Verkiezingsprogramma 2014-2018
Het CDA is een brede volkspartij die midden tussen de mensen staat. Via de lokale politiek zet het CDA zich met de burgers van Midden-Drenthe in om zaken voor elkaar te krijgen. Het CDA wil een gemeente waar het goed is om te leven, te werken en te wonen. Waar mensen naar elkaar om willen zien en samen tot veel in staat zijn. Dat past bij het christendemocratisch mensbeeld: ruimte voor identiteit en het geloof dat je niet alleen voor jezelf leeft. Het CDA wil de komende jaren verder bouwen aan een gemeenschap waarin mensen elkaar kennen, samen naar oplossingen zoeken en naar vermogen een steentje bijdragen. Mensen die, om welke reden dan ook, niet mee kunnen doen willen we helpen. We verzetten ons tegen aantasting van onze gemeenschap.
Het CDA wil daarvoor vijf bewegingen in onze samenleving inzetten:
1.Mensen maken hun leefomgeving;
2.Van grenzen naar ruimte;
3.Voorkomen is beter dan genezen;
4.Iedereen doet mee;
5.Niet alles is in geld uit te drukken.
1.Mensen maken hun leefomgeving
Ons ideaal is een gemeente waarin zoveel mogelijk mensen zich thuis voelen en hun persoonlijke bijdrage leveren. Dat vraagt om nieuwe vormen van betrokkenheid van inwoners en een ondersteunende overheid.
1.1 Een ondersteunende overheid
Bij een ondersteunende overheid past een gemeente die dienstbaar en betrouwbaar is en ruimte biedt aan initiatieven. Door samenwerken komen we in beweging. Dat betekent dat de gemeente samen met de burger naar oplossingen gaat zoeken: niet kijken wat er mag, maar uitzoeken wat er kan. De gemeentebestuurders staan positief tegenover nieuwe initiatieven. De inwoners worden gevraagd actief mee te denken en te doen.
Beheer maatschappelijke voorzieningen. Verenigingen beheren zoveel mogelijk zelf voorzieningen als buurtgebouwen en sportaccommodaties. De gemeente betaalt daarbij een vergoeding aan betreffende vereniging.
Nieuw beleid. Bij voorbereiding van nieuw beleid, zoals bestemmingsplannen of
inrichting van groen, straten en pleinen, worden burgers, maatschappelijke organisaties en ondernemers betrokken.
Dorps- en buurtraden. De gemeente ondersteunt een actief dorps- en buurtradenbeleid. Initiatieven vanuit dorpen of buurten voor een betere leefomgeving worden gestimuleerd.
De gemeente reserveert hiervoor jaarlijks een bedrag.
1.2 Een dienstverlenende overheid
Bij een dienstverlenende overheid hoort een snelle en gemakkelijk toegankelijke informatievoorziening van de gemeente naar de burger. De gemeente zorgt voor een goede communicatie door efficiënt te reageren op vragen van burgers. Voor een kwalitatief goede dienstverlening is voldoende kennis van zaken noodzakelijk. Bij het zo efficiënt mogelijk opdoen van kennis wordt niet alleen binnen de ambtelijke organisatie gekeken maar ook daarbuiten.
Contact met de gemeente. De gemeente houdt met de openstelling van het gemeentehuis rekening met de werktijden van mensen. Burgers die niet zelf naar de balie kunnen komen wordt een flexibele oplossing geboden. De burger houdt de keuze hoe zij contact met de gemeente wil: internet, telefoon of contact aan de balie. Voor contact via internet is een gemakkelijk toegankelijke website noodzakelijk. De burger dient gemakkelijk te kunnen zien waar men met welke vragen terecht kan.
Samenwerking met andere gemeenten. Het CDA vindt het belangrijk dat een gemeente weet wat er leeft bij de mensen. Het bestuur dient korte lijnen met de inwoners te hebben. Het CDA is voor samenwerking met andere gemeenten, wanneer dat goedkoper is of wanneer de kwaliteit hierdoor verhoogd kan worden.
