Kritisch op democratisch gehalte bij nieuwe omgevingsverordening
De verwachting is dat de Omgevingswet op 1 januari 2023 in werking treedt. Voor de provincie is nu één van de belangrijkste stappen het vaststellen van een nieuwe Omgevingsverordening, omdat de huidige Omgevingsverordening komt te vervallen bij inwerkingtreding van de Omgevingswet. In de Commissievergadering Omgevingsbeleid stond woensdag 15 juni jl. het ontwerp Omgevingsverordening op de agenda. Inhoudelijk is het voorliggende ontwerp een voortzetting van de bestaande regelgeving, maar dan wel in een vorm die in overeenstemming is met de Omgevingswet. Dit betekent dat de omgevingsverordening in sommige gevallen onderwerpen bevat die voorheen elders werd geregeld zoals de provinciale monumenten en de zwemwaterveiligheid. Eerder al heeft Provinciale Staten aanpassingen vastgesteld over maximering van zonneakkers in Drenthe en om het bouwvlak van een intensieve veehouderij uit te breiden wanneer dit noodzakelijk is voor een verbetering van het dierenwelzijn.
Delegatiebesluit
Naast de vaststelling van de Omgevingsverordening Drenthe 2023 ligt ook de vaststelling van het bijbehorende ‘delegatiebesluit’ voor. De Omgevingsverordening zoals wij die onder het huidige recht kennen, bevat artikelen waarin Gedeputeerde Staten bepaalde bevoegdheden krijgen. Denk aan het wijzigen van de kaarten of het stellen van nadere regels. Onder de Omgevingswet kan delegatie nog steeds, maar gaat dit op een andere manier. Nu is het voorstel om een separaat delegatiebesluit vast te stellen, waarin wordt aangegeven welke delen door het College van Gedeputeerde Staten kunnen worden gewijzigd.
Overdragen van bevoegdheden
“Beleidsinhoudelijk verandert er niet zo veel”, zegt Klaas Neutel, commissielid voor het CDA. “De omgevingswet wordt zo goed als beleidsneutraal ingevoerd. In onze wetgeving hebben veel zaken met elkaar te maken. Het is dus goed om die verbondenheid tussen regels en wetten in kaart te brengen. De ervaring met politiek gestuurde regelgeving is wel dat je goed moet letten op het effect van de regelgeving. Dat hebben we gezien met het toeslagenschandaal en met de stikstofwetgeving. Ook als een aantal wetten worden samengevoegd met de bedoeling het te vereenvoudigen of overzichtelijker te maken moet je goed oppassen. Je loopt kans dat de wetgeving dermate complex wordt dat een modale volksvertegenwoordiger moeite heeft alles te overzien laat staan dat een niet ingewijde burger door de bomen het bos nog ziet. Het belangrijkste in het voorliggende Statenstuk is het delegatie besluit. Het komt erop neer dat de volksvertegenwoordiging, Provinciale Staten, de bevoegdheid overdraagt aan het College van Gedeputeerde Staten waar zij nu zelf eigenlijk over gaan. En dat met het argument van efficiency en duidelijkheid. Met andere woorden, Gedeputeerde Staten krijgt meer macht ten koste van de invloed die eigenlijk bij Provinciale Staten hoort te liggen. Niet alleen Provinciale Staten moet goed opletten of er geknaagd wordt aan hun rechten, dat geldt evenzeer voor gemeenteraden. Want ook gemeenteraden moeten goed opletten of zij akkoord gaan met het verlies van invloed onder de Omgevingswet.” Klaas Neutel vroeg zich af wat bedoeld wordt met de opmerking van Gedeputeerde Staten dat niet beoogd wordt bevoegdheden te creëren die nu nog niet bestaan. ”Bevoegdheden die nog niet bestaan, dat is cryptisch en ik wil graag een nadere duiding. Het blijft voor een volksvertegenwoordiger zaak hier kritisch en alert op te blijven. Het komt erop neer dat wij als Provinciale Staten kaders moeten stellen binnen welke het College van Gedeputeerde Staten vrij kan opereren. Dat kaderstellen is in de praktijk niet zo makkelijk gebleken.”
Hij wilde weten op welke manier Provinciale Staten op de hoogte worden gehouden van de besluiten die verandering aanbrengen in de omgevingsverordening. Verantwoordelijk gedeputeerde Brink gaf aan dat Provinciale Staten mag rekenen op de politieke antenne van het College van gedeputeerde Staten en bij gevoeligheden geïnformeerd zal worden.
Omgevingswaarde
Een nieuw instrument in de Omgevingswet is het werken met ‘omgevingswaarde’. Die omgevingswaarde moet objectief meetbaar zijn. “Van objectief meetbaar is het CDA een voorstander”, zegt Klaas Neutel. “Te veel wordt er momenteel uitgegaan van modellen en de meetbaarheid wordt dan wel eens naar de achtergrond geschoven. Hier zijn wij als CDA zeer kritisch op. Er moet meer aandacht zijn voor de menselijke maat. Over de inhoud van de voorliggende omgevingsverordening kunnen wij het eens zijn met het voorstel. Op het punt van het democratisch gehalte zullen wij kritisch blijven.”