Medio 2021 komt het kabinet met een financiële regeling voor het Openbaar Vervoer voor ná 2021 (de zg BeschikbaarheidsVergoeding Openbaar Vervoer, de BVOV). Randvoorwaarde is dat de vervoerders geen dividend mogen uitkeren c.q. winst mogen vergoeden. Daarnaast wordt de mogelijkheid onderzocht om de verantwoordelijkheid voor investeringen in materieel over te nemen.

Hierover hebben wij schriftelijke vragen gesteld aan GS. Wij willen o.a. weten in hoeverre de provincie verantwoordelijk is voor naleving van de BVOV-voorwaarden en welke verantwoordingsverplichtingen er gelden. Daarnaast zijn wij benieuwd of de huidige vervoerder in 2020 dividend heeft uitgekeerd, of er in 2020 winst is gemaakt en hoe GS aankijkt tegen de mogelijkheid om het materieel in bezit te krijgen c.q. welke invloed dat heeft op de dienstregeling. 

Wat voor het CDA een belangrijk punt is, is de invloed van het bovenstaande op de dienstregelingen en welke gevolgen het heeft op de noodconcessie (overbruggingsfase) en het transitieplan. 

De Staatssecretaris heeft beloofd dat de veiligheid van een duurzaam OV niet in gevaar komt. Wij vragen ons dan ook af wat dit betekent voor resultaat 41 uit het Bestuursakkoord:

"Openbaar vervoer heeft een belangrijke rol in het reizen naar en door bestemming Fryslân. We besteden het busvervoer deze periode opnieuw aan. Daarbij is belangrijk dat we het nationale Zero Emissie convenant hebben getekend, waardoor in 2030 bussen geen CO2 meer mogen uitstoten. We willen echter niet zo lang wachten. Bij de verlening van de nieuwe concessie in 2022 streven we zoveel mogelijk naar busvervoer zonder CO2-uitstoot. Dat mag niet leiden tot afbreuk aan de geboden dienstverlening, met name op het platteland)".

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.