Bijdrage Klaas Neutel aan Nieuwe Natuurbeschermingswet Staten
Op 1 januari 2017 wordt de nieuwe Wet Natuur Bescherming (WNB) van kracht. Voor de provinciale vertaling van deze WNB is de Provinciale Omgevings Verordening (POV) aangepast.In de Statencommissie is daar onlangs over gesproken.In mijn bijdrage, namens de CDA-fractie, heb ik daar het volgende over gezegd:
Nederland is een klein land en dichtbevolkt.Dat betekent dat mens en natuur overal dicht bij elkaar staan.
De natuur leeft en verandert.De mens is hier niet weg te denken uit de natuur, er is hier geen natuur zonder de mens.Je kunt zelfs de stelling aan dat er in Nederland geen natuur is die niet door mensen is aangelegd.Wilde natuur is er niet. Overal leven, werken, recreëren mensen dicht bij de natuur.Een van de uitgangspunten van het CDA is het Rentmeesterschap. Met Rentmeesterschap bedoelen we dat de wereld niet van ons is, maar dat we die te leen hebben. En iets wat je leent moet je weer heel terug geven. Teruggeven doen wij niet met de natuur, maar wel vooruit geven. We geven de natuur, deze wereld, door aan de volgende generaties. We moeten dus als goede rentmeesters de aarde beheren en bewaren.We moeten dus goed zorgen voor onze natuur. We moeten natuur dus niet behandelen als iets afstandelijks, maar als iets waar wij dagelijks mee om moeten gaan. Daarnaast moeten we ons ook afvragen op welke manier we moeten ingrijpen in de natuur, waarbij we goed voor ogen moeten houden dat de natuur zichzelf ontwikkelt en zich op eigen kracht ontwikkelt. Het moet in de natuurbeschermingswet, en dus in de provinciale vertaling van deze wet in een verordening, gaan over hoe wij omgaan met de natuur in ons midden. Ik gebruikte net de termen beheren en bewaren. In het huidige natuurbeleid spreken we over drie andere B’s: Beschermen, beleven en benutten. Drie gelijkwaardige termen. Dat is in zekere zin een breuk met het verleden, toen het alleen over beschermen ging. Beleven en benutten past heel goed in het beeld dat we in deze tijd graag hebben van de natuur. Mensen willen kunnen ontspannen in de natuur en kunnen genieten van de natuur. Benutten doen we natuurlijk dagelijks door te eten. Of je nu herbivoor, carnivoor, of zoals de mens omnivoor bent, we benutten allemaal de natuur. Landbouw is ook natuur. Dus bij beschermen moeten we de landbouw niet vergeten. De verordening is een beleidsarme ontwikkeling op grond van de nieuwe natuurbeschermingswet. Maar de wet beslist wel over eigendom van anderen. Of je nu eigenaar bent of pachter, je wilt kunnen bepalen wat er met je grond gebeurt en wie er toegang toe heeft. Daarom is het goed dat deze verordening is opgesteld in goed overleg met de stakeholders. De verordening gaat er ook over hoe je met overlast omgaat. Lastig daarbij is dat wat voor de een overlast is, voor de ander een genot kan zijn om te beleven. We hebben het dan over tegenstrijdige belangen. Als voorbeeld wil ik noemen het beheer van de bermen. Daar kunnen tegenstrijdige belangen in meespelen. Om een rijke vegetatie te kunnen bevorderen, moet je niet al te vaak maaien. Maar als het Jacobskruidkruis weer gaat bloeien, worden veel boeren terecht zenuwachtig omdat dit kruid een bedreiging vormt voor de veestapel. Introductie van nieuwe soorten in onze provincie is een lastige. Kun je de gevolgen van de introductie wel goed overzien? De introductie van de bever is in ieder geval geen onverdeeld succes.Het Waterschap Peel en Maasvallei moet inmiddels twee ton per jaar uitgeven om de overlast van de bevers te bestrijden. Als wij het edelhert naar Drenthe willen halen moeten we aan de voorkant een paar dingen goed afspreken:
1. Als door deze overheidsmaatregel schade ontstaat, moet de overheid die schade volledig vergoeden
2. Van te voren moet bekend zijn wat te doen als er te veel van die soort komen. Je moet achteraf geen gezeur krijgen als de soort op niveau moet blijven door afschot. Faunaschade moet binnen 7 dagen worden gemeld. Wat het CDA betreft moet er ook een termijn komen waarop de overheid gereageerd moet hebben op de aanvraag. En als de aanvraag voor faunaschade niet binnen die termijn is behandeld moet de schade automatisch worden uitgekeerd. We voeren deze verordening beleidsarm in. Dat moet betekenen dat er in de praktijk niet veel verandert. Op het gebied van beheersing van populaties, hoe deze regeling uitpakt voor de stakeholders heeft mijn fractie nog wat vraagtekens. Maar daar kunnen we voorlopig mee leven, mits we met elkaar afspreken dat de regeling regelmatig wordt geëvalueerd en waar nodig wordt bijgesteld.
Tenslotte: Ergens in de toelichting wordt gewag gemaakt van het Gezonde verstand gebruiken. Dat is een opmerking die voor de hele natuurbescherming geldt. Dus geen sentimenteel gedoe, het gezonde verstand gebruiken in beschermen, beheren en benutten.
Klaas Neutel