CDA-kamerlid Derk Boswijk was op 21 mei te gast in Fryslân, op uitnodiging van de CDA-Statenfractie. De landbouwwoordvoerder liet zich die dag breed informeren over akkerbouw en de veenweideproblematiek in Fryslân en sprak met verschillende boeren en organisaties.
’s Ochtends was Boswijk te gast bij het onderzoeksinstituut van de HZPC in Metslawier. Hier worden naast onderzoek, nieuwe technologieën toegepast bij het ontwikkelen van aardappelrassen die passen bij de lokale markt- en teeltomstandigheden. Boswijk liet zich uitgebreid informeren over de pootaardappelteelt in de noordelijke kleischil. De heer Backx (CEO HZPC) benadrukte het belang van de pootaardappelteelt die voornamelijk plaatsvindt in de kleistreek in het noordoosten van Fryslân. “Vanuit dit gebied worden 1 miljard monden gevoed”, aldus Backx. “De waarde van het gebied voor de wereldwijde voedselvoorziening mag dan ook niet worden onderschat.”
CDA-Statenlid Maaike Prins: “We moeten kritisch zijn op de ruimtelijke keuzes die gemaakt worden in het gebied. Natuur is belangrijk, maar het belang van de akkerbouw in de noordelijke kleistreek mogen we zeker niet uit het oog verliezen”.
Potato valley
HZPC werkt samen met andere onderzoeksinstituten, onderwijs, ondernemers, overheden en bedrijfsleven in het kennisplatform Potato Valley mee aan de ontwikkeling van een economisch vitale kringloop akkerbouw. Met als doel minder gebruik van grondstoffen en het weerbaar maken van rassen. Vanwege de optredende verzilting wordt ook gewerkt aan de ontwikkeling van meer zouttolerante gewassen.
Bepaalde veredelingstechnieken zijn in Europa niet toegestaan, omdat die zouden vallen onder genetische modificatie. Robert Graveland, directeur van het onderzoeksinstituut: “Het is jammer dat wij in Europa geen gebruik mogen maken van deze technieken. Het doel ervan is immers dat aardappelrassen weerbaarder worden tegen ziekten, zodat minder gewasbeschermingsmiddelen nodig zijn. En dat is toch wat we willen en ook kunnen: de kennis en mogelijkheden zijn aanwezig.”
Ingewikkelde puzzel
’s Middags bezocht Boswijk de Groote Veenpolder in het kader van de veenweideproblematiek en de plannen die gemaakt worden om inklinking van de bodem en uitstoot van CO2 te beperken. Jaap Formsma en Nico van der Weerd, beiden boer in het gebied, gaven een toelichting op het provinciale veenweideprogramma. Zij benadrukten dat het verhogen van waterpeilen in de Groote Veenpolder niet de oplossing is voor de problemen. Het grondwaterpeil stijgt daardoor niet automatisch, de verschillen binnen dit gebied zijn te groot en onderzoeken hebben uitgewezen dat de CO2 besparing veel kleiner is dan werd aangenomen.
De polder grenst aan de Noordoostpolder, die veel lager ligt, waardoor veel water weglekt naar de Noordoostpolder. Dat leidt weer tot verdroging op hoger gelegen zandgronden.
“Kortom, een ingewikkelde puzzel, waarvoor niet een kant-en-klare oplossing is”, aldus Theunis Holtrop, AB-lid van Wetterskip Fryslân namens het CDA.
Maaike Prins: “Voor de CDA Statenfractie is draagvlak voor nieuwe maatregelen essentieel. Landbouw is de belangrijkste drager van het gebied en boeren willen best meewerken aan veranderingen, maar zij hebben perspectief nodig voor hun bedrijf. Er moet maatwerk geleverd worden om dat te bereiken”.
Boeren moeten weten waar het naar toe gaat
Derk Boswijk was onder de indruk van alles wat hij gezien en gehoord heeft tijdens zijn bezoek aan Fryslân. “Het is goed om in de praktijk te zien en te horen wat er speelt en waar men tegenaan loopt. Die informatie is belangrijk voor mijn werk in de Tweede Kamer. Het Friese veenweidegebied is totaal anders dan dat in Utrecht en Zuid Holland. Je zult dan ook per gebied goed moeten kijken wat je het beste kunt doen. En een consistente koers varen, zodat boeren ook voor de langere termijn weten waar het naar toe gaat.