Duurzame samenleving

Steun voor álle mensen van goede wil

Het CDA Partijcongres op 10 november 2007 bijeen in Utrecht,

Constaterende dat :

1.       Een nationale discussie speelt over de rol en bijdrage van verschillende (religieuze)  groeperingen in Nederland.

2.       Bij deze discussie het generaliseren, in de hoek zetten en veroordelen van bepaalde groepen, zoals de moslims, niet langer een uitzondering is.

3.       Het CDA vanuit haar achtergrond en beginselen steeds haar gelofte wil bevestigen van de steun voor álle mensen, die willen bijdragen aan de samenleving.

Overwegende dat :

1.       Ongelijke behandeling en discriminatie in ons land in strijd zijn met onze grondwet (artikel 1) en niet horen bij onze nationale waarden en traditie.

2.       De toenemende spanning, die gevolg is van de onderlinge verwijten en diskwalificaties, slechts leidt tot verder uiteengroeien van verschillende groepen in onze samenleving en tot verharding en verbittering.

3.       Een helder standpunt - anders dan voorzichtigheid - mét argumentatie nodig is om alle mensen van goede wil te steunen in hun opbouw van onze samenleving en tegelijkertijd vooroordelen en stemmingmakerij terug te dringen.

4.       Nu het moment is om als CDA met volle overtuiging opnieuw de waarde van verbanden zoals religies (maar ook andere) voor de samenleving te erkennen en te verwoorden.

Spreekt uit, dat : 

1.       CDA-vertegenwoordigers op alle niveau's (landelijk, provincie en gemeente) zich sterk dienen te maken voor álle mensen en organisaties die zich inspannen voor  onze samenleving, onafhankelijk van geloof, nationaliteit of andere gronden.

2.       De CDA-partij-organisatie en -afdelingen binnen hun activiteiten ruimte bieden aan vertegenwoordigers van verschillende achtergrond en religie, alwaar zij zich kunnen presenteren met hun bijdrage aan onze samenleving.

3.       Beleid dient te worden versterkt, dat onbehagen, uitsluiting en achterstelling van verschillende groepen (autochtoon én allochtoon) serieus neemt en aanpakt;

4.       In de praktijk steeds een duidelijk onderscheid wordt gemaakt tussen enerzijds de constructieve inzet van velen, die wordt ondersteund, en anderzijds ontwrichtend optreden van anderen, waartegen met de wet in de hand zonder aanzien des persoon gelijkelijk en duidelijk wordt opgetreden.

En gaat over tot de orde van de dag.