05 augustus 2020

Koersnota 2021

In de Raadvergadering van 1 juli jl. is de Koersnota 2021 vastgesteld. We zijn gewend elk jaar een kadernota te behandelen om daarmee de politieke discussie te voeren voordat het college de programmabegroting opstelt. Dat zou dit jaar ook de gang van zaken zijn, echter dit jaar is er de wereldwijde crisis als gevolg van de coronapandemie.

Een crisis waarvan we de gevolgen ook merken in Súdwest-Fryslân. Onze samenleving krijgt zowel sociaal als economisch grote klappen, waarvan op dit moment (juli 2020) de reikwijde maar ook het einde nog niet in zicht is.

Op landelijk niveau worden maatregelen genomen om de schade van de crisis te beperken. Een groot aantal van die maatregelen worden uitgevoerd door de gemeenten. Daarvoor worden we deels gecompenseerd, al is het nog niet helemaal duidelijk of alles wordt vergoed. Zo verkeren we nog in onzekerheid over de mogelijke steun aan onze gemeentelijke culturele instellingen als musea, theaters en dorpshuizen. Daarnaast hebben we zelf ook te maken met de gevolgen van de crisis: er zijn ambities die we niet kunnen realiseren, geplande bezuinigingen worden mogelijk niet gehaald en we lopen op enkele terreinen inkomsten mis.

Onder deze omstandigheden heeft het college de koersnota 2021 gemaakt. Die is compleet anders van opzet vanwege die grote onzekerheden. Vandaar dat we dit jaar ook niet spreken van een kadernota, maar van een koersnota. Deze koersnota is dan ook gericht op herstel en een koers naar de toekomst. De komende maanden, bij de uitwerking, wordt gebruikt om ook kritisch te kijken naar waar de gemeente mee bezig is.

We willen vooral eerst aandacht schenken aan het sociaaleconomische herstel van onze samenleving.

De koersnota 2021 geeft de ambities aan voor de rest van deze raads- en collegeperiode. Dat leidt bijna zeker tot een koerswijziging die gevolgen heeft voor onze ambities. Na het zomerreces krijgen we nogmaals een nota als nader en actueler kader voor de begroting. De programmabegroting wordt op 12 november behandeld in de raad. Dan vindt de definitieve besluitvorming plaats.

In de raadsvergadering van 2 juli heeft het CDA over de koersnota 2021 het volgende naar voren gebracht:

Ik heb aangegeven de koersnota vast te willen stellen. Een aantal partijen heeft voorgesteld de nota (slechts) voor kennisgeving aan te willen nemen. Een ingediend amendement daarover heeft het niet gehaald. Wij wilden de koersnota wel vaststellen om het college duidelijkheid te geven over de koers en de uitwerking. Bovendien krijgt de raad na het zomerreces een nieuwe koersnota met de actualiteit zoals die dan is.

Voorop staat bij het CDA dat de gemeente financieel gezond moet blijven. Daarom is het goed dat er in de koersnota een nieuw kader Financieel behoedzaam bij komt. Dit kader Financieel behoedzaam krijgt wat ons betreft een prominente plaats in de definitieve koersnota.   

Het liefst ziet het CDA na de vakantieperiode een keuze model. Een aantal varianten (3 tot 4) die we krijgen en op basis waarvan de raad de keuzen kan maken. En dan inclusief waar we op willen of moeten bezuinigen.

Verder hebben we een aantal specifieke zaken ingebracht. Die moeten worden gezien als overwegingen, richting en bouwstenen voor de definitieve koersnota en begroting 2021. We hebben daarbij ook onze nek uitgestoken door aan te geven waar op bezuinigd kan worden. De volgende items heb ik aangehaald;

