Openbaar Vervoer

Een fijnmazig openbaar vervoernetwerk is in Drenthe niet reëel. Het CDA wil geen lege bussen laten rondrijden, dus Drenten blijven deels afhankelijk van hun auto. Maar ook in Drenthe moet het zo aantrekkelijk mogelijk gemaakt worden om ten minste een deel van je reis met het openbaar vervoer af te leggen. Daarvoor is een netwerk nodig van centrale OV-knooppunten waar, na een korte rit in de auto, of liever nog: op de fiets, overgestapt kan worden naar snelle en frequente bus- en treinverbindingen naar alle belangrijke bestemmingen binnen en buiten Drenthe.

Onder snelle verbindingen verstaan we verbindingen met zo weinig mogelijk overstap(tijd) en verbindingen die minimaal even snel zijn als dezelfde route met de auto. Onder frequente verbindingen verstaan we liefst spoorboekloze verbindingen (zes keer per uur) en ten minste ieder kwartier een bus of trein en verbindingen die zeker op uitgaansavonden ook in de nacht kunnen worden gebruikt

We zien nog liever dat mensen met de fiets of vormen van collectief vervoer naar OV-knooppunten toekomen dan met de auto, om zo ook het autoverkeer naar deze knooppunten toe terug te dringen. Om die reden wil het CDA tussen de OV-knooppunten een goed netwerk van snelle fietsverbindingen inclusief elektrische deelfietsen en aanmoediging van allerlei vormen van collectief of publiek vervoer die de afgelopen tijd al zijn ontstaan. Een absolute voorwaarde voor een goed vervoersnetwerk is goede samenwerking tussen de aanbieders van openbaar, collectief en publiek vervoer. Om het zo makkelijk mogelijk te maken om van dit netwerk gebruik te maken moet de uitwisseling van reizigersinformatie zo georganiseerd worden dat een gecombineerde reis met auto, fiets, collectief en/of openbaar vervoer op één website of in één app kan worden gepland. Wanneer we dit goed doen, worden ook dorpen zonder openbaar vervoer optimaal ontsloten en wordt de leefbaarheid van die dorpen behouden of vergroot.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.