Midden-Drenthe is een Europese gemeente. Het CDA vindt het belangrijk dat er voldoende Europese kennis aanwezig is bij gemeenten om actief aan te sluiten bij de Europese markt en maximaal gebruik te kunnen maken van Europese subsidies.
1.3. De lokale cultuur
Samenleven komt ook tot uitdrukking in wat inwoners cultureel met elkaar ondernemen. Geschiedenis, archeologie, monumenten en immaterieel erfgoed dragen bij aan de identiteit van de gemeenschap. Bewaren wat waardevol is, is een gezamenlijke opdracht.
Kunst in openbare ruimten wordt gestimuleerd door expositiemogelijkheden aan te bieden aan lokale kunstenaars. Waar mogelijk wordt hiervoor samenwerking met het bedrijfsleven gezocht.
Ontmoeting met cultuur is belangrijk voor de ontwikkeling van kinderen. Cultuureducatie via scholen is een vertrekpunt van het culturele beleid. Alle instellingen dragen daaraan bij.
De bibliotheek is een belangrijke voorziening die op redelijke afstand beschikbaar dient te zijn voor elke inwoner van Midden-Drenthe. Wanneer een dorp niet meer beschikt over een bibliotheek dan worden er alternatieven geboden zoals een uitleenpunt in een buurthuis of hulp bij het digitaal reserveren van boeken.
Nieuwe media zorgen voor nieuwe contacten. Internet biedt veel mogelijkheden, denk aan het thuiswerken, interactieve TV en telefonie via internet (VOIP). Wij verwachten dat er in de toekomst nog veel meer kansen liggen via het snelle netwerk zoals zorg op afstand voor het onderwijs en voor welzijnstaken. In het beleid heeft de gemeente oog voor deze ontwikkeling. De gemeente zet zich actief in voor realisatie van een snelle internetverbinding voor alle inwoners.
2. Van grenzen naar ruimte
Een ondersteunende overheid die uitgaat van een betrokken samenleving en eigen verantwoordelijkheid van de mensen is terughoudend met het opstellen van regels. Door het teruggeven van verantwoordelijkheden en initiatieven aan de gemeenschap, krijgen we een sterke en flexibele samenleving. Bij de regels die er zijn, wijst de gemeente de burger de weg. Op die manier creëren we ruimte.
2.1 Ruimte aan lokale bedrijven
In een betrokken samenleving nemen burgers, maatschappelijke organisaties én bedrijfsleven samen initiatieven om problemen op te pakken. Bedrijven maken deel uit van die samenleving
Terughoudend met regels. Het CDA wil bedrijven ruimte bieden door bij (ver)bouwplannen van ondernemers terughoudend om te gaan met welstandseisen. Als een bedrijf ergens niet binnen de regels past laat de gemeente het daar niet bij, maar zoekt met de ondernemer actief mee naar andere mogelijkheden.
Maatschappelijk betrokken ondernemen wordt bevorderd. Voorbeelden hiervan zijn sponsoring van projecten en het re-integreren van gehandicapten herintreders en/of langdurig werklozen. De gemeente heeft hierin een voorbeeldfunctie.
2.2 Duidelijke regels
Regels zijn er voor de burgers. Wanneer regels zo opgesteld worden dat ze duidelijk en effectief zijn, dan schept dat ruimte in plaats van grenzen.
Het subsidiebeleid behoort eenvoudig te zijn met duidelijke kaders voor de aanvrager. Bij budgetsubsidies aan maatschappelijke instellingen zal de gemeente sturen op wát een instelling moet doen in plaats van hoe dat gedaan moet worden. Bij subsidies aan andere instellingen en verenigingen is het effect van de verstrekte subsidies leidend. Wanneer een gemeente stuurt op resultaat, is dit ook te controleren zodat er op een verantwoorde manier met het gemeenschapsgeld wordt omgegaan.
