MINDER IK, MEER WIJ
‘Minder ik, meer wij’.
Dat is voor het CDA het belangrijkste criterium waaraan we het succes van het nieuwe kabinet zullen afmeten. ‘Omdat deze tijd schreeuwt om hoop, gemeenschapszin en solidariteit’. Die boodschap heb ik namens de CDA-Tweede Kamerfractie ingebracht in het debat over de regeringsverklaring dat vandaag en morgen wordt gehouden.
Onze inbreng:
Wij zijn zeker trots op het onderhandelingsresultaat en het nieuwe coalitieakkoord. In het akkoord zien we veel van onze ideeën uit het CDA verkiezingsprogramma terug. Dat geldt voor de terugkeer van de basisbeurs, de plannen én een aparte minister voor Volkshuisvesting die wij zelf mogen leveren, een nieuw perspectief voor de landbouw en een stevig budget voor de aanpak van de georganiseerde misdaad. We zetten grote stappen vooruit in onze bijdrage aan de aanpak van klimaatverandering, de hervorming van de arbeidsmarkt en de versterking van de samenleving.
Van individu naar samen:
In mijn bijdrage maakte ik de vergelijking met het aantreden van het eerste Paarse kabinet in 1994. Het was een tijd van optimisme en vooruitgang en dat kabinet koos voor een liberale koers van een kleinere overheid, meer verantwoordelijkheid voor mondige, weerbare burgers en meer vrijheid voor het individu.
Tijden zijn veranderd. In die vergelijking is het huidige coalitieakkoord bijna het spiegelbeeld van toen. We zien weer een belangrijke rol voor een sterke overheid, we beteugelen de markt en we zien hoe het doorgeslagen individualisme het cement van de samenleving heeft aangetast. Daarom kiest dit akkoord nadrukkelijk voor een sterke, coöperatieve samenleving; met de uitbreiding van de maatschappelijke dienstplicht, een nieuw nationaal historisch museum en meer betrokkenheid van burgers.
Kanttekeningen:
In het debat heb ik ook een aantal belangrijke kanttekeningen geplaatst, waar we een inzet van het kabinet op verwachten.
- Dat geldt in de eerste plaats voor de positie van de ouderen. In het coalitieakkoord hebben we afgesproken dat de koopkracht voor iedereen evenwichtig en gemiddeld positief moet zijn. Voor gepensioneerden is dit nu niet het geval en daarom moet het kabinet wat het CDA betreft nog dit voorjaar aangeven hoe dat wordt gerepareerd.
- Ook heb ik aandacht gevraagd voor de mensen in Groningen. Voor hen heeft het nieuwe kabinet een valse start gemaakt. Daarom heb ik de vraag gesteld wat het kabinet meer kan doen om te voorkomen dat er toch extra gas opgepompt gaat worden.
- In de derde plaats heb ik mijn zorg uitgesproken over een dreigend tekort aan gekwalificeerde vakmensen, die we heel hard nodig hebben om de grote klimaat- en energietransities, maar ook de grote opgave in de nieuwbouw van woningen waar te maken. Dat vraagt om een versterking van het vakonderwijs in het VMBO en MBO, maar ook om een snelle uitwerking van de ambities op het terrein van Leven Lang Ontwikkelen.
Aan het werk:
Als CDA mogen we dus heel tevreden zijn met de komst van het nieuwe kabinet. Daarom staat onze handtekening onder het coalitieakkoord, ook voor de punten waar we minder gelukkig mee zijn. Maar dat betekent niet dat we als fractie de komende periode stil zullen zijn. We zullen - net als in de afgelopen periode - de ruimte pakken om ons eigen geluid stevig te laten horen. Voor ons verhaal van saamhorigheid, solidariteit en omzien naar elkaar. Voor minder ik en meer wij.
Aan die belofte mag u mij en de collega’s in de CDA-fractie houden.
Met hartelijke groeten,
Pieter Heerma
Fractievoorzitter Tweede Kamerfractie