15 mei 2021

Regionale Energie Strategie 1.0 (RES) Arnhem Nijmegen

Duurzaamheid; CO2 uitstoot beperken; van het gas af en een maatschappij die zich dient in te richten op een leven zonder de bekende fossiele brandstoffen. Dit is de opdracht die voor ons ligt, hoe gaan we hier mee om? (Wat zijn/waren we verwend met het hebben van aardgas.)

Voorhanden zijnde mogelijkheden zijn bijvoorbeeld: Biomassacentrales; windmolens; zonnepanelen; warmtepompen; isoleren huizen; waterkrachtcentrales; oppervlaktewaterwarmte winnen; waterstof (als energiedrager); maar ook kernenergie. Voor- en nadelen. Voor- en tegenstanders. Biomassacentrales van eerste stap naar mislukt proces als we de recente publicaties moeten geloven. Maar ook andere alternatieven roepen discussie op of staan qua ontwikkeling nog in de kinderschoenen.

In de Regio Arnhem Nijmegen kiest men, zo blijkt, veel vaker voor zonnevelden i.p.v. windmolens. Dit terwijl 1 grote windmolen evenveel elektriciteit opwekt als 23 ha zonneveld en een kerncentrale, er zijn er 126 operationeel in de EU, zoals in Borssele weer evenveel als 341 windmolens oplevert, maar de RES gaat niet over kerncentrales.

Verschil in belang maakt dat afwegingen extra zorgvuldig gewogen moeten worden en draagvlak is en blijft de crux.         

Met de RES 1.0 wordt volgens het raadsvoorstel een waardevolle bijdrage gegeven aan de doelstelling van de regio om in 2050 energieneutraal te zijn, met als ambitie 55% CO2 reductie in 2030 ten opzichte van 1990. In de Reactienota op zienswijze van de gemeenteraden is te lezen dat binnen de RES de energieopwekking van de industrie niet wordt meegenomen. Voor hen staan er namelijk in het klimaat eigen doelstellingen en afspraken die lopen via de Klimaattafel Industrie.

Het totale verbruik is in grofweg vier sectoren te verdelen. Industrie, verkeer en vervoer, energiesector en huishoudens. Hiervan is de industrie goed voor ruim 40%. De ambitie van de RES om de 55% CO2-reductie te realiseren gaat dan ook over de overgebleven 60% waarvan 20% huishoudens.

Terug naar Doesburg. Geen zoekgebied wel een eigen verantwoordelijkheid. Met het vaststellen van het afwegingskader is er een begin gemaakt met de mogelijke invulling van duurzame energie. Volgens het college is dit afwegingskader er niet om plekken aan te wijzen waar mogelijk windmolens kunnen komen te staan, maar zijn dit de plekken waar vooralsnog geen reden voor gevonden is om deze op voorhand uit te kunnen sluiten. Niet zomaar een nuanceverschil. Zeker als bij doorvragen er volgens dit college niet voorgesorteerd wordt op windenergie.

In de wetenschap dat zonnepanelen hooguit 10% van de totale vraag zou kunnen opleveren en dit hele stuk juist een mix van zonne- /windenergie uitademt, is dit een opvallend statement.

Samenvattend, als voor Doesburg geen windenergie geldt, er alleen van het gas af gegaan wordt indien dit kostendekkend is (overigens is hier alleen een exclusieve toezegging voor de Ooi) en zonnepanelen slechts een marginaal rendement opleveren, vraag je je af hoe Doesburg aan z’n doelstelling gaat komen. Op de vraag: Welke middelen er ingezet gaan worden om de doelstelling te halen, zou naast kleinschalige projecten voornamelijk woningisolatie voor een aanmerkelijke reductie van de vraag moeten leiden. Cijfers en doelstelling volgen.   

We realiseren ons ook als CDA dat we met elkaar voor een complexe opdracht staan. Niet alleen lokaal, regionaal of landelijk maar ook mondiaal. Niet alleen ons college, het provinciaal bestuur of onze regering, niet alleen vandaag of morgen maar voor de komende generaties. We hebben een afspraak maar bovenal een verplichting naar onze kinderen. We moeten beginnen en zullen er gaandeweg achter komen wat werkt, en ja, er zullen dus bij voorbaat grote maatschappelijke en natuurlijke offers gevraagd worden die straks met de kennis van dan wellicht onnodig bleken. Maar het helpt dit te zeggen, te durven toegeven dat we verplicht deel hebben te nemen aan groot experiment waarvan de uitkomst nog ongewis is. En dat was precies wat ons college tijdens deze commissievergadering bereid was te doen boven op de eerdere toezegging ons stap voor stap mee te nemen. Of we hierin een individuele keuze als zelfstandige gemeente hebben valt echter te betwijfelen.

Landelijk/​Provinciaal

De twaalf provinciale afdelingen vormen de schakel tussen de gemeentelijke afdelingen en het landelijke bestuur.