Nederlandse les voor anderstaligen
Sinds kort zitten er niet alleen kinderen in de klas op kindcentrum de Kinderkoepel in Leeuwarden, maar ook anderstalige ouders. Elke dinsdagochtend oefent een groepje met Nederlands praten, schrijven en lezen.
Latifah komt uit Ghana, Katja uit Oekraïne en Osariemen en Edison uit Nigeria. Het is een multicultureel gezelschap dat deze morgen in een lokaal ploetert op de soms gekke klanken van het Nederlands. De jonge ouders hebben een ding gemeen: ze hebben allemaal kinderen op het integraal kindcentrum.
Een kwart van de leerlingen op deze basisschool aan de oostkant van de stad groeit op in een gezin waar een andere taal wordt gesproken. ,,Zij kunnen de schoolkrant niet lezen en het is vaak moeilijk communiceren met hen’’, vertelt Joke Pander van de Kinderkoepel.
Dus toen Jannie Atsma, gemeenteraadslid voor het CDA in Leeuwarden, met het idee kwam om op de school een taalklas te starten voor ouders, was directeur Tiny Hoedemaker meteen enthousiast. Atsma: ,,Als raadslid ben ik veel bezig met laaggeletterdheid, ik vroeg me af wat we in Leeuwarden kunnen doen. Wie kinderen heeft, komt elke dag op school. Wat is er dan beter dan zelf ook iets met taal doen in dat gebouw?’’
Atsma, Hoedemaker en Zahra Mousazadeh van het Friesland College staken de koppen bij elkaar. Het resultaat: een wekelijkse taalles op dinsdagmorgen sinds het begin van het schooljaar, bekostigd door het Friesland College. Taaldocent Karin Nagel leert de moeders en vaders onder meer hoe ze moeilijke brieven van de gemeente moeten lezen, formulieren invullen en digitale afspraken maken.
,,Het gaat vooral om het vergroten van de zelfredzaamheid. En als er meer in zit, kunnen we altijd nog de stap zetten naar een opleiding op het Friesland College’’, zegt Nagel.
Er wordt vooral veel gepraat, want spreekvaardigheid is belangrijk om een taal te leren. Zo gaat het vandaag over de Kinderboekenweek. ,,Mijn zoon koos laatst een Fries boek op school, dat konden wij thuis niet lezen. We hebben dus alleen de plaatjes bekeken’’, bekent Katja Meijer lachend. De Oekraïense woont sinds ruim vijf jaar in Nederland en is getrouwd met een Nederlandse man. ,,Ik heb wel de inburgering gedaan, maar je moet blijven oefenen met Nederlands praten, dat kan hier.’’
Zij is dus erg blij met de mogelijkheid om te leren op de school van haar vierjarige zoontje. En dat geldt ook voor de Ghanese Latifah Mohammed, wier oudste drie kinderen naar de Kinderkoepel gaan. ,,Ik ging ook naar het Friesland College, maar door corona en mijn zwangerschap zijn de lessen tijdelijk gestopt. Hier kan ik blijven leren’’, vertelt de vrouw die sinds elf jaar in Nederland is.
Haar jongste, Seidu Hafis Danchour van 15 maanden, gaat elke week mee naar de les. Schrijven kan hij nog niet, maar een pen vasthouden gaat prima, zo blijkt. ,,Het is misschien maar een heel klein drupje, maar ik hoop dat dit een olievlek wordt, en dat we dit kunnen uitbreiden naar andere scholen’’, zegt Janny Atsma.