EU-brede strafbaarstelling voor terrorisme
De commissie binnenlandse zaken van het Europees Parlement heeft zojuist haar goedkeuring gegeven aan het akkoord met de lidstaten over de richtlijn EU-terrorismebestrijding. “Een belangrijke stap in het gelijktrekken van het veiligheidsbeleid tussen lidstaten. De zwakke schakels moeten eruit,” aldus Jeroen Lenaers, CDA woordvoerder binnenlandse zaken in het Europese Parlement.
De richtlijn stelt minimumeisen op wat betreft de strafbaarstelling van terroristische daden en gaat o.a. over het ronselen, het geven of ontvangen van terroristische training, het uitreizen en het verheerlijken van terroristische daden, ook het meewerken aan één van deze activiteiten wordt strafbaar gesteld. “De nieuwe regels zijn een belangrijk instrument in de strijd tegen het uitreizen en terugkomen van EU-burgers die zich aansluiten of hebben aangesloten bij Islamitische Staat of soortgelijke groepen,” aldus Lenaers.
Met het verlies aan terrein voor Islamitische Staat, groeit de zorg dat meer Europese strijders terug zullen keren naar Europa. Van de 270 uitgereisde Nederlanders zijn er nog ongeveer 190 in Irak of Syrië aanwezig. EU-breed gaat het om zo’n vierduizend strijders. Het EU-agentschap voor politiesamenwerking Europol waarschuwde vorige week nog dat de kans op aanslagen nog altijd hoog is. Met name de terugkerende strijders met oorlogservaring, zoals op het gebied van autobommen, vormen een reëel risico.
“Mensen met kwaad in de zin weten maar al te goed waar er gaten zitten in onze terrorismebestrijding en hoe die te gebruiken. Deze richtlijn moet samen met een reeks andere maatregelen, zoals versterkte controle aan de Europese buitengrens moeten ervoor zorgen dat geen van de lidstaten de zwakste schakel in de keten is,” aldus Jeroen Lenaers.