19 mei 2021

Provincie moet investeren en uitgeven, niet oppotten

Op woensdag 19 mei jl. werd de commissievergadering FCBE (Financiën, Cultuur, Bestuur en Economie) gehouden en behandeld werd ondermeer de Jaarstukken 2020 waarin een overzicht van de baten en lasten van de provincie in 2020. Over dat jaar werd een positief resultaat van ruim 25 miljoen euro geboekt, een resultaat waar CDA-woordvoerder Gertjan Zuur wel wat op te merken had. Overheidsgeld moet volgens hem besteed worden niet opgepot. Hieronder integraal zijn bijdrage tijdens het debat.

“Voorzitter,
Achter ons ligt een bijzonder jaar. Vooral ook qua uitgaven en investeringen, of beter eigenlijk, het gebrek daaraan gezien het overschot op deze jaarrekening. Want dat beeld blijft wel hangen bij het doorlezen van de geagendeerde stukken en het voorbereiden van dit agendapunt. Zeker, het afgelopen jaar stond vanaf medio maart in het teken van een wereldwijde pandemie. We konden de impact toen nog niet half overzien. Sociale samenhang en de juiste dingen doen is nog belangrijker geworden. Maar hebben we dat als provincie dan ook gedaan, het afgelopen jaar? We vormden diverse voorzieningen, potjes waar bedrijven en instellingen uit de meest getroffen branches een beroep op konden doen. Maar we moesten ook in december al constateren dat bij veel van deze tegemoetkomingen het aanbod groter was dan de vraag. Lang niet alle gelden werden benut. En daarnaast bleek ook nog eens veel via de reguliere budgetten of reserves te financieren.”

Fors overschot 
“Vorig jaar spraken wij over de  systematiek van financieren, ramen en reserveren. Ik blijf mij, meer ervaren in gemeenteland, hierover verwonderen in het voor mij nog altijd bijzondere provincielandschap. Over 2019 al was sprake van een relatief fors overschot van vijf procent, terwijl de norm maximaal drie procent is. De accountant wees daar toen al terecht op. Maar dit jaar is dat percentage nog eens ruimschoots overtroffen en samen met de derde begrotingswijziging in december van eenentwintig miljoen euro meer dan verdrievoudigd! Oftewel ruim zeventien procent van het jaarbudget. Menig commercieel bedrijf zou jaloers zijn op zo’n ‘winst’, evenals de aandeelhouders! Maar níet de aandeelhouders, de inwoners van Drenthe, en wij als hun volksvertegenwoordigers zeker niet! Was dit een verrassing? Voor ons als Provinciale Staten in ieder geval wel, maar zo lezen wij, óók voor het college van Gedeputeerde Staten! Want, en ik citeer, ‘samen met de beleidsteams hebben wij eind 2020 alle budgetten gescreend en gekeken waar bijstellingen mogelijk waren’. En dan toch nog geen half jaar later nóg een overschot van vijfentwintig miljoen euro. En dat baart het CDA zorgen.”

Ruimte voor extra bestedingen
“Het college is hier nu gelukkig direct mee aan de slag gegaan, zo valt te lezen in het collegevoorstel. De teugels worden aangetrokken en terecht, want hiervoor zijn wij als provincie niet op aard. Zo worden onder andere de bestedingsplannen onder de bestemmingsreserves geactualiseerd. Een goed voornemen, alhoewel, alle reserves waren recent toch juist tegen het licht gehouden? En past het dan wel om dan toch nu alweer negentien miljoen euro uit het overschot aan die bestemmingsreserves toe te voegen? Is dat nodig? Ligt daar dan nu al wél een onderbouwing aan ten grondslag? Graag de reactie van het college op deze vragen. En mocht er ruimte blijken voor extra bestedingen of investeringen, en eigenlijk gaan wij daar wel van uit, dan hebben wij wel ideeën hiervoor. Er is vanuit de afgelopen Investeringsagenda Plus wel wat blijven liggen volgens onze fractie. En denk ook aan voorstellen, passend bij de komende na-Corona gerelateerde herstelperiode, gericht op de sociale samenhang met maatwerk voor stad en platteland en met daadwerkelijk oog voor de noden van het MKB. Wij verwachten in dat kader een uitdagende Kadernota 2022 en dito debat. Maar dan wél met als uitgangspunt: realistisch begroten, alleen indien nodig reserveren én vooral investeren en uitgeven. Wellicht een idee voor een Investeringsagenda Triple Plus, waardoor Drenthe in al haar facetten juist nóg sterker uit de Corona-periode komt?”

Interne verbeteringen
“Onze fractie blijft graag nauw aangesloten bij de door het college voorgestelde, en zo begrijpen wij, reeds in gang gezette interne verbeteringen ten aanzien van de beheersorganisatie. Dit kan via de werkgroep Programmabegroting, maar ook graag als Provinciale Staten. Dank namens onze fractie voor de beantwoording van onze schriftelijke vragen en heldere antwoorden. Nog wel één aandachtspunt, en dat is vaker opgemerkt ook door andere partijen, de waardering met rood, oranje en groen. Wij hebben daar een paar vragen over gesteld. Natuurlijk zien, wij zéker, graag veel groen. Maar er wordt soms wel erg snel ‘afgevinkt’. Het deed ons soms denken aan het volgende: Ik stelde als doel het huis het afgelopen jaar te schilderen. Ik heb ik december nog net de verf gekocht en daarmee kan ik dit doel afvinken. Graag zouden wij deze waardering wat kritischer laten uitvoeren.”
Als reactie stak verantwoordelijk gedeputeerde Bijl namens het College van Gedeputeerde Staten de hand in eigen boezem. Volgens hem  moet beter gemonitoord worden, zijn er nu driemaandelijkse management rapportages en moeten doelstellingen scherper geformuleerd worden. Met dat laatste ging hij in op het voorbeeld van Gertjan Zuur over het schilderen van het huis.

De jaarstukken werden tijdens de vergadering van Provinciale Staten, gehouden op woensdag 2 juni, ongewijzigd vastgesteld.   

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.