Rekenkamercommissie over Jeugdzorg
In de Raad van 22 september 2020 is gesproken over het rapport van de Rekenkamercommissie over de financiële sturing op de uitvoering van de Jeugdwet in de periode 2015 – 2019. In het rapport staat een aantal aanbevelingen ter verbetering. Deze adviezen heeft de Raad integraal aangenomen.
Concreet houdt het in dat de Raad het College opdracht geeft om:
1. De begroting van jeugdzorg voortaan op te bouwen met gedetailleerde informatie over de verwachte kosten van de zorg op grond van de gegevens van de behandelingen die beschikbaar zijn.
2. Elk kwartaal een gedegen analyse van de werkelijke cijfers te maken en die naast de verwachtingen uit de begroting te leggen. De analyse dient ten minste een verklaring te geven van de afwijkingen van de werkelijke cijfers tegenover de begroting. Tot slot moet de analyse een voorspelling geven van de verwachte kosten.
3. Te overwegen het aantal behandelingen (de ‘intensiteit’) niet langer zonder overleg met de gemeente door de zorgaanbieder te laten bepalen. Laat het college nagaan of intern een budgethouder de verwijzing en het aantal behandelingen navolgbaar controleert alvorens de behandeling begint. En nadat de behandeling is afgerond de budgethouder na laten gaan of alle behandelingen zijn uitgevoerd en succesvol was.
4. Binnen een jaar aan de raad te rapporteren over de uitvoering en het resultaat van bovengenoemde aanbevelingen.
Als CDA hebben we de negatieve conclusies enigszins genuanceerd. 2015 tot en met 2019 was een complex tijdsgewricht, waarin jeugdzorg tamelijk abrupt van Rijks- naar gemeentelijke verantwoordelijkheid ging. In eerste instantie moesten er grote sommen geld bij, maar gaandeweg ontstond meer grip op de uitgaven. Ooststellingwerf had het geluk dat er eerder flinke reserves waren opgebouwd. Maar helaas moest ook onze gemeente, net als vele anderen, ook de sturing en monitoring aanpassen en opschalen. We konden niet volstaan met de middelen van het Rijk. Het was in feite een mission impossible. Toch is het gelukt om gaande het proces in control te komen.
Wat het College tussen 2015 en 2019 beter had kunnen doen, was afstemming en beheersing van de financiën richting de raad. Maar er is een task force opgericht met concrete resultaten als doel, er is sprake van betere kostenbeheersing en de gemeenteraad wordt frequenter en uitvoeriger geïnformeerd.
Ook wethouder Verhagen heeft in de Raadsvergadering aangegeven dat dit geplaatst moet worden in de context van toen. Positief punt is dat het leveren van kwalitatief goede jeugdzorg altijd de focus heeft gehad en er niet onder heeft geleden. Hoewel ze erkende dat de oprichting van de task force eerder had gemoeten, was ze blij dat er nu meer grip op de uitgaven is. Ze kon zich vinden in de vier aanbevelingen.