Praktijkproeven vóór nieuwe regels. Het CDA is voor een praktische en oplossingsgerichte aanpak als het gaat om het opstellen van nieuw beleid of het schrijven van nota’s. Nieuwe nota’s zullen worden geschreven in samenspraak met mensen om wie het gaat. Als het kan wordt de betrokkenen de mogelijkheid gegeven voor proefdraaien met de nieuwe aanpak. Nieuwe regels zullen worden geëvalueerd met mogelijkheden tot bijsturing
2.3 Zuinig op onze ruimte
Ruimtelijk beleid vraagt zorgvuldige afstemming op de behoefte aan ruimte voor wonen, werken en recreëren. De leefbaarheid is een van de sterkste punten op het platteland waar we zuinig op moeten zijn. Leefbaarheid wordt ook bepaald door hoe mensen met elkaar omgaan. Hierbij is respect voor elkaar en voor elkaars overtuiging een essentieel onderdeel.
Behoud van voorzieningen is de grootste zorg voor de leefbaarheid in delen van onze plattelandsgemeente. Initiatieven van bewoners om voorzieningen in stand te houden met inzet van vrijwilligers, worden aangemoedigd. Lokale regelgeving of beperkte kosten voor de gemeente mogen daarbij geen belemmering vormen. Elk dorp moet een eigen ontmoetingsplek, zoals een buurthuis, houden.
Krimp en onderwijs. CDA is voor behoud van basisscholen in krimpgebieden wanneer dit financieel haalbaar is en de kwaliteit gewaarborgd wordt. Keuzevrijheid voor ouders op basis van identiteit van onderwijs moet blijven bestaan. Bij dreigende sluiting zoeken de scholen in samenspraak met ouders naar oplossingen. De gemeente denkt mee als er problemen ontstaan bij bereikbaarheid van een eventuele nieuwe of verder gelegen school. Dit kan door overleg met het reguliere openbaar vervoer over bijvoorbeeld verplaatsing van haltes of aanpassing van busroutes en bustijden.
De woningbouw. Het CDA vraagt aandacht voor de moeilijke positie van doelgroepen, zoals starters en ouderen, op de woningmarkt. Wij zijn van mening dat stimulerende maatregelen, als startersleningen, de doorstroom op de woningmarkt bevorderen. In moeilijke tijden horen bouwprojecten flexibel te worden uitgevoerd en gebouwd om aan de vraag te kunnen voldoen en om op maat gesneden woningen te kunnen aanbieden. Het CDA zoekt nieuwe vormen van samenwerking tussen gemeente, corporaties, ontwikkelaars en zorg- en welzijnsaanbieders, om zo bovengenoemde doelgroepen te helpen aan een betaalbare c.q. geschikte woning (ook huurwoningen in het middensegment en duurdere).
De gemeente zal flexibele bestemmingsplannen hanteren zodat bewoners meer zelf kunnen bepalen, bijvoorbeeld door ‘achter de gevel bouwen’. Hierbij zal ook gedacht worden aan mantelzorgwonen en woningen voor drie generaties.
Nieuwbouw. De nieuwbouw hoort passend te zijn bij het karakter en bij de sterke kanten van het dorp. Bij aanvragen voor kleine bedrijvigheid in of bij een woning zal de gemeente kijken wat er mogelijk is; niet direct verbieden maar adviseren. Dat geldt ook voor aanpassingen om beter te kunnen voldoen aan wonen met zorg aan huis. De gemeente zet zich in om samen met private partijen, ook in kleine kernen, nieuwe economische mogelijkheden aan te trekken. Hierbij past ook een actieve houding van de gemeente ter bevordering van voorzieningen als snel internet.
Infrastructuur. De gemeente zorgt voor een goed onderhouden wegennet. Voor onderhoud van wegen hoort er, net als bij alle andere kapitaalgoederen, een goed plan van aanpak aan ten grondslag liggen. Voor onderhoud van bruggen pleit het CDA voor een bruggenbeheersplan.
3.Voorkomen is beter
Het CDA wil dat iedereen meedoet waar het kan, maar ook dat noodzakelijke zorg bereikbaar is voor iedereen. Door niet meer vanzelfsprekend ervan uit te gaan dat men krijgt waar men ‘recht’ op heeft, maar dat men krijgt wat men nodig heeft en door in te zetten op preventie, wordt het beroep op dure voorzieningen beperkt. Op deze manier blijft de zorg betaalbaar voor mensen die dat echt nodig hebben. Gezond leven, sporten, jezelf ontwikkelen zijn onderdelen van het actief deelnemen aan de samenleving. De gemeente investeert op haar beurt in het signaleren van gezondheidsproblemen en vereenzaming voordat deze aan de orde zijn.
