21 maart 2013

CDA-onderzoek: meerdere landen laks met invoerrechten

Meerdere EU-landen, waaronder Nederland, zijn laks met invorderingen en afdragen van invoerrechten. Dat blijkt uit een onderzoek dat Esther de Lange (CDA Europarlement) heeft laten uitvoeren. Het is voor het eerst dat op deze manier onderzoek is gedaan. Het CDA eist dat de Europese Commissie actie gaat ondernemen. 

"Dat sommige landen er met de pet naar gooien, en dat de Europese Commissie dat blijkbaar prima vindt, kost ons gewoon geld", concludeert Esther de Lange, begrotingsspecialist van de CDA-eurofractie. "Als alle landen even goed zouden invorderen als het beste land, zou de EU bijna 3 miljard euro méér hebben ontvangen in de periode 2006-2011". Nu moeten de EU-landen dat ontbrekende geld bijbetalen. Vooral nettobetalende landen (zoals Nederland) moeten opdraaien voor dat verschil.

Nederland zelf doet het overigens de laatste jaren steeds slechter bij het ontdekken en navorderen van ontdoken invoerrechten. Wat dit betreft behoort Nederland zelfs tot de acht slechtst presterende landen van de 27 EU-lidstaten.  Nederland blijkt bij lange na niet te werken op het niveau van het beste land (Duitsland) met het detecteren, invorderen en navorderen van invoerrechten voor de EU. Slechtst presterende landen zijn België, Italië en Griekenland.

Als dezelfde laksheid zich voordoet bij de structuurfondsen (voor arme regio's), dan is het misgelopen bedrag nog vele miljarden euro's groter. Daarvoor is dringend nader onderzoek nodig, vindt De Lange.

Alle landen moeten zo goed invorderen als het beste land nu. "Wij eisen een plan van aanpak voor verbetering binnen een jaar. Nu accepteert de Europese Commissie gewoon het grote verschil in aanpak en prestatie tussen de lidstaten op dit gebied, terwijl de Commissie er juist voor moet zorgen dat alle landen goed presteren. Om het vertrouwen in de EU terug te winnen moet er zuinig en efficiënt met het geld omgegaan worden. Het huis moet op orde.", vindt Esther de Lange.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.