  • De structurele afwijkingen in de WMO (Wet Maatschappelijke Ondersteuning) vragen terecht aandacht voor de transformatie van het sociaal domein. We willen tevreden klanten, snelheid, de wachttijden verkorten, kwaliteit en betaalbaarheid. We moeten dus wel transformeren, vanwege de kosten en vanwege het verbeteren van de processen. 
  • De structurele tekorten op de jeugdzorg is een structureel zorgpunt. Meer dan 3 mln. euro per jaar extra en een openeind regeling. Dus we moeten zorgen dat we dit bedrag de komende jaren kunnen opvangen. Dat het college dit periodiek onder de aandacht van Den Haag brengt is ook echt noodzakelijk.
  • We hebben aangegeven dat de raadsbreed aangenomen motie (van Petra van den Akker) om subsidiegelden binnen te halen beter in de koersnota en begroting 2021 zichtbaar moet worden. Het rendement van de subsidieverwerving vinden we ook onvoldoende. De gemeente Súdwest-Fryslân profiteert nog te weinig van de subsidiepotten.
  • We verwachten een goede ontwikkeling rondom het onderwerp professionele organisatie en het Samen Continue Verbeteren. We vinden het jammer dat er geen nul meting beschikbaar is zodat we de verbeteringen niet echt kunnen zien. Verder hebben we ingebracht dat vanaf maart het nieuwe werken echt nieuw werken is geworden en dat daarmee het thuis werken een grote invloed heeft. Deze ontwikkelingen inclusief het thuis werken gaat door en dat missen we in deze nota. De CDA-fractie staat in dat licht open voor een discussie wat we als gemeente zelf willen we doen, wat we beter aan de markt kunnen overlaten, en waar we kunnen besparen. Die efficiëntieslag moet dan wel leiden tot een besparing op de kosten en de organisatieontwikkeling.
  • De Woningbouw. We hebben aangegeven dat meer aandacht uit moet gaan naar betaalbare woningen. Het leermoment voor ons dat we redelijke aantallen moeten bouwen om de woningprijzen betaalbaar te houden. Het CDA blijft van mening dat het woningbouwproces nu te stroperig gaat.  
  • De duurzaamheidsagenda met de investeringen moeten we opnieuw tegen het licht houden in deze tijd. Is het bijvoorbeeld nog realistisch binnen 10 jaar 8000 woningen te verduurzamen ?
  • Mogelijk is er een herziening van het Onderwijsbeleid en huisvesting nodig. Minder snelle nieuwbouw van scholen in dorpen, meer centraal (ook hier is er de schaalvergroting), invloed leerlingaantallen, dan zijn de aandachtvelden.     
  • De CDA-fractie is van mening dat we in deze resterende bestuursperiode geen nieuwe grootschalige projecten moeten starten. We gaan lopende projecten afronden binnen de kredieten, daarna gaan we pas verder kijken.
  • Zolang er geen rapportage over de dorpshuizen ligt, willen we niet bezuinigen op de dorpshuizen en wijkgebouwen.
  • We gaan bij de Hemmen III nu de laatste stappen zetten, planologisch en financieel. De Hemmen III is belangrijk voor Súdwest-Fryslân, denk alleen al aan de werkgelegenheid. Dit betekent dat een nieuwe bedrijventerrein bij Bolsward moet wachten.
  • We hebben de volgende stelling uitgesproken; we gaan geen fietspaden aanleggen de komende 1,5 jaar. We maken de planvorming van 5 hoog op de prioriteitlijst staande fietspaden rond. We besluiten daarover, en pas als het financieel kan dan volgt de aanleg.
  • En de stelling; we gaan een beperkt aantal ambtelijke uren en bestuurlijke inzet plegen in de landbouwagenda. Als het aan de CDA-fractie ligt dan wordt het meer meewerken aan een nieuwe landbouwagenda. Dit gezamenlijk met partijen als Provincie en Waterschap. Dus we dat grote speelveld als gemeente niet trekken en initiateren.
  • Als het moet gaan we de 6.2 mln. euro beschikbare projectgelden uit de Investeringsagenda anders inzetten of gebruiken voor het terugdringen van de tekorten of de jaarschijven.
  • Bij het Stedelijk waterbeheer moet de samenwerking met het waterschap er toe leiden dat onze kosten niet hoger zijn dan de vergoeding die we van het waterschap krijgen.
  • En als laatste, we moeten ook kritisch naar de onderhoudsbudgetten kijken.

Het wordt na de vakantieperiode kort dag voor goed overleg met onze inwoners over een bezuinigingsopgave. Ik heb uitgesproken dat dat geen goed gevoel geeft en dat over die communicatie met onze inwoners nadenken. Na de zomervakantie gaan we opnieuw hierover in gesprek.

Douwe Attema
fractievoorzitter

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.