In de vergadering van Provinciale Staten van 25 november 2020 stond de Startnotitie Landbouw op de agenda. Er moet gezocht worden naar een evenwicht tussen economie en ecologie. De rol van de provincie daarbij is stimuleren, regisseren en faciliteren. De Gedeputeerde gaf aan dat hij het integraal wil aanvliegen met een gebiedsgerichte aanpak. Vóór de zomer 2021wil hij hiervoor een plan hebben. 

Als CDA hebben wij aangegeven meer oog te hebben voor de positieve kant van de landbouw. Die wordt niet vaak belicht. De hoge kwaliteit en de voedselveiligheid van de producten die de boer tegen een lage prijs levert bijvoorbeeld. Alles wat niet goed gaat of wat we (de maatschappij) niet goed vinden wordt wel breed beschreven en uitgedragen.

Na de Tweede Wereldoorlog is sterk ingezet op productie van voedsel voor lage prijzen. Kleinere bedrijven werden  gesaneerd, grotere bedrijven moesten groeien en efficiënter werken. De politiek stimuleerde ruilverkavelingen, die de inrichting van onze omgeving behoorlijk veranderden. Tegen het einde van de vorige eeuw ontstond het inzicht dat de gemaakte (politieke) keuzes ook een schaduwzijde kenden. Met steeds weer nieuwe inzichten en regelgeving is er al heel wat veranderd en verbeterd op het boerenerf. Het water is schoner, de uitstoot van stikstof is gehalveerd, aan Europese en landelijke eisen wordt voldaan. Nederland is koploper op het gebied van dierenwelzijn en CO2 footprint per kg product. 

De agrarische sector is een stabiele, niet conjunctuurgevoelige en belangrijke factor in onze Friese economie. Maar de politieke en maatschappelijke druk op de sector neemt toe. Feitelijk is het een gevecht om de ruimte in ons kleine kikkerlandje. Meer woningbouw, meer natuur, meer biodiversiteit, we willen zoveel. En we willen ook dat de landbouw extensiever wordt. Dat kan echter alleen als we de boeren voldoende ruimte bieden en voldoende perspectief op een gezonde bedrijfsvoering. Een duidelijke stip op de horizon dus en voldoende tijd om het bedrijf daarop in te richten. 

In tegenstelling tot veel andere landen, zijn wij eraan gewend dat voedsel goedkoop moet zijn. De landbouw is dan ook ingericht op deze wens. Dit leidt ertoe dat agrarische bedrijven hun kosten zo laag mogelijk moeten houden. Ook op de boerderij moet er tenslotte wel brood op de plank komen. 

Als de wens van de consument verandert, als wij willen dat er extensiever geboerd moet worden en dat de boer ook maatschappelijke diensten moet leveren, dan moet de landbouw de tijd en de mogelijkheden krijgen om zich opnieuw aan te passen.

Extensiever boeren kan alleen als bedrijven daarvoor letterlijk en figuurlijk ruimte krijgen. Ook in financiële zin: maatschappelijke diensten, zoals landschapsonderhoud en weidevogelbeheer, zijn niet gratis. Kortom: de hele puzzel moet gelegd worden en een visie voor de lange termijn is noodzakelijk. Een goed evenwicht tussen economie (een rendabel bedrijf) en ecologie (zorg voor de omgeving) is voor ons allemaal van belang, maar dat kan niet voor niets.

Binnenkort start de provincie met het opstellen van de “agenda voor de landbouw”, waarin moet staan hoe de provincie de agrarische sector kan ondersteunen om het nieuwe evenwicht tussen ecologie en economie te bereiken. Een evenwicht met perspectief op een rendabele bedrijfsvoering, met oog voor de omgeving. Het is aan de boer om aan te geven wat hij/zij daarbij nodig heeft van de provincie!

Maaike Prins, Statenlid voor het CDA

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.