoek gedaan naar de kwaliteit van de informatie zoals het College van Gedeputeerde Staten die over de Noordelijke Ontwikkelingsmaatschappij (NOM) geeft aan de leden van Provinciale Staten. Sinds 2016 zijn de drie Noordelijke provincies gezamenlijk voor 50% eigenaar en hebben zij doorslaggevende zeggenschap over het investeringsbeleid van de NOM. De overige 50% van de aandelen zijn in handen van het Rijk. Volgens de NRK staan de werkzaamheden van de NOM op afstand van de provincie. Daardoor is het voor Provinciale Staten volgens de NRK soms lastig om hun controlerende taak goed uit te voeren aangaande de NOM.
Balanceren
“Het belang om in Noord Nederland een gemeenschappelijke strategie voor economische groei te hanteren is voor het CDA met name gewenst om niet alleen Drents te denken maar veel breder regionaal”, zegt Bart van Dekken. Hij is voorzitter van de CDA-Statenfractie en vindt ook dat Provinciale Staten het expliciet Drents belang voor ogen moet houden maar dat is volgens hem een kwestie van balans. Hij riep zijn collega’s, die het overleg met de provincies Groningen en Fryslân voorbereiden, dit onderwerp daar met de andere noordelijke provincies te agenderen. ”Wat doe je dan bijvoorbeeld als provincies samen en waar wil je economische innovatie exclusief houden als provincie, dat vind ik een interessant vraagstuk.”
Nuanceer te hoge verwachtingen
Verder vindt Bart van Dekken het merkwaardig dat Provinciale Staten zo voortgaat met de informatie rondom de NOM. “We blijven te veel output gericht kijken naar gewenste effecten die kunnen optreden. Ik ben het met de NRK eens dat we veel meer aan de voorkant moeten zoeken naar goede indicatoren rondom de meerwaarde van economische initiatieven of bedrijven die zich hier willen vestigen. Dat moet nog steeds beter zo begrijpen wij. Objectiveer en nuanceer al te hoge verwachtingen rondom bijvoorbeeld themaparken of ijsbanen in termen van werkgelegenheid en verlies van ruimtelijk gebied. Het CDA snapt ook wel dat soms vertrouwelijkheid geboden is om majeure investeerders naar Drenthe of het Noorden te krijgen. Ik denk hierbij aan het TESLA- dossier. En we snappen ook dat ons College van Gedeputeerde Staten een bepaalde mate van comfort moet voelen om binnen die kaders van vertrouwelijkheid de goede dingen te blijven doen, en die krijgt dit College van ons ook.”
Toezegging
Het CDA is het eens met de aanbeveling van de NRK om de indicatoren voor een effectief rendement te verbeteren. “Ik ben het daar van harte mee eens”, zegt Bart van Dekken. “De wegingskaders op input, de frustratie al of niet bij bedrijven die worden afgewezen of veelvuldig verbetering van argument moeten aanleveren bereiken ons ook. Daarom vraag ik aan de gedeputeerde hoe we het proces van informeren richting de Staten op dit punt kunnen verbeteren. Wij willen zowel vanaf de verschillende beleidstafels als rondom de NOM beter en inhoudelijker geïnformeerd worden dan nu wordt gedaan.” Verantwoordelijk gedeputeerde Willemien Meeuwissen deed die toezegging en gaf aan bij het opnieuw vaststellen van het strategisch kader daar rekening mee te houden.