3.1. Zorg
In de zorg is voorkomen bij uitstek beter dan genezen. De gemeente investeert in voorzieningen die sport en bewegen stimuleren en in voorlichting om ongezond gedrag tegen te gaan. De gemeente ondersteunt waar nodig de zelfredzaamheid van burgers en voorziet in een woon- , zorg- en welzijnsomgeving voor alle burgers. Van de burger wordt gevraagd ook eigen verantwoordelijkheid te nemen voor een gezonde levensstijl.
Zorg dichtbij huis. Zorg op wijkniveau of op dorpsniveau maakt het mogelijk om de eigen kracht van burgers te stimuleren en de directe omgeving van buren en vrienden te betrekken.
Ondersteuning van mantelzorgers. Mantelzorgers ondersteunen door respijtzorg, emotionele en praktische hulp, is van groot belang. Respijtzorg is zorg aan een zorgbehoevende met als doel om diens mantelzorgers(s) vrijaf te geven. Het zijn personen die, beroepsmatig of vrijwillig, voor een tijdje de mantelzorg overnemen. Via het steunpunt mantelzorg kan de gemeente de partijen bij elkaar brengen.
Slimme zorg. Nieuwe technische oplossingen kunnen inwoners enorm ondersteunen.
Mantelzorgers kunnen via een website het overzicht van alle voorzieningen beter bewaken. Steeds meer ouderen kunnen uit de voeten met internet. Door gerichte online platforms in te richten kunnen zij ook daar sociale contacten blijven opdoen.
3.2 Een goed begin is het halve werk.
Jeugdzorg wordt vanaf 2015 een taak van gemeenten. Het CDA ziet kansen om de jeugdzorg eenvoudiger en effectiever te maken wanneer de gemeente de kans grijpt om het totaal aan instellingen rond jeugdzorg op elkaar af te stemmen. Het accent moet liggen op het voorkomen van problemen en vroegtijdige signalering als er iets misgaat. Het op peil houden van algemene jeugdvoorzieningen zoals de kinderopvang, jeugdgezondheidszorg, scholen, sportclubs en jongerenwerk voorkomt dat te veel jongeren gebruik moeten maken van jeugdzorg.
Het Centrum voor Jeugd en Gezin houdt zich bezig met de ondersteuning van die ouders die concrete opvoedingsvragen hebben en houdt er toezicht op dat de zorg niet versnipperd raakt, maar dat in de hulpverlening met name één hulpverlener contact met het gezin heeft. Het centrum stimuleert ook contacten tussen ouders die elkaar behulpzaam kunnen zijn.
Sport is gezond en vormend. Sportdeelname van jongeren is gezond en gaat overgewicht tegen. Daarnaast bevordert deelname aan sport de teamgeest en leren jongeren zich inzetten voor elkaar. Het CDA wil het jeugdlidmaatschap stimuleren door voorlichting en promotie op scholen. Samen met verenigingen kijkt de gemeente naar mogelijkheden om jongeren actief te houden.
3.3. Ondersteuning voor ouderen
Mensen worden gemiddeld ouder en het aantal ouderen neemt toe. Het CDA vindt dat maatschappelijke ondersteuning voor ouderen gericht moet zijn op de specifieke persoonlijke behoefte van de oudere medemens. Daarbij wordt bijzonder aandacht geschonken aan het zo zelfstandig mogelijk kunnen functioneren met gepaste maatwerkondersteuning.
Participatie van ouderen en voorkoming van vereenzaming wordt bewerkstelligd door ouderenbonden te helpen bij het opzetten van sociale netwerken, sport en cursussen. Stichting Welzijn kan daarbij helpen. Ook kerken die via huisbezoek ouderen bereiken worden daarbij betrokken. Het CDA vindt dat gemeentelijk beleid erop gericht moet zijn om ouderen uit te nodigen hun talenten in te zetten voor algemeen maatschappelijke taken. Bevorderd wordt daarbij het kunnen functioneren binnen sociale verbanden.
