10 juni 2015

CDA: Turkije niet belonen voor slecht gedrag

Het Europees Parlement heeft vandaag ingestemd met een resolutie over de relatie tussen Europa en Turkije. Het rapport, geschreven door PvdA-Europarlementariër Kati Piri, moest in mei worden uitgesteld omdat de EVP-Fractie, waar het CDA deel van uitmaakt, het niet eens was met het openen van nieuwe hoofdstukken in de toetredingsonderhandelingen. In de nieuwe tekst die vandaag is aangenomen zijn alle verwijzingen naar het openen van nieuwe hoofdstukken in de onderhandelingen geschrapt.

Europarlementariër Esther de Lange, buitenlandwoordvoerder van het CDA: “De PvdA-rapporteur heeft gelukkig ingezien dat we Turkije niet moeten belonen voor slecht gedrag. Voor ons is het ondenkbaar dat we de onderhandelingen uitbreiden, terwijl we moeten vaststellen dat de mensenrechten situatie, de vrijheid van meningsuiting en de situatie van minderheden niet is verbeterd.”

De relaties tussen Turkije en de EU zijn de laatste jaren in moeilijk vaarwater gekomen. Turkije manifesteert zich steeds meer als geopolitieke speler door nauwe relaties met Rusland te onderhouden en door hun betrokkenheid bij de oorlog in Syrië. Esther de Lange: “Het is de vraag of we in onze relatie tot Turkije op het goede spoor zitten. Doordat Europa zich sec beperkt tot het toetredingsproces, in plaats van ook te kijken naar alternatieven, laten we strategische kansen liggen zoals het wederzijds stimuleren van de economische groei, de strijd tegen ISIS en het veiligstellen van onze energievoorziening. Daar gaat het nu te weinig over.”

Het CDA bepleit een realistischere koers met betrekking tot Turkije, dat wil zeggen dat er gekeken moet worden naar alternatieven voor lidmaatschap van de EU, zoals een strategisch partnerschap. Dit betekent niet dat er minder aandacht zou moeten zijn voor de zorgwekkende ontwikkelingen in Turkije. "Goede buren spreken elkaar aan op elkaars gedrag," aldus De Lange.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.