EU moet standaardoplader ook voor andere apparaten invoeren
Nederland en de Europese Unie hebben een factor 19 meer batterijen nodig om de milieu- en klimaatdoelen van 2050 te halen. Daarom werkt CDA-Europarlementariër Toine Manders als rapporteur in de commissie interne markt en consumentenbescherming (IMCO) aan nieuwe Europese wetgeving voor (auto-)batterijen. De commissie milieu (ENVI) stemt morgen, donderdag 10 februari, over het rapport en de voorstellen van Manders.
Een belangrijk element in de voorstellen van Manders is de invoering van een universele oplader. “Na meer dan 10 jaar praten en veel tegenwerking ligt er op mijn aandringen eindelijk een conceptwet op tafel voor smartphones, tablets en camera’s.” Dit is voor Manders echter niet voldoende. Daarom stelt hij nieuwe wetgeving voor om universele opladers ook in te voeren voor andere categorieën van apparaten, zoals elektrische auto’s, elektrische fietsen en elektrisch tuingereedschap. “Hier gaan we niet nog eens tien jaar op wachten.”
Daarnaast stelt Manders een oprichting van nationale battery competence centre’s voor, om zo met name het midden- en kleinbedrijf te helpen aan de wettelijke eisen van de nieuwe wetgeving te voldoen. Dit voorstel, net als dat van de universele oplader, zal naar verwachting donderdag door een meerderheid in de EP-commissie worden gesteund; een succes voor Manders.
De Europese interne markt als hefboom gebruiken om meerdere doelen te bereiken is een cruciaal element in de batterijenverordening. De EU wil betere, faire concurrentie voor Europese bedrijven op de wereldmarkt afdwingen, waar behalve de prijs voortaan ook sociale- en milieustandaarden een grotere rol spelen. Tevens wil de EU op het gebied van de productie van (auto-)batterijen onafhankelijker worden van landen als China en Zuid-Korea en veel meer in Europa gaan produceren. Deze voorstellen lopen vooruit op een nieuw Europees industriebeleid, waarin de EU wat Manders betreft de hefboom van de interne markt daadwerkelijk inzet. Voor Manders staat vast: “Batterijen die bijvoorbeeld bijzonder milieuvervuilend of een product van dwangarbeid zijn, mogen niet meer op de Europese interne markt komen.”
Het is de verwachting dat het dossier tijdens de plenaire vergadering in maart zal worden behandeld.