Levensloopbestendig wonen, woongroepen of de zogenoemde kangoeroewoningen zijn voorbeelden van woonwensen van ouderen waar men bij nieuwe (ver)bouwprojecten aandacht aan moet schenken. Goed luisteren naar de woonwensen van de verschillende ouderen is hierbij essentieel.
3.4 Onveiligheid voorkomen en bestrijden
De gemeente heeft een belangrijke taak als regisseur in de veiligheidsketen. Veiligheidsbeleid krijgt vorm in de samenwerking met burgers, politie en justitie, scholen buurtverenigingen horecaondernemers winkeliers etc. Veiligheid hangt ook samen met de verantwoordelijkheid die mensen in hun eigen omgeving willen nemen. Zo kunnen burgers zelf een bijdrage leveren aan hun eigen veiligheid door het actief melden van onveilige situaties.
Politie in de buurt. Goede zichtbaarheid en bereikbaarheid van politie in de buurt is belangrijk voor de veiligheid. Iedereen moet de politie gemakkelijk kunnen vinden en contact kunnen leggen wanneer dat nodig is.
Overlast door alcohol moet worden voorkomen. Het CDA is voor een proactief alcohol beleid. De leeftijdsgrens van 16 (en straks 18) jaar voor aankoop van alcohol wordt streng gehandhaafd in samenspraak met de winkeliers. Voor alcohol en drugs is voorlichting aan ouders belangrijk om hen op hun verantwoordelijkheid aan te kunnen spreken. Via voorlichting op scholen kunnen kinderen leren wat de gevolgen van alcohol gebruik zijn.
Bij vandalisme wordt de schade verhaald op de daders. Gemeenten herstellen binnen twee werkdagen kleine vernielingen in de openbare ruimte. Om inwoners bewust te maken van de impact van vandalisme wordt jaarlijks een overzicht van de gemaakte herstelkosten gepubliceerd.
Brandweer en brandpreventie. Per 1 januari 2014 wordt de brandweerzorg regionaal geregeld. Risico’s van te veel overlegstructuren die daardoor teveel geld kosten bij reorganisaties is een aandachtspunt van het CDA. Vrijwilligers blijven onmisbaar voor de brandweer. Door regelmatig tevredenheidonderzoeken te houden krijgt men inzicht in het wel en wee van de vrijwilligers bij de brandweer. Een voorbeeld van brandpreventie is voorlichting over het installeren van rookmelders.
Rampenbestrijding. De gemeente bereidt zich voor op eventuele incidenten en crises. Dat vraagt om goede (regionale) afspraken en veel oefenen.
4.Iedereen doet mee
Iedereen doet mee. Ieder mens is van waarde en heeft talenten. Het CDA streeft naar een samenleving waarin iedereen erbij hoort en een steentje wil bijdragen. Maar ook een samenleving waar er zekerheid is voor mensen die zich niet zelf kunnen redden. Werk en vrijwilligerswerk zijn bij uitstek een middel om deel te nemen aan de samenleving en geeft mensen het gevoel dat ze erbij horen. Naast de nodige solidariteit worden mensen ook aangesproken op hun persoonlijke verantwoordelijkheden.
4.1. Maatschappelijke ondersteuning
Het gemeentelijk WMO-beleid is gebaseerd op drie uitgangspunten: iedereen doet mee, problemen voorkomen (door preventie en vroege signalering) en problemen waar nodig oplossen (door individuele ondersteuning). Daar waar mensen niet in staat zijn om
geheel op eigen kracht deel te nemen aan de samenleving staat de gemeente garant voor ondersteuning. Daarbij bepalen niet de professionals of de gemeente wat mensen nodig hebben, maar verwoorden mensen dat zelf in een open gesprek met de WMO-medewerker. Het CDA staat achter deze werkwijze zolang er een vangnet blijft voor een ieder die dat nodig heeft.
