CDA: uitstoot van auto’s en busjes nauwkeuriger meten
Het Europees Parlement heeft vandaag ingestemd met het rapport over de typegoedkeuring van voertuigen bij het testen van uitstoot op de weg. Rapporteur Esther de Lange is tevreden met de uitkomst: “Door deze Europese wetgeving wordt de daadwerkelijke uitstoot van voertuigen op de weg steeds nauwkeuriger gemeten en gaan de grote verschillen tussen de tests in het lab en de echte uitstoot tijdens het rijden tot het verleden behoren. Een belangrijke stap vooruit.”
Elke nieuwe auto die in Europa verkocht wordt moet voldoen aan de zogenaamde Euronormen: strenge milieueisen om de uitstoot van verontreinigende stoffen zoals stikstofoxides en fijnstof sterk te verlagen. In eerste instantie werd de uitstoot van deze stoffen getest in een laboratorium-opstelling: in een zeer stabiele setting, die niet overeenkomt met de meer weerbarstige omstandigheden van het rijden op de weg en die daardoor te rooskleurige resultaten opleverden. Bij de overstap naar tests die worden uitgevoerd op de weg bleek echter dat de mobiele testapparaten minder precies zijn dan die in het lab. De Europese Commissie stelde daarom voor zogenoemde “conformiteitsfactoren” vast te stellen om dit verschil in testnauwkeurigheid tijdens reële rijomstandigheden op te vangen.
Het rapport van De Lange wil dat de huidige conformiteitsfactor jaarlijks wordt verlaagd op basis van wetenschappelijke analyses door het Europees onderzoekscentrum (Joint Research Centre), te beginnen met een herziening van 1,43 naar 1,32. Eind 2022 moeten de conformiteitsfactoren wat het Parlement betreft definitief tot het verleden behoren. Ook wordt de Commissie verzocht om uiterlijk in juni 2021 strengere eisen vast te stellen voor de draagbare meetapparatuur die voor de RDE-tests moet worden gebruikt.
De onderhandelingen van het Europees Parlement met de lidstaten en de Europese Commissie kunnen nu van start gaan.