Infrastructuur voor gebruik COVID-certificaten blijft overeind zolang nazomer onduidelijk blijft
De CDA-delegatie in het Europees Parlement maakt deel uit van de ruime meerderheid van Europese afgevaardigden die voorgestemd heeft om het technische systeem achter de COVID-certificaten te behouden voor een jaar. De keuze om de certificaten ook daadwerkelijk te gebruiken is een besluit dat uitsluitend op nationaal niveau wordt genomen. Er is dus géén verplichting om het certificaat te gebruiken.
“Het staat buiten kijf dat wanneer de situatie het toelaat en het gebruik van de certificaten niet meer noodzakelijk noch proportioneel is, dat de Europese Commissie met een wetsvoorstel moet komen om het systeem buiten werking te stellen. Helaas zijn we daar op dit moment nog niet”, aldus CDA-Europarlementariër Jeroen Lenaers.
Lenaers: “Niemand is fan van het gebruik van coronacertificaten en gelukkig is het gebruik op dit moment ook niet nodig. Maar er heerst grote onzekerheid over de ontwikkeling van het coronavirus dit najaar. Daarom behouden we het systeem voorlopig om, mocht het nodig zijn, het gebruik daarvan in de Europese Unie mogelijk te maken.” De verlenging voorkomt dat iedere lidstaat alsnog zijn eigen afzonderlijke systeem opzet en bovendien behoudt het een Europese infrastructuur die compatibel is met systemen van veertig derde landen zoals Indonesië, Marokko en Israël.
Door de eerdere snelle verspreiding van de omikronvariant en de hoge vaccinatiegraad is een groot deel van de bevolking de komende tijd beschermd tegen COVID-19. Het is echter onmogelijk te voorspellen wat de gevolgen zijn als de besmettingen in de tweede helft van 2022 weer stijgen. Volgens het Europees Centrum voor ziektepreventie en -bestrijding blijft de situatie in dit stadium van de pandemie op een aantal punten zeer onzeker.