Een WMO-medewerker denkt mee en bemiddelt bij het vinden van de best mogelijke oplossing. De gemeente zorgt voor de beschikbaarheid van voldoende passend en kwalitatief goed aanbod.
4.2. Welzijn van mensen
Leeftijd, lichamelijke, psychische of verstandelijke beperkingen mogen geen belemmerende factor zijn voor deelname aan de samenleving. Iedereen doet mee en hoort erbij. Iedereen die deel uitmaakt van de samenleving is daarvoor nodig. Het CDA wil initiatieven ondersteunen die deze samenleving dichterbij brengt. Het welzijnswerk in de gemeente kan hierin een stimulerende functie hebben.
Voedselbanken blijken helaas noodzakelijk. De voedselbanken voorzien in voedsel en kleding. De verdere problematiek wordt via de gemeente door professionals aangepakt via de WMO.
Armoedebeleid. Bij armoede gaat het niet alleen om inkomen, maar ook om voorkoming van vereenzaming en meedoen in de maatschappij. Het CDA vindt dat armoede bestreden moet worden. Er moet oog zijn voor de menselijke maat. Samen met de gemeente wordt er gekeken naar wat er nodig is om de situatie te verbeteren. Wanneer dit duidelijk is, kan er via professionele begeleiding gewerkt worden aan een oplossing.
4.3. Weer aan het werk
Werkloosheid is een ernstig groeiend probleem. De huidige economische omstandigheden maken de oplossingen lastiger. Toch blijft werk de meest belangrijke factor om erbij te horen. Ons uitgangspunt is: of je bent aan het werk, of je levert een bijdrage door vrijwilligerswerk of dagbesteding. Meer mensen zullen op een effectieve manier van de bijstand naar nieuw werk begeleid worden.
De aanpak van jeugdwerkloosheid heeft de prioriteit. Voor veel jongeren betekent werkloosheid een moeizame start op de arbeidsmarkt met alles wat daaruit voortvloeit. Om jongeren uit een uitkering te houden, wordt ingezet op training, scholing, werkervaringsplaatsen.
Tegenprestatie. Gemeenten verplichten mensen die een bijstandsuitkering ontvangen en niet in een re-integratietraject zitten, tot het leveren van een tegenprestatie. Dit kan in de vorm van vrijwilligerswerk. Een combinatie met de WMO is dan mogelijk.
Werkgeversteam. Het opbouwen van een goede relatie met het bedrijfsleven is een voorwaarde voor het begeleiden van mensen van bijstand naar werk. Maatwerk om een goede match te maken tussen werkgever en werknemer is het uitgangspunt.
Vrijwilligerswerk. Vrijwilligers zijn de ruggengraat van onze samenleving. Veel maatschappelijke nuttige taken zouden blijven liggen als er geen vrijwilligers zijn die zich inzetten voor de samenleving. Vrijwilligers worden hierin ondersteund door ze inspraak te geven in beleid, voorzieningen te bieden voor deskundigheidsbevordering en door praktische ondersteuning. Het steunpunt Meedoen Midden Drenthe vervult een belangrijke rol rond het vrijwilligerswerk. Een gratis VOG voor vrijwilligers, door het CDA aangekaart bij de gemeente, kan het voor vrijwilligersorganisaties gemakkelijker maken vrijwilligers te vinden.
4.4. Goed onderwijs
Onderwijs vergroot de kansen van kinderen, jongeren en ouderen. De bevoegdheid van gemeenten op het gebied van onderwijs is niet groot. Wel zijn scholen partners bij het signaleren en oplossen van problemen. De gemeente zet zich maximaal in om de voorzieningen op peil te houden.
Schoolgebouwen. Voor goed onderwijs is een goed schoolgebouw een voorwaarde. Bij nieuwbouw maken de scholen zelf een huisvestingsplan. Het multifunctioneel kunnen gebruiken van de scholen is daarbij een belangrijk punt. Op dit moment is goede huisvesting van het voortgezet onderwijs in Beilen een punt van aandacht. De voorkeur van het CDA gaat uit naar een nieuw te realiseren samenwerkingsschool, anders op de bestaande locaties.
Keuzevrijheid van onderwijs. De vrijheid om te kunnen kiezen tussen bijzondere of openbare scholen moet blijven bestaan. Ook in regio’s waar er sprake is van een dalend leerlingaantal.
5.Niet alles is in geld uit te drukken
Niet alles is in geld uit te drukken. De leefbaarheid is onbetaalbaar. Dat geldt ook voor ons mooie landschap, voor de kleine detailhandel of de boerenbedrijven die vaak al decennia aan het dorp verbonden zijn. Wij zijn rentmeesters van wat van waarde is. Wij mogen genieten van de natuur en van haar vruchten leven. Daarin zit ook economische potentie. Het draaiende houden van de lokale economie is essentieel voor een gemeente waar men wil leven, werken en wonen. Wat de natuur geeft kan ook voor innovatie en nieuwe energie ingezet worden. Tegelijkertijd horen we er zorg voor te dragen dat we de natuur intact laten en bewaren.
5.1. Gezonde lokale economie
De gemeente zorgt voor randvoorwaarden die nodig zijn voor bedrijfsontwikkeling van het midden- en kleinbedrijf (MKB) en biedt daarbij ondersteuning. Maar zij gaat niet voor de individuele ondernemer keuzes maken.
Grote bedrijven zorgen voor veel werkgelegenheid. Het CDA koestert deze werkgelegenheid. Een uitnodigend vestigingsbeleid van de gemeente zodat bedrijven ruimte krijgen, kan ertoe leiden dat meer bedrijven zich hier willen vestigen.
Om het Midden- en kleinbedrijf te ondersteunen, organiseert de gemeente samen met de ondernemersvereniging, uitwisseling tussen nieuwe en ervaren ondernemers. De gemeente voert een actief leegstandsbeleid in samenspraak met de ondernemers.
Toerisme is een belangrijke inkomstenbron voor velen in de gemeente Midden-Drenthe. De gemeente zorgt voor een goede infrastructuur voor toerisme. De gemeente maakt werk van marketing en promotie zodat de toerist Midden-Drenthe weet te vinden. Voor deze activiteiten wordt toeristenbelasting geheven. Onze toeristenbelasting behoort Drenthe-breed te worden afgestemd.
Bedrijventerreinen zijn goed bereikbaar, ook voor het zwaardere verkeer. Nieuwe vormen van collectief vervoer kunnen bevorderd worden via parkmanagement. Ook digitale bereikbaarheid door glasvezel wordt in het parkmanagement meegenomen. Waar mogelijk worden eerst bedrijventerreinen geherstructureerd alvorens nieuwe aan te leggen.
De koopzondag. Het CDA is terughoudend bij uitbreiding van het aantal koopzondagen. Bij de uitbreiding van het aantal koopzondagen behoren ook de kleine ondernemers en het personeel te worden gehoord.
5.2. Gezonde agrarische sector
De leefbaarheid op het platteland staat of valt nog steeds met een gezonde agrarische sector. Het CDA is bij uitstek de partij die zich inzet voor een vitaal buitengebied. Wij streven naar een goede balans tussen natuur, landbouw en recreatie. Een buitengebied waar plaats is voor de boer, de burgers en de toerist. We hechten waarde aan de eigenheid van kleine kernen.
Bestaande agrarische bedrijven moeten zich kunnen ontwikkelen. Het CDA wil bij noodzaak van groei vooral inzetten op hervestiging van bestaande agrarische bedrijven als er sprake is van een conflict met de leefomgeving. De gemeente denkt mee over een oplossing, bijvoorbeeld door te kijken naar een alternatieve plek voor voortzetting van het bedrijf en dit dan planologisch mogelijk te maken. Het CDA is terughoudend bij de teruggave van landbouwgronden aan de natuur.
Als een agrarisch bedrijf stopt zijn we voorstander van een nieuwe bestemming. Door bijvoorbeeld wonen mogelijk te maken. Of door de ruimte te geven aan een zorgboerderij of een andere vorm van eigentijds ondernemerschap. Voorwaarde hierbij is wel dat dit geen belemmering mag vormen voor onze agrariërs bij bestaande bedrijfsvoering of uitbreiding.
5.3 Milieu.
We moeten zuinig zijn op het milieu waarin we leven. Een goed milieu is onbetaalbaar en iedereen heeft daarin een eigen verantwoordelijkheid. Niet alleen gebruiken, maar ook bewaren is het uitgangspunt. De gemeente behoort hierbij een voorbeeldfunctie te vervullen.
Duurzaamheid. Natuur, grondstoffen, energie, voedsel en afval hebben een waarde. De gemeente heeft een voorbeeldfunctie wat betreft duurzaam omgaan met energie. Het CDA heeft afgelopen jaren ook meegedaan aan bevordering van duurzaamheid door actieve deelname aan de millenniumwerkgroep van onze gemeente. Het CDA wil onderzoek voor vormen van alternatieve energie bevorderen en het gebruik ervan stimuleren.
Duurzaam bouwen. Het CDA streeft naar verduurzaming van het woningbezit met minimaal 2 of 3 energieklassen. Overleg van de gemeente met de woningcorporaties is hiervoor nodig, evenals aandacht voor duurzaamheid bij nieuwbouw. Dit resulteert in gezonder wonen, lagere energielasten en het maken van aantrekkelijke woonvormen.
Afval. Bij inzameling van afval wordt in de overeenkomst met de inzamelaar gestreefd naar het zoveel mogelijk recyclen van afvalproducten. De reststroom die overblijft wordt bij voorkeur gebruikt om energie op te wekken. Het streven is: 1) voorkomen van afval, 2) hergebruik en 3) definitief verwerken.
Zwerfafval terugdringen. De gemeente kan de inzameling van zwerfafval aanmoedigen door vrijwilligers te faciliteren, bijvoorbeeld door materiaal voor de inzameling gratis ter beschikking te stellen.
5.4. Wel in geld uit te drukken
Het grootste deel van de gemeentebegroting bestaat uit geld dat we via de Rijksoverheid ontvangen. Slechts een beperkt aandeel komt uit lokale heffingen en belastingen. In beide gevallen is er sprake van belastinggeld opgebracht door de inwoners van de gemeente. We hebben de overtuiging dat we ook duurzaam behoren om te gaan met de financiële middelen die voorhanden zijn. Uitgangspunten voor het financieel beleid van het CDA zijn: zorgvuldigheid, openheid, duidelijkheid en gematigde lokale lasten.
Leges moeten kostendekkend zijn. Van de gemeente mag er worden verwacht dat door efficiënt te werken, deze kosten zo laag mogelijk worden gehouden.
Sparen en weerstandsvermogen. De hoogte van de gemeentelijke uitgaven en investeringen vormen geen doel op zich. Ze dragen bij aan een maatschappelijk doel. We zorgen dus ook voor voldoende weerstandsvermogen. Waarbij we sparen voor gewenste investeringen.
Bij aankoop van grond en vastgoed wordt er eerst onderzoek gedaan naar de noodzaak. Grote bouwplannen worden opgeknipt in deelplannen, zodat tussentijds kan worden bijgesteld op basis van marktonderzoek. Er wordt gezocht naar samenwerking met projectontwikkelaars, waardoor de gemeente minder financiële risico’s loopt. Reeds aangekochte gronden die voorlopig niet kunnen worden bebouwd worden niet tegen goedkope prijzen verkocht. Het inzetten van grond voor tijdelijke bestemmingen, zoals sportvelden of als evenemententerrein, heeft uit maatschappelijk oogpunt, de voorkeur.
Bezittingen moeten efficiënt worden onderhouden en gebruikt. De gemeente zal hiervoor kritisch moeten kijken naar het bestaande bestand van de kapitaalgoederen. Bezittingen zoals gebouwen die niet meer door de gemeente worden gebruikt, kunnen worden verkocht.
Openheid en duidelijkheid over financiën. Er is niets geheim aan de uitgaven van de gemeente; de burgers moeten gemakkelijk kunnen zien waar het geld aan uitgegeven wordt.