Huishoudelijke Hulp kan beter, de positie van de cliënt is zwak
De rekenkamer heeft onderzoek verricht naar het effect van huishoudelijk ondersteuning in het dagelijks leven van onze inwoners (het rapport “Schoon Genoeg”. De Lelystadse insteek is eerst kijken wat de burger zelf kan en daarna een maatwerkvoorziening. Per saldo komen er nu minder mensen in aanmerking en is de ondersteuning soberder geworden. Belangrijke kritieke punten van de Rekenkamer zijn:
- Er ligt teveel macht bij de zorgaanbieders.
- Bezwaar maken door de cliënt is lastig door ontmoediging, cliënten wordt onvoldoende gewezen op hun rechten
- Er wordt niet gewezen op de mogelijkheid van bijstand door een cliëntondersteuner (professional) bij het keukentafelgesprek
- Lelystad houdt zich eigenlijk niet aan de wet.
Het CDA vindt dat op basis van deze bevindingen verbeteringen nodig zijn. Daar wordt binnenkort het gesprek over gevoerd.
Wat gebeurt er? Er vindt een intakegesprek plaats met een cliënt of er behoefte is aan huishoudelijke ondersteuning. De wet schrijft voor dat een cliënt voorafgaand aan het keukentafelgesprek gratis onafhankelijke cliëntondersteuning aangeboden krijgt. Aan deze plicht voldoet de gemeente Lelystad niet volgens het onderzoek van de Rekenkamer. In tweederde van de gevallen vindt het gesprek plaats zonder dat daar familie of een professioneel cliëntondersteuner bij aanwezig is. Het risico bestaat dan dat de cliënt zich beter voordoet dan de werkelijkheid. Op basis van dit gesprek volgt een oordeel of de cliënt een ondersteuningsaanvraag mag indienen.
Indien het sociaal wijkteam vindt dat huishoudelijke ondersteuning niet nodig is wordt de cliënt er niet op gewezen dat het zinvol is om toch een aanvraag te doen ook al zou dat leiden tot een negatieve beschikking door de gemeente. De cliënt kan namelijk pas bezwaar aantekenen tegen het niet verkrijgen van huishoudelijk hulp als er een formele negatieve beschikking is. Zo kunnen er mensen tussen wal en schip vallen. Het verklaart misschien waarom er nu minder mensen in aanmerking komen voor huishoudelijke ondersteuning. Van de door de Rekenkamer geïnterviewde cliënten weet 34% niet hoe ze bezwaar kunnen maken. Ze vinden de procedure ingewikkeld.
Indien de gemeente wel een beschikking afgeeft dan betreft het een toekenning dat de cliënt recht heeft op huishoudelijke ondersteuning zonder dat duidelijk is hoeveel. Vervolgens komt de zorgaanbieder aan bod. Die bepaalt in feite hoeveel zorg er daadwerkelijk geleverd wordt. Dat staat op gespannen voet met de jurisprudentie hierover. In de praktijk lijkt het bij bijna iedereen hetzelfde te zijn (2 uur) en je moet erg mondig zijn omdat te wijzigen.
De rekenkamer heeft een 11-tal adviezen opgesteld voor de gemeenteraad te verbeteren. Deze worden binnenkort besproken.