23 mei 2022

Voorstel CDA voor vast agrarisch contactpersoon bij gemeente overgenomen

Donderdag 19 mei debatteerde de gemeenteraad over de kaders van het landbouw-transitiefonds. Het CDA stelde voor om naast geld ook een functionaris aan te stellen die vergunningstrajecten kan versnellen. Iemand met kennis van zaken. Iemand die agrariërs kan helpen bij de transitie. Dit voorstel werd breed ondersteund. De wethouder gaat het collegeprogramma hierop aanpassen.

Het landbouw-transitiefonds wordt gebruikt om een subsidieregeling te ontwikkelen waarmee projecten kunnen worden gefinancierd. De projecten helpen ondernemers om nog toekomstgerichter te worden. Er is een bedrag beschikbaar gesteld van €300.000 voor de komende 3 jaren.

Het landbouw-transitiefonds
De gemeenteraad heeft op 7 november 2019 een motie aangenomen waarin het college werd verzocht om de mogelijkheden te onderzoeken op welke wijze de landbouw ondersteund kan worden bij het toekomstbestendig maken van de sector. In 2021 sprak de raad twee avonden met de agrariërs om te horen waar er behoefte aan is. Vervolgens is er een onderzoek onder de agrarische ondernemers uitgevoerd door middel van een enquête en keukentafelgesprekken. In combinatie met de dialoogavonden is van hieruit het discussiestuk ontstaan, dat als basis diende voor het debat van 19 mei. 

Vast aanspreekpunt bij gemeente 
Uit het onderzoek en dialoogavonden is naar voren gekomen dat onder de agrariërs in de Wolden behoefte is aan een snellere voortgang van vergunningstrajecten, ondersteuning van vergunningsaanvragen en een aanspreekpunt. Iemand, die de taal van onze agrariërs spreekt en kennis van  de landbouw heeft, binnen de gemeente de Wolden. Het CDA stelde voor om naast de 3 ton, op zoek te gaan naar een functionaris, die goed bereikbaar is, en die deze rol kan vervullen. 
Andere partijen ondersteunden ons voorstel. De wethouder zegde zelfs toe dat het nieuwe collegeprogramma hierop wordt aangepast.

Bestaansrecht agrarische gezinsbedrijven
Woordvoerder Koop Drost, raadslid CDA:  “Het discussiestuk zoals nu ingebracht gaat teveel in op duurzaam produceren en nevenactiviteiten, waarbij met name de aandacht gaat naar people en planet en niet naar profit. Een bedrijf hoort winst te maken, en wanneer die er niet is heeft een bedrijf geen bestaansrecht. De Wolden kent met name agrarische gezinsbedrijven. Het CDA vindt dat de transitie naar toekomstgerichte landbouw vooral moet komen van agrarische gezinsbedrijven die primair hun inkomen uit de landbouw halen. En geld moet dus voor deze landbouwbedrijven beschikbaar komen. Dat missen we in het discussiestuk. 
Drost benadrukte dat we moeten uitkijken dat dit een regeling wordt, waar geld voor vrij wordt gemaakt, maar weinig oplevert. De projecten moeten ten dienste staan aan toekomstgerichte landbouw. Het geld moet daadwerkelijk bij onze agrarische ondernemers terecht komen.

Kaders landbouw transitiefonds
De raad debatteerde over vijf voorgelegde kader voor het fonds. Basis voor CDA is dat toekomstgerichte landbouw, landbouw is waarbij gezinsbedrijven het overgrote deel van huninkomen uit de primaire landbouw  halen. Daarnaast pleit het CDA ervoor dat er geen geld naar ondernemers vloeit buiten de landbouw. En geen projecten te financieren waar al regelingen voor bestaan. Ook vindt het CDA dat een waardering moet worden toegekend aan projecten: hoe meer agrariërs aan het project mee doen, hoe groter het gebied en daarmee impact. Deze initiatieven zouden meer waardering moeten krijgen in de vorm van een puntensysteem.
Het CDA wil dat ingediende projecten gewaardeerd worden op vooraf gestelde uitgangspunten en op basis hiervoor een beoordeling krijgen van wel of niet doorgaan, of eventuele aanpassingen. Koop Drost: “Hoe gaan we de projecten beoordelen? Gaan we punten toekennen aan projecten of is het wie het eerst binnenkomt, wie het eerst haalt? Dat vinden wij wel heel belangrijk. Hoe worden ze gewaardeerd? Wie waarderen de projecten? Daarin denken wij aan een onafhankelijke commissie” 

Vervolg:
Op basis van de discussie komt het college met een raadsvoorstel, dat 30 juni in de raad ter besluitvorming wordt voorgelegd.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.