Forse boete op herindeling
Het kabinet Rutte-III wil de opschalingskorting handhaven. Deze korting kost heringedeelde gemeenten fors geld. Het idee achter deze korting is dat het samengaan van gemeenten leidt tot lagere apparaatskosten. Gemeenten zouden eigenlijk ten minste 100.000 inwoners moeten bedienen. Dit bevordert de doelmatigheid en scheelt het rijk in zijn bijdrage aan het gemeentefonds.
De kortingen gelden sinds 2015. In 2018 en 2019 lopen deze jaarlijks op met 60 miljoen euro. Vanaf 2020 gaan de kortingen verder omhoog. De grootste kortingen volgen in de jaren 2023-2025. Landelijk gaat het om in totaal 405 miljoen euro.
Súdwest-Fryslân drukte toenmalig minister Plasterk van Binnenlandse Zaken al in april 2013 op het hart dat herindelingen niet worden gestimuleerd door deze financiële systematiek. Wij moesten inleveren, vooral door het wegvallen van vaste bedragen aan algemene uitkering. Jaarlijks gaat het om 2,8 miljoen euro.
Tegenover deze blijvende verlaging staan inderdaad voordelen, bijvoorbeeld door de forse daling van het aantal wethouders. Maar de schaalsprong leidde ook tot een krachtige intensivering van het beleid richting dorpen, wijken en kernen. Dit betekent een jaarlijkse kostenpost van 1,25 miljoen euro, zonder dat hier extra middelen tegenover staan. De onzalige opschalingskorting komt daar nu nog bovenop.
Voor Súdwest-Fryslân voelt de opschalingskorting dan ook als een forse, onbegrijpelijke en onterechte boete op herindeling.
Súdwest-Fryslân is qua oppervlakte de grootste gemeente van Nederland. Ook gemeten naar het aantal kernen (83 dorpen en 6 steden, samen bijna 90.000 inwoners) kent Súdwest-Fryslân in Nederland haar gelijke niet. Toch is de omvang nog te klein naar de maatstaven van de Haagse rekenmeesters. Zodoende moeten wij rekening houden met een extra opschalingskorting die oploopt tot 2,1 miljoen euro in 2025.
Het is vreemd dat deze opschalingskorting blijft, terwijl het plan voor verplichte herindeling door het huidige kabinet is teruggedraaid. De gemeenten die onder Rutte-II gehoor gaven aan de verplichting tot herindeling worden zo financieel gestraft. Dit is ronduit onbehoorlijk. De gemeenten komen zo geld te kort, bovenop de kortingen op bijvoorbeeld het sociaal domein.
Te vrezen valt dat de gemeentelijke belastingen op termijn omhoog moeten en de inwoners uiteindelijk de rekening betalen. En dat terwijl het huidige kabinet de ideeën voor de verruiming van het lokaal belastinggebied juist niet van Rutte-II overnam. Voor Súdwest-Fryslân voelt de opschalingskorting dan ook als een forse, onbegrijpelijke en onterechte boete op herindeling.
Maarten Offinga
CDA-wethouder gemeente Súdwest